Nijmegen, 1 mei 1994 Beste Tjitse,

Een nieuwe lente, een nieuw geluid

Afgelopen vrijdagavond ben ik met mijn vader in Doorn een serie toneelvoorstellingen gaan bijwonen van de school van Mark. In een van de stukken speelde mijn zoon de rol van god en schrijver. Ikzelf ben ook ooit aangetrokken geraakt door Marsmans uitspraak "Ik ben een god in het diepst van mijn gedachten". De serie voorstellingen werd afgesloten met een opvoering van het stuk "Eén mei" van Herman Heijermans en het strijdlied "Voorwaarts". Mark werd op het eind door de rector nog speciaal naar voren gehaald in verband met zijn optreden voor de NCRV-radio afgelopen kerstavond. De symboliek van de eerste mei blijft een actueel thema en dat geldt nu in het bijzonder wel helemaal voor jou. Ik denk dat het goed is dat jouw gevecht met het verleden nu definitief ten einde is en je een begin kunt maken met een nieuwe koers onder het motto dat elk mens zijn eigen leven schept. In hoeverre mijn drie faxen aan Rijpkema van invloed zijn geweest om jou te laten weten dat er geen mogelijkheden voor jou meer zijn waarvoor de rechter ontvankelijk zou kunnen zijn, is natuurlijk niet meer na te gaan. We zouden dan wederom in een discussie terecht komen die begint met "Misschien....." en dan scheppen we weer verhalen in de geest waarvan wij niet weten of zij in de omringende realiteit aansluiting kunnen vinden. Decisief is in juridische zin het feit dat er tussen jou en Nieuw Elan nooit een overeenkomst op papier is gesteld en de rechter al jouw inzichten en theorieën voor kennisgeving naast zich neer zal leggen. Het is voor het eerst geweest dat ik mijn informatie aan jou via een derde naar jou heb verzonden. Ik wil je hierbij verzekeren dat het niet mijn bedoeling is geweest om daarmee de beslissing van jouw advocaat te beïnvloeden. Ik heb alleen een oplossing gezocht voor mijn dilemma naar jou toe. Zoals je uit de brieven 49, 50 en 51 hebt kunnen opmaken ben ik in die dagen voor jouw gesprek met Rijpkema voortdurend met jouw probleem bezig geweest met de gedachte dat het er nu voor jou erop of eronder werd. Ik vond dat je mijn gedachten van die momenten moest weten, denkend aan jouw oproep om te trachten zoveel mogelijk details die voor jouw zaak van belang zouden kunnen zijn aan jou te laten weten. De snelste manier om nog op tijd die informatie bij jou terecht te laten komen was via de fax van Mr. Rijpkema. Het is vanzelfsprekend dat de heer Rijpkema hiermee een duidelijker beeld heeft gekregen van de 'circumstantial evidence' en hij op voorhand al rekening hiermee gehouden heeft met zijn advies aan jou. Ik denk dat jouw conclusie gerechtvaardigd is dat in de gegeven situatie slechts een advocaat als Moszkowics iets positiefs aan jouw zaak zou kunnen bijdragen, maar dat je daarvoor over een grote hoeveelheid kapitaal moet beschikken. De realiteit is echter anders. Ik bewonder jouw moed en doorzettingsvermogen om je tot op dit moment vast te bijten in het bereiken van jouw doel en te trachten "de waarheid" boven water te krijgen. Maar wat is "de waarheid"? Ieder mens heeft zijn eigen waarheid en niemand anders dan jij kunt dat vanuit je cultureel antropologische inzichten vaststellen. Ik denk aan jouw "opdracht" aan mevrouw Meulenbroek om het onderzoek naar jouw zaak volgens de normen van wetenschappelijk onderzoek te verrichten. Vanuit de situatie van het bureau ombudsman is dat natuurlijk niet mogelijk. Je ageerde naar mijn mening terecht tegen de bureaucratie, maar die bureaucratie is natuurlijk wel een bestaande realiteit en met dat gevecht ben je net zo'n don Quijote geweest als ik. Waarschijnlijk is het juist hierdoor dat je mij aan jouw zijde hebt gekregen. Ik ga graag mee met mensen die trachten maatschappelijke veranderingen aan te brengen in bestaande structuren en daarmee steeds een nieuwer ideaal na te streven. Jij hebt nu ook ervaren dat dat niet zo eenvoudig is. Je kunt de wereld om je heen niet onmiddellijk creëren naar je eigen beeld, tenzij je je doelstelling aanhoudt voor een langere termijn. Jij en ik zijn in dat opzicht beiden don Quijotes, vechtend voor de nobele idealen van de ridderschap en de "waarheid". Die waarheid verandert met de tijd. De Pravda uit de tijd van Lenin is een andere pravda dan die van de Russische zangeres die gisteren op het Eurovisie-songfestival een wervelende show ten beste gaf. Ik denk voor mijzelf dat ik binnen deze geschiedenis een historische missie heb die als Leitmotiv voor mijn leven geldt: het overbruggen van een historische kloof tussen Nederland en Spanje. Ik heb daartoe in 1992 mijn historische reis door het land van Cervantes gemaakt en ben in de problematiek gedoken die speelde tussen Philips II en Willem van Oranje. In Valladolid ben ik achter Cervantes' schrijftafel gaan zitten, heb zijn brief aan Philips gelezen.

Toen ben ik naar het geboortehuis van Philips gewandeld en heb me verplaatst in de tijd dat op de Plaza Mayor, 50 meter van mijn hotel, mensen om hun geloof in vlammen opgingen, omdat ze anders dachten dan 'den Coninck van Hispanien' die Willem de Zwijger altijd had geëerd.

Ik heb die gedachten in mijn reisverslag opgenomen. Gedachten die zijn voortgekomen uit mijn studie van Erasmus en Cervantes en ik heb mezelf een nieuwe don Quijote gewaand, een don Quijote die de ruzie tussen Philips en Willem van Oranje nog moet bijleggen. Daar moet je een beetje gek voor zijn, net als Don Quichot, maar als je niet uitgaat van universele beginselen val je terug tot een bedenkelijk niveau als je je laat leiden door de stemmen uit je omgeving. Weer thuis in Nederland werd ik voor een tijdje benoemd tot docent Spaans in Delft. Ik ben daar op bezoek gegaan in de Nieuwe Kerk en heb een tijdje verwijld bij het graf van Willem van Oranje. Mijn brug tussen Philips II en Willem van Oranje was geslagen. Als een ritueel, maar voor mij een levende werkelijkheid, een persoonlijke waarheid, een historische brug naar het jaar 1992, het Spanjejaar. In 1990 was mijn "Droom van rood en geel" geboren. Ik heb Liesbeth hier deelgenoot van gemaakt en zo is er in mijn geest ook een eigentijdse Dulcinea ontstaan, een vrouw van vlees en bloed aan wie ik mijn idealen zou gaan opdragen en voor wie ik een nieuw gevecht zou gaan voeren.

Vanuit El Toboso in La Mancha heb ik haar geschreven, de plaats waar Cervantes' jonkvrouwe was geboren en als Liesbeth zegt dat 'obstakels uit het verleden in mijn belevingswereld liggen opgesloten' dan heeft zij daarin natuurlijk volop gelijk, voor zover er van 'obstakels uit het verleden' sprake is. Zij is voor mij altijd 'de dame in het rood' geweest, waardoor E. zich tijdens de laatste dag van ons huwelijk in het geel had gestoken. Die kleuren zijn symbolieken die diepgewortelde belevingswerelden weergeven. In mijn leven heb ik rood en geel daarna gecombineerd binnen het concept van het 'Instituto Cervantes Benelux', het rood en geel van de Spaanse vlag. Voor een andere kleur was er geen plaats meer in mijn leven totdat ik mij herinnerde dat ik in 1980 een dag gezellig ben wezen stappen met Corthea Goeman Borghesius, uit Groningen zoals je weet. Corthea woonde en werkte als kindermeisje bij Prinses Irene en don Carlos Hugo aan de Calle de Bailén in Madrid. Corthea was nog nooit in de Spaanse hoofdstad uitgegaan en bij die gelegenheid heb ik Prinses Irene aan de telefoon gehad waarbij zij mij vroeg de verantwoordelijkheid voor haar te nemen. "Corthea heeft mij al veel over u en uw instituut (FSI) verteld" liet de prinses mij weten.

Op die dag heb ik met Corthea een stierengevecht in de Plaza de Toros "Las Ventas" bezocht, nadien met haar filmopnames gemaakt en 's avonds zijn wij gaan stappen rond de Plaza Mayor waar Corthea een dolle avond heeft beleefd en zich volop heeft kunnen uitleven ondanks alle intriges rondom haar heen waartegen ik haar heb beschermd. Aan het eind van de avond heb ik haar begeleid tot aan de deur van de prins en de prinses totdat zij veilig de deur achter zich had gesloten. Toen ik met Gert Woudsma - ook uit Groningen afkomstig - in contact kwam, heb ik hem dit verhaal verteld, gewoon maar, omdat hij al jaren voor de veiligheid van ons koninklijk huis verantwoordelijkheid droeg. E. en ik hebben met Gert en zijn vrouw een leuke persoonlijke verstandhouding opgebouwd. In onze moeilijke periode zijn zij als een vader en moeder geweest voor mijn jongste zoon Ramon, die zij twee jaar geleden op vakantie hebben meegenomen naar Terschelling, jawel. Je begrijpt nu waarom ik graag met jou naar Terschelling wilde. Vorig jaar nog had ik Gert met koninginnedag in gezelschap van de koninklijke familie op de televisie gezien. Juist in de tijd waarin ik - na jouw waarschuwing - mijn aanval had ingezet op mijn politieke tegenstanders uit het verleden. Ik had Jan Wilzing laten weten dat ik dezelfde affiniteit had als hij: boeven vangen. En dat heb ik ook geweten. Koninginnedag 1993 was voor mij een nachtmerrie. De reactie van de Van Goethem-groep was duidelijk. Ik hoef je daar niets meer over te schrijven. Er zullen mensen zijn die aan mijn verhaal twijfelen, maar de vakspecialisten hebben hun vertrouwen in mij gegeven en dat is alles wat telt voor mij. De hell's angels van De Berendonck hadden het juiste tijdstip uitgekozen om hun intimidatietechnieken op mij toe te passen: het gehele Nederlandse politieapparaat was bijna actief om de gebeurtenissen rond koninginnedag in goede banen te leiden. Ik moest daarom mijn bij de officiersopleiding van de cavalarie opgedane ervaring (kleine oorlog) toepassen om die vijandelijke linies te doorbreken en veilig het politiebureau te bereiken. Ook hier werd ik in eerste instantie niet geloofd, maar nadat ik de wachtcommandant had geattendeerd op een op die dag eerder door mij aan de politie verzonden fax is de politie direct uitgerukt en heeft korte metten gemaakt met dat zootje op de Berendonck. Nadien heb ik met een politieauto mijn eerder gereden route nog eens nagereden om mijn auto op te halen en kwam daarna nog een van die fascistisch ogende heren, met vijf kleuren haar, tegen. Het scheelde niet veel of ik had hem aan flarden gereden, maar in dat soort situaties weet ik mij altijd op het allerlaatste moment te beheersen. Ik had geen angst in die tijd, op geen enkele manier en daarin is Gert voor mij ook een voorbeeld geweest. Ik heb ooit eens een trainingsfilm van hem gezien waarvan ik de oefensituatie ook in mijn eigen situatie heb toegepast. Toen ik in juni 1992 van Alicante naar Nijmegen - in één ruk, 2400 km - terugreed werd ik op de hoogte van Béziers in Zuid-Frankrijk opgehouden door een stel demonstranten dat brandende autobanden over bijna de volle breedte van de weg had gegooid om het verkeer tegen te houden. Er zat nog ongeveer een opening van anderhalve meter tussen de brandende banden en de middenbermrail. Ik heb toen gas gegeven en ben met een vaart van 140 km langs de vlammenzee gereden. Ik had toen de hele Autoroute du Soleil alleen voor me en heb toen een tijdje geprobeerd de TGV, die toevallig aan mijn rechter zijde voorbijkwam, bij te houden. Ik reed even 'à grande vitesse' van 185 km met dit snelheidsmonster mee, waarmee ik maar wil aangeven dat mijn handelingen uit die tijd niet door angst werden ingegeven, zoals thans wel eens door mijn artsen ten onrechte gesuggereerd is. Terug naar koninginnedag vorig jaar. Ik had een van mijn vrienden van mijn tegenaanvallen op degenen die ik mede-verantwoordelijk achtte voor de slechte situatie waarin ik verkeerde op de hoogte gesteld. Schertsend heb ik geschreven "Dus geen koninginnedag dit jaar in Maarn, misschien een volgende keer, als de boeven het land verlaten hebben." Op mijn manier heb ik dit jaar daarom mijn gevecht geleverd en begin mei vorig jaar opnieuw een "hakdag" gehouden. Nu helemaal alleen en op eigen kracht. Jij bent hiervan mijn voornaamste getuige. Onze correspondentie staat zwart op wit en als een Moszkowics nog eens een leuk proces wil voeren heeft hij aan onze correspondentie een leuke hoeveelheid referentiemateriaal. Wie weet waar het goed voor is. Ik heb gedaan wat er binnen mijn vermogen lag en de verantwoordelijkheid van de afwerking van mijn acties overgedragen aan de daartoe bevoegde instanties.

Een nieuwe kleur: oranje

In de laatstgehouden groepsevaluatie van mijn therapie heb ik de symboliek uiteengezet van de tekening die ik nu aan het voltooien ben. Het is een tekening in pespectief met een horizon. Het stuk boven die horizon is donkerblauw, het onderste stuk lichtblauw. Op de horizon is een knal te zien met het jaartal '83. Centraal staat een gele constructie die wordt doorkruist door twee gele balken. Een balk blijft in de gele constructie, de andere - die de eerste kruist - eindigt in een rode constructie, schiet er als het ware doorheen. Stevig op de bodem staat een nieuw gebouw met als inscriptie "Nueva perspectiva", nieuw perspectief en in de lucht hangt een geel-rood blok met de driedimensionale naam "Instituto Cervantes Benelux". Aan de zijkant een witte kegel met een rood, geel en blauwe basis en geheel onderaan de lijfspreuk "Plus Ultra" in rood en geel. Ik denk dat je de betekenissen wel zult begrijpen. Het donkerblauw van Boogaard en De Vries, het lichtblauw van Boogaard, De Vries en Van der Heijden, de gele constructie SBO, de gele balken Ottenhoff en Van der Heijden, de rode constructie de Baak/Nieuw Elan (de sociale postzegel van het VNO volgens Van Lede), het aanvankelijk nog kleurloze "Nueva Perspectiva" de CRI en mijn luchtkasteel/ideaal Cervantes Benelux. Tot 28 april jl. schilderde ik slechts in de primaire kleuren geel, rood en blauw. Op die dag kwamen Loek en Gert in het ziekenhuis op bezoek. Op die dag heb ik rood en geel gemengd. Er ontstond oranje. Het blok "Nueva Perspectiva" heb ik toen een oranje kleur gegeven. Een week eerder heb ik met Loek in de sauna gesproken. Ik heb hem verteld wat het hoogste belang was in het spanningsveld dat tot onze echtscheiding had geleid: de positie van Cees van Lede als voorzitter van het VNO - hoofdelijke aansprakelijkheid voor door de Stichting Nieuw Elan geleden verliezen -, de positie van buurman Henk Neuman - oud-vakbondsbestuurder en voorzitter van concurrent SBO, en de schade die E. op dat niveau kon aanrichten door informatie m.b.t. die problematiek aan de buren over te brengen (zie mijn brief van Paul en Jopie Karis ter gelegenheid van onze echtscheiding). Ik heb Loek, als eerste vertrouweling na Liesbeth, van details van de problematiek op de hoogte gesteld. Cees van Lede kan nu immers niet meer worden geschaad doordat wij binnen de Baak de problematiek intern hebben opgelost en Van Lede inmiddels al een tijd werkzaam is als directeur-generaal van de Raad van Bestuur van AKZO.

Koninginnedag 1994

Zo werd het gisteren Koninginnedag 1994. 's-Morgens heb ik nog even gekeken naar de beelden van de koninklijke familie op Urk waar ik op zaterdag 12 februari jl. nog gewandeld had met de haardgroep van Gert. Voor het eerst miste ik op de t.v. het vertrouwde beeld van Gert naast de koningin. Deze keer stond hij aan mijn zijde op de vrijmarkt van Maarn in een rode trui. Het was een zeer bijzondere ervaring. Ik had het gevoel dat er geruchten door het dorp gonsden dat ik weer zou verschijnen en ik heb niet veel meer gedaan dan mijn lentepak aantrekken en observeren wat er ging gebeuren. In het begin van de middag kwam de bankdirecteur langs die in 1991 mijn vrouw op de tennisbaan (en ook op een andere plaats - onder mijn ogen) probeerde te versieren met de woorden "zaterdag speel ik in het mannentoernooi, met échte mannen". Hij keek mij aan. Ik zei triomfantelijk "Hi Ton" en hij groette lachend terug en liep door. Even later kwam mijn zoon Ramon langs. Hij stond bij een stand van Scouting Maarn-Maarsbergen en kondigde de aanwezigheid van mijn ex-vrouw aan. Een half uur later kwam E. naar mijn kraam. Ik zei: "Dag mevrouw Van Hulst. Hoe maakt u het?" en we knoopten een praatje aan. E. had de week ervoor ook een voorstelling van Mark bijgewoond en we spraken daar even over. Ook heb ik haar laten weten dat Jan en Gert op de CRI een plekje voor mij hebben gezocht om een knipselkrant te kunnen maken in het kader van de therapie. Zij vond dat een goede zaak en ik moest denken aan een brief die ik E. ooit eens heb geschreven dat Soltsjenytzin jaren in een psychiatrische inrichting was opgenomen totdat de omwenteling in de Sovjet-Unie plaatsvond. Na het gesprek met mij zette E. het gesprek vóór mijn kraam voort met Rita Vogels, de echtgenote van KPMG-associate Theo Vogels, die mij in 1986 had geadviseerd uit het NIOW te stappen. Rita is een vriendin van Marian Busch, die de situatie op 40 meter afstand stond te observeren en E. in september 1991 op Terschelling (!) tot echtscheiding had bewogen. Ik was weer terug in mijn eigen Peyton Place....... De situatie werd ook waargenomen door Berthe Kamerling, de ex-vrouw van de jou inmiddels bekende dominee uit Sexbierum. Ik zei haar: "Zo kun je natuurlijk ook met je ex-vrouw omgaan" en zij sprak daarop haar bewondering daarover uit en constateerde dat onze situaties erg verschillend waren. Bij Jetze was een andere vrouw in het spel, waarvan hij nu al een kind heeft en op dat moment realiseerde ik mij dat er in onze situatie een hoger belang speelde:

de positie van Cees van Lede.

Kort daarop kregen wij van de stand van Amnesty International een oranjebitter aangeboden. Ik heb daarop met Margreeth, die een goede bekende is van "Majesteit", getoast "Op de Koningin". Het oranjezonnetje scheen daarop volop in mijn gezicht en ik heb daarvan met koninginnedag nog nooit zoveel genoten als gistermiddag. Henk Neuman heb ik niet gezien.

Grenzen

Het voornaamste thema dat mij de laatste tijd in de therapie heeft beziggehouden is het thema "grenzen". Ik heb duidelijk mijn grenzen aangegeven. Dat is met name tot uitdrukking gekomen in de afscheidsbijeenkomst van Cécile, echtgenote van de burgemeester van Druten en oud-burgemeester van Assen of Smilde. Haar man blijkt ook een lid te zijn van de Lionsclub en moet naar mijn idee ook goede contacten hebben met het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Groningen. Ook heb ik middels een schrijven aan mijn behandelend arts Gilbert Thomas laten weten dat ik in het verstrekken van informatie aan de groep niet meer laat weten dan de contouren van mijn maatschappelijke positie zoals ik die op de genoemde perspectieftekening tot uitdrukking heb gebracht. Grenzen geven ook beperkingen aan. En in die fase zit jij nu. Je zult je ongetwijfeld beperkt voelen doordat je laatste strohalm nu is geknakt en moet je het verder zelf doen. Ik wil je echter troosten: Ik laat jou nu niet vallen. We zullen elkaar nodig hebben. Er zal voor jou ongetwijfeld weer een periode van bezinning komen en ik heb van mijn moeder begrepen dat je uit de situatie veel hebt geleerd. Zo leer ik nog elke dag van mijn ervaringen en van de uitspraken die mijn voormalige partners hebben gedaan. Na een proces van vechten tegen de buitenkant komt er een proces van vechten tegen de binnenkant en dan kun je er weer tegen.

Portfolio-analyse

Van Ger Boogaard en Dick van Goethem heb ik ook veel geleerd. Zo heeft Ger Boogaard mij in 1986 gezegd: "Trek je terug achter je stellingen. Haal de krenten uit de pap en concentreer je daarop." Dick van Goethem heeft dat nadien nog eens uitgelegd aan de hand van het bekende bedrijfskundige reorganisatieplaatje onder de naam "portfolio-analyse". Kern van deze analyse is het vaststellen van de meest rendabele elementen van een onderneming om daarmee verder te kunnen gaan. Een dergelijke operatie vindt plaats na elke beëindiging van een product-life-cycle en dat is op jouw life-cycle nu ook van toepassing: ga je concentreren op datgene waar je goed in bent: een kernachtige analyse van jouw persoonskenmerken waar je krachtig in bent. Als je je daarop concentreert zul je die kracht ook uitstralen en kun je nog een goede tijd tegemoet gaan. Ik zeg je dit als vriend. Je hebt mij nu bijna anderhalf jaar meegemaakt. Je weet wat ik voor die tijd doorstaan heb en toch heb ik vertrouwen in die nieuwe toekomst omdat ik mij voortdurend concentreer op die zaken die op mijn weg liggen naar mijn nieuwe ideaal. En dan schiet ik niet meer in frustraties, maar denk aan mijn eigen lijfspreuk, die ik op 18-jarige leeftijd van Karel V heb overgenomen: "Plus Ultra". Steeds verder. Op 55-jarige leeftijd stierf hij in een klooster in Yuste (Spanje), maar hij was een van de meest positieve denkers van onze geschiedenis geweest, waardoor Spanje het grootste wereldrijk is geworden dat de geschiedenis ooit heeft gezien. Ik ken ook mijn beperkingen en daar ben ik mij ook van bewust. Ik zal nooit een wereldrijk vestigen (?). Maar ik zal mij niet laten leiden door mijn beperkingen. Als je idealisme, integriteit, congruentie en strijdlust - niet tégen iets (zoals de SP), maar vóór iets, voor jouw ideaal - uitstraalt, zul je nog meer vrienden krijgen dan je nu al hebt. Dat is mijn ervaring. Mensen als Gert Woudsma, Loek van Munster, Jan Wilzing, Dik Klop, Ab van Gorkum, Anton de Gier, Jos van Bree en Frank van Boxtel geven mij niet voor niets hun ondersteuning. Dat doen zij omdat zij vertrouwen in mij hebben doordat ik pro-actief denk en altijd toekomstgericht blijf, ondanks mijn beperkingen. Het "tegen-denken" van de SP heeft jou naar mijn mening op een slechte manier beïnvloed. Jij hebt te veel in huis om afhankelijk te denken. Bedenk een nieuw plan en zoek daarvoor steun in je omgeving. En dat is ook het advies dat ik van Liesbeth heb meegekregen. Ik stel het bijzonder op prijs dat je bereid bent een persoonlijke brief aan Liesbeth te schrijven waarin je wilt onthullen wat ik de afgelopen tijd over haar naar jou toe schriftelijk heb gecommuniceerd. Van belang daarbij is dat je niet schrijft wat je denkt. Dus niet vanuit je eigen referentiekader invullen zoals "begeerde geliefde" en dat soort zaken, maar puur uitgaan van de brieven die ik je heb gestuurd. Belangrijk vind ik daarin vooral het uitgangspunt dat ik in mijn brief van 3 maart 1993 heb geformuleerd.

"Ik wil in principe aan deze nieuwe oorlog, want dat zal het voor mij betekenen, wel mijn medewerking verlenen en wel onder twee keiharde voorwaarden:

1. dat Liesbeth Halbertsma ongeschonden uit die strijd tevoorschijn zal komen en
2. dat ik mede word betrokken bij de strategiebepaling op een zodanige wijze dat wij voortdurend bij volledige consensus verdere stappen nemen.

Ook kun je wat mij betreft de volgende zinsneden aanhalen:

"Als je gaat schieten krijg je altijd te maken met een terugslag. Als je een bombardement begint, moet je je ervan bewust zijn dat je daarmee onschuldigen treft......

Ik ben op haar gesteld omdat ze oprecht en integer is...... Maar het straffen van een onschuldige die zich heeft ingezet om een schijnbaar onoplosbaar probleem met al haar beschikbare krachten tot een oplossing te brengen valt buiten mijn gevoel voor rechtvaardigheid. En al zou ik haar nooit in mijn leven meer ontmoeten, ik ben voor haar altijd door het vuur gegaan en zij voor mij en zij weet dat ik haar altijd zal blijven steunen als de situatie daarom vraagt. Een Halbertsma is van huis uit een Fries of een Groninger, met als sterkste eigenschap dat je op ze aankunt en dat zij hun woord houden. Dit heb ik ook steeds gedaan en zal dat ook blijven doen."

Vervolgens laat ik het graag aan jou over om haar mede te delen op welke wijze jij het contact met mij hebt ervaren. Je mag haar ook laten weten dat ik mij ervan bewust ben dat ik haar grenzen heb overschreden, maar dat ik in de toenmalige situatie geen enkele andere mogelijkheid zag om een schriftelijke feedback te krijgen op grond waarvan ik een gesignaleerd roddelcircuit uit het "gele" gebied zou kunnen bestrijden. Ik heb haar in een van mijn brieven "lieve vriendin" genoemd. Hier heeft zij heftig op gereageerd, maar dat is wat voor mij erg veel zou betekenen: haar tot mijn vrienden te kunnen rekenen. En dat geldt zelfs voor Bart. Ik betreur het dat hij geïrriteerd op mij reageerde op de Baak, kort nadat ik Liesbeth thuis die bos met vijftig rozen heb laten bezorgen. Ik heb ze met opzet thuis laten bezorgen om ook Bart er deelgenoot van te maken wat het voor mij betekent als je als (adjunct)-directeur een deel van je eigen personeel moet ontslaan. In de brief kun je ook laten doorschemeren dat ik mij ervan bewust ben dat met mijn keuzeproces een hoger belang was gediend: de positie van Cees van Lede. Ook lijkt het mij van belang dat zij weet dat ik weer een gevecht achter de rug heb, een zeer zwaar gevecht, waarin zware machtsbelangen een rol hebben gespeeld. Machtsbelangen die deel uitmaken van mijn belevingswereld, maar ook van die van háár. Mijn moeder zei me enige tijd geleden: "Zij (Liesbeth) moest eens weten wat voor een vriend zij aan jou heeft. Je bent haar nog meer trouw dan de meeste echtgenoten aan hun vrouw." Als je die boodschap weet te verwoorden en haar kunt uitnodigen mij een persoonlijke brief te sturen met een verhaal waarin ze aangeeft wat ik voor haar beteken of betekend heb, dan zijn we samen weer een stap verder. Jouw verhaal over je Canadese ervaringen en de ontwikkelingen van Marijke en Remko heb ik met belangstelling gelezen. Je kunt trots zijn op je kinderen. Geniet er maar eens van. Verder veel sterkte. Concentreer je op je "krenten" en Plus Ultra! Ik ben benieuwd naar je conceptbrief aan Liesbeth. Hartelijke groet.

5 MEI 1994 FUNDAMENTEEL VERSCHIL IN HANDELWIJZE