Nijmegen, 29 mei 1994 Beste Tjitse, Bedankt voor je telefoontje van vijdagavond met de mededeling dat je maandag een gesprek hebt met Nijenhuis en Mr. Wijnberg. Op dezelfde avond heb ik nog even zitten kijken naar een programma van Jaap Jongbloed over criminele zaken in Nederland. Mijn aandacht werd het sterkst getrokken door het interview met Patty Brard "Hey, Hello, you are the sweetest lover'.

1. De zaak Brard

Zij vertelde over haar sweetest lover, de naam ben ik even kwijt, Peute of zo, maar het was haar vierde, thans laatste (ex-)echtgenoot. Zij hadden samen een B.V. opgericht 'Hallo B.V.' waarbinnen het tijdschrift 'Hallo' werd uitgegeven. Patty voerde de directie en de redactie van het blad, haar zakelijke belangen werden behartigd door haar ex (X). X had zelf nog een aantal andere b.v.'s en Brard had hem een tekeningsbevoegdheid gegeven om de rekening van Hallo B.V. te debiteren. Volgens de verklaring van Brard verdwenen er steeds grotere bedragen uit de vennootschap en uiteindelijk is de B.V. gefailleerd en is Brard teruggebracht tot het niveau van bijstandsmoeder terwijl haar ex weer druk bezig is een nieuw tijdschrift op de markt te brengen. Tot het laatste stukje speelgoed van haar dochtertje is onder de hamer van de veilingmeester gekomen.

2. Parallellen met NIOW-zaak

Ik zie opmerkelijke parallellen met de NIOW-zaak. Van geen kwaad bewust ontving ik in januari 1988 de vordering van advocaat Van Goethem en een week later de dagvaarding van de deurwaarder die in mijn huis de inboedel kwam opnemen. Als de heren hun zin hadden gekregen hadden ze ook al mijn eigendommen onder me uit kunnen verkopen op grond van het schijnbeeld dat zij aan de officier van justitie hadden voorgeschoteld. De door de UNIE BLHP aan mij toegewezen advocaat Mr. Berculo heeft dit deel van mijn toenmalige problematiek op een uitstekende wijze behartigd. Mij was mismanagement ten laste gelegd vanwege het feit dat vanaf 1985 de jaarstukken van de vennootschap niet gereed waren gekomen. Procuratiehoudster Boogaard, die over alle boekhoudkundige know how beschikte, is met het produceren van die stukken gestopt nadat ik haar tekeningsbevoegdheid had ingetrokken. Ik had toen nl. geconstateerd dat er af en toe bedragen van de rekening van NIOW-Talen B.V. werden overgeschreven naar Holland Publishers B.V., IBO B.V., NIOW-B.M.O.-B.V. en rekeningen courant van Boogaard en De Vries. Nadat ik Marianne Boogaards tekeningsbevoegdheid had ingetrokken heeft Ger Boogaard mijn administratief medewerkster, die ook tekeningsbevoegdheid had, verschillende malen buiten mijn medeweten opdracht gegeven bedragen op de rekening van NIOW-B.M.O. B.V. over te maken. Ik heb in het kader van de voormalige procesvoering nog een verklaring hieromtrent van de desbetreffende medewerkster gekregen. Nadat ik in juli 1987 mijn bevoegdheden aan Boogaard en de Vries heb overgedragen is in de periode daarna, op te maken uit de dagvaarding, de schuldenlast van NIOW-Talen B.V., ofwel Taleninstituut Maarn B.V., aanzienlijk toegenomen. De lege B.V. werd door de heren gebruikt om al hun problemen op te lossen en de verantwoordelijkheid daarvoor bij mij neer te leggen.

3. De zaak N.I.E.T.S. B.V.

Ook deze situatie heb ik ooit met L. besproken. Zij heeft mij geadviseerd de zaak in een case uit te werken. Dit is "De Zaak N.I.E.T.S. B.V." geworden. In een van de WickerWork-bestuursvergaderingen, begin 1992, heb ik aangeboden deze case in het kader van het studie-onderwerp "strategisch management" in te brengen. Het valt mij nu op dat de desbetreffende notulen uit mijn dossier zijn verdwenen. Ik had ze opgeborgen in mijn ordner met opschrift "WickerWork". Ik snap niet hoe en wanneer ze die stukken hebben kunnen laten verdwijnen. Misschien is er al eerder iemand bij me in huis geweest, getuige de sporen van braakschade die ik aan mijn huisdeur had aangetroffen. Het lijkt onwaarschijnlijk, maar ik vind het toch vreemd. Ik sta in deze tijd, waarin de Nederlandse georganiseerde zware criminaliteit volgens internationale hoge politiefunctionarissen tot de best georganiseerde misdaadorganisaties van Europa worden gerekend, nergens meer van te kijken. Zie bijgaand artikel over Lundberg en Ojelind in "CRIterium":

"Nederland is hét opslag- en distributieland voor drugs in Europa... Wat je in Zweden niet vindt, zijn kartels of maffia. De Zweedse criminele organisaties zijn niet zo professioneel en hoog georganiseerd als de Nederlandse."

Ik had in die tijd ook het WickerWork-bestuur stevig onder druk staan met het gevolg dat de bestuursleden uiteindelijk niet voor mijn 'case' hebben gekozen, maar op 14 november 1992 het thema "Stress, herken je dat?" aan de orde hebben gesteld. Ik ben immers gewend situaties die niet naar mijn zin verlopen, onder druk te zetten. Nadien ontving ik een uitnodiging voor een WickerWork-nieuwjaarsborrel op 16 januari 1993 in het Havengebouw van Amsterdam, de plaats waar Henk Lulofs mij drie jaar eerder had aangesproken met de woorden "je schijnt erg goed te zijn" en nadien een intensief tafelgesprek met mij heeft gevoerd. Er waren op die zestiende januari opvallend veel "oude bekenden" aanwezig, waaronder Marianne Hoogendoorn en Reinoudt van Wijck. Er waren slechts weinig onbekenden, hetgeen ik opmerkelijk vindt, omdat er voor een dergelijke bijeenkomst meer dan 1000 potentiële belangstellenden zouden kunnen zijn uitgenodigd. Ik vraag mij af hoeveel uitnodigingen er verzonden zijn. Naar aanleiding van het gebeurde heb ik in mijn dagboek o.a. de volgende impressies opgetekend:

"17 januari 1993 Mijn bezoek aan de bovenetage van het Havengebouw heeft verschrikkelijk veel losgemaakt en vandaar dat ik me nu zo doodmoe voel. Toen ik voor het gebouw stond heb ik nog gedacht: val niet terug in de nostalgie en dat probeer ik dus te voorkomen, maar ik schrijf het daarom even van me af en kijk wat ik er weer mee kan doen. De ontmoeting met de WickerWork-mensen herinnerde mij eraan dat ik thuis nog een case strategisch management had liggen onder de naam "De zaak NIETS....". Vorig jaar had ik hen aangeboden die case in een workshop te gebruiken. "De zaak NIETS......" begint in 1986 en inmiddels zijn er wat vervolgepisodes op geschreven. In de eerste plaats heb ik het verhaal voor mezelf geschreven om mijzelf hiermee te sterken. Ik heb hieronder een klein vervolg geschreven dat op de actualiteit is afgestemd en is ingegeven door de gebeurtenissen van zaterdag. Eén van de sterke punten van L. is het creëren van situaties die leiden tot een gewenst doel, vanuit een strategische visie: de juiste mensen op de juiste plaats op het juiste moment. Er ontstaat informatie-overdracht die weer nieuwe processen op gang brengen. L. is er sterk in dat soort processen feilloos aan te sturen als netwerkmanager. Dit soort procesbesturing boeit mij toch wel bovenmatig. Was het toeval dat WickerWork dit jaar voor het eerst een nieuwjaarsborrel organiseert en nog wel in het Havengebouw? Was het toeval dat bijna de helft van de aanwezigen afkomstig was uit mijn AtM-cursusgroep?

Een van mijn andragologische collega's heeft ooit eens geschreven "Menselijke relaties ontwikkelen zich in het gezelschap van anderen. Gedragspatronen worden herhaald". Dit herleidend tot een basisprincipe van een andragologe, zou ik de voorlopige conclusie kunnen trekken dat binnen de relatie WickerWork-Nieuw Elan deze bijeenkomst een doel diende waar ik bij betrokken was. Binnen dit gehele relatienetwerk is L. de spin in het web. Er is geen vrouw wier gedachtenpatronen ik zo goed ken als die van haar en zij kent mijn denkpatronen als geen ander na twee jaar intensief brainstormen en gezamenlijke verslagen produceren. De eerste situatie in het Havengebouw heb ik nu weer beter doorleefd. Het overzicht over de haven is nu wat ruimer geworden en de periode tussen het eerste en het tweede bezoek is weer helderder: hoofdpunten uit een stuk eigen ontwikkelingsgang zijn weer even gaan oplichten.

De zaak NIETS....

NIETS BV staat voor het Nederlands Instituut voor Eigendomsbevordering, Talenonderwijs en Selfmanagement. De zaak NIETS is een continuing story die zich afspeelt in de Nederlandse markt van het particulier onderwijs. Het is een verhaal met autobiografische elementen. In de markt van NIETS BV opereren o.a. ook de NSOB, de Nederlandse Stichting voor Onderwijs en Beroep, het MOCN, het Management Opleidings Centrum Nederland, Nieuwe Start en het Instituut Interland. Het verhaal kent vele episoden. Hoofdfiguur is een relatief jonge manager die in het verhaal onder verschillende namen ten tonele wordt gevoerd. De verschillende namen komen overeen met verschillende periodes in de ontwikkeling van deze manager. De man treedt op onder de namen Hendrik Leerling, Johannes Petrus Concience, Victor de Ridder en John Reijseger. In deze allerlaatste episode is John Reijseger teruggekeerd van een paar lange omzwervingen en keert hij terug op de plaats waar zijn rol als Victor de Ridder eens was begonnen. Hij trof daar een relatief zeer groot aantal oud-bekenden. De Ridder kon zich niet aan de indruk onttrekken dat de aanwezigen een speciale betekenis voor hem moesten hebben. Toevallig was meer dan vijftig procent van de aanwezigen afkomstig uit de tijd dat De Ridder een knuppel in het hoenderhok van Nieuwe Start had geworpen. Een van de hoofdgetuigen daarbij was Marianne Zwanenhals. Automatisch vertelde ieder in vogelvlucht zijn of haar levensverhaal vanaf het laatste moment dat zij elkaar gezien hadden. Ervaringen uit het verleden werden opgehaald. De episode Theodoor Meesters kwam weer in beeld. Marianne Zwanenhals is getuige geweest van de manipulaties van Theodoor Meesters, oprichter van Nieuwe Start. Meesters heeft tegenwoordig een eigen adviesbureau en heeft o.a. contact met JR Vlekkenwater, directeur-grootaandeelhouder van NIETS BV. Marianne zat aanvankelijk in de stagegroep Nieuwe Start Internationaal. Toen er over het continueren van die stagegroep Nieuwe Start Internationaal moest worden besloten had Concience een brief van tien kantjes naar Nieuwe Start gestuurd met zijn ervaringen tijdens de eerste maanden bij die organisatie. Zijn eigen dagboek, dat hij op advies van Meesters had geschreven, vormde de basis van die brief. Daarna is de reorganisatie begonnen. Theodoor verdween, Bertus kwam en daarna Angela.

De bijeenkomst van het personeel van Nieuwe Start een drietal jaren eerder op de bovenetage van het havengebouw van Westerhaven was een keerpunt in de ontwikkeling van de organisatie. Eerste adjunct-directeur Joost Heetman was afwezig en bleek ook te moeten opstappen. Bertus Gardenier was jarig en liet zelf weten dat de directeur op die dag zijn verjaardag vierde. Ook Hans Topov was er, als oude vriend van Bertus en de nieuwe algemeen directeur van het MOCN. Hans toonde veel belangstelling voor De Ridder en heeft de hele avond aan zijn zijde gedineerd en hem van een verkeerde voorstelling van zaken afgeholpen. Zij hadden een zeer geanimeerd onderhoud en nadien is hij bij de herstelwerkzaamheden van Nieuwe Start betrokken geraakt. Hij ging met Angela verder samenwerken en die samenwerking verliep perfect. Daarna ontstond zijn periode van chaos en verwarring. Krampachtig heeft Victor nadien geprobeerd privé en zakelijk van elkaar te scheiden. Hij dacht dat dat mogelijk was, maar uiteindelijk liepen alle processen toch via zijn hoofd (en zijn geest en ziel) en moest hij een kunstmatige systeemscheiding aanbrengen. Aan de samenwerking kwam na een tweede reorganisatie een eind. De plaats op het strand waar Victor toen zijn emoties de vrije loop heeft laten gaan heeft hij later nog eens met een heel goede vriendin van hem bezocht."

Het was opvallend hoeveel belangstelling er was voor mijn persoonlijke situatie. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat L. en Gertjan Luyendijk deze bijeenkomst hebben georganiseerd t.b.v. hun eigen 'intelligence', hetgeen ik niet veroordeel. Ik heb op die dag behoorlijk wat persoonlijke informatie verstrekt en het is de laatste keer dat ik wat van WickerWork heb gehoord. Als WickerWork-lid heb ik nadien geen acceptgirokaart voor het nieuwe jaar meer ontvangen, zelfs geen enkele berichtgeving.

4. De zaak Breuker/samenhang

Exact twee weken later kwam jouw brief van 31-1-93 met als aanhef:

"Beste John, Hoe gaat het met jou? Ik ben daar erg benieuwd naar. Ik heb ook een aantal malen gebeld doch er werd steeds niet opgenomen."

Dat kan volgens mij geen toeval zijn. Gertjan en L. spelen hierin een rol volgens mijn intuïtie. Wil je eens nagaan met wie jij in die periode (november '92-januari '93) contact hebt gehad en waarover je hebt gesproken? Ik denk dat het van uitermate groot belang is om een samenhang aan te tonen tussen jouw en mijn zaak. Dit is met name van belang nu je mijn ontslagdocumenten van Gijs van Amstel via Nijenhuis aan Mr. Wijnberg hebt doen toekomen. Hierdoor zijn onze zaken nu al gekoppeld. Het belangrijkste gegeven uit de uitzending omtrent de zaak "Patty Brard" is dat haar zaak thans wordt behartigd door:.... Mr. Moszkowicz, een broer of zoon van Max Moszkowicz, afgaande op zijn uiterlijk. Patty Brard is nu bijstandsmoeder en verkeert dus in een soortgelijke financiële positie als jij. Desalniettemin heeft Moszkowicz de zaak naar zich toegetrokken en ziet hij er brood in. Dat zou ook voor jou het geval kunnen zijn. Ik sluit niet uit dat er verbanden bestaan tussen de zaak Brard en onze zaak, getuige hetgeen ik je heb geschreven op blz. 244.:

"Nadat ik de heer Krijtenburg had gesproken in Den Haag (het toenmalige huis van Patty Brard aan de Javastraat) en ik L. telefonisch vertelde dat DBM goede contacten onderhield met de Baak en hij gesprekken had gevoerd met Lulofs, reageerde zij opgewonden met de kreet "John, hij liegt!!!"."

Ook dit moet jou sociologisch gezien een beeld geven aan welke kant L. staat en welke positie zij momenteel ten opzichte van jou kan innemen. Ik trof nog een visitekaartje van Krijtenburg aan. Je ontvangt hiervan een kopie. Tijdens een T.V.-uitzending over de inbeslagname van Patty Brards bezittingen had ik het pand aan de Javastraat 2C in Den Haag herkend. In ieder geval kwam het naambord "DBM Nederland" in beeld.

5. Sociale Dienst

Ook ontvang je de tekst over het disfunctioneren van de Sociale Dienst in Nijmegen (De Gelderlander, 26 mei 1994). Het bevestigt de mening van mijn oudste zus dat deze dienst wordt gekenmerkt door 'domheid'. Het grootste probleem is volgens het artikel de 'werkcultuur' van de dienst. Ik neem aan dat dat in Groningen niet veel anders is. Misschien heb jij nu wel zoveel ervaringen met die dienst op papier staan dat je daar ook een case van kunt maken en eventueel als nieuwe directeur of anderszins daar een keer de bezem door kunt halen. Ik neem aan dat je voorlopig al behoorlijk wat inzicht hebt opgedaan.

6. Jouw reactie op brief 57

Ik ga ook nog even in op jouw reactie op mijn brief 57. De notulen van de projectleidersvergaderingen zijn vanaf 3 september 1990 afgesloten met "John/Liesbeth". Vóór die tijd was ik (m.u.v. afwezigheid) voor de inhoud van de notulen verantwoordelijk. Deze notulen werden echter steeds op de volgende projectleidersvergadering aan de deelnemers ter goedkeuring voorgelegd zoals dat ook met de notulen van 19 maart 1990 is gebeurd op 9 april daaropvolgend. José verzocht toen de hele tekst "José meldt dat P. Snel....... een actieve groep" uit de notulen te verwijderen. Ik heb die situatie toen in de groep ter discussie gesteld, omdat ik het daar niet mee eens was. Ik heb José toen gezegd "Hoe kan ik nou een tekst verwijderen die echt is gezegd? Ik vind dat niet kloppen!". Ik heb L. ter plekke, als voorzitter van de vergadering, verzocht hoe ik dat moest oplossen. Zij heeft toen geadviseerd de voorgaande notulen te laten wat ze waren en in de notulen van 9 april José's verzoek te honoreren door de zin op te nemen "Een van de deelnemers.......uit de opleiding terug te trekken". Ik hoop dat ik hiermee ook een illustratie heb gegeven van wat ik met L.s integriteit bedoel. Zij vond dat José zelf voor die situatie verantwoordelijk was en heeft mij geadviseerd de situatie waarheidsgetrouw vast te leggen. Ik realiseer mij dat het van mij geen goed advies zou zijn geweest om Van Wijck te lozen (hetgeen niet is gebeurd). Op de eerste plaats was het proces al de verkeerde kant uitgegaan en op de tweede plaats ben ik het met je eens dat academici meer dan schoolkinderen hun eigen verhaal hebben. De grootste fout die José en Jacobine naar mijn mening hebben gemaakt is door niet pal achter hun cursuscoach te gaan staan die door het instituut was aangesteld. Dáár gaat het om. Leuftinck was aangetrokken om de cursisten te helpen zich vanuit een academisch denkpatroon om te laten scholen naar een bedrijfsmatig, resultaatgericht denkpatroon. José en Jacobine hebben zich laten 'overrulen' door het academisch denken van de cursisten, waarmee ze de doelstelling van de opleiding ernstig hebben ondergraven. Hoe gek het ook mag klinken. Op dit moment is mijn hunkering naar L. niet aanwezig. Dit komt waarschijnlijk omdat ik de problematiek thans analytisch benader en mijn gevoel in feite uitschakel. Wellicht komt dat gevoel weer terug als jouw en mijn problematiek zijn opgelost. In de therapie is duidelijk naar voren gekomen dat mijn analytisch/rationele hersendominantie onafhankelijk actief kan zijn van mijn emotionele/intuïtieve dominantie. Zo zit ik in elkaar. Verder ben ik het met de inhoud van je brief eens, maar wil nog wel even schriftelijk bevestigen dat het belangrijk is om juridisch goed na te trekken of het niet strafbaar is dat ik de informatie m.b.t. de handelwijze van José Ravenstein aan jou heb doorgegeven. Het betreft immers informatie uit intern opgetekende stukken. Ik speel graag op safe. Ik vind het ook belangrijk dat je mij schriftelijk op de hoogte stelt van wat je met mijn informatie doet. Dat versterkt onze gezamenlijke positie.

7. Mijn ontslag bij de Baak

Ik vind het interessant dat je de ontslagovereenkomst van Mr. Gijs van Amstel aan Mr. Wijnberg ter beoordeling voorlegt. Het kan een nieuw licht werpen op mijn situatie. Ik ben hier toen mee accoord gegaan omdat ik er grote waarde aan hechtte een goede relatie met de Baak te handhaven. Zij hebben mij echter wel behoorlijk alleen laten zitten, daar heb je in feite wel gelijk in. Ik heb de indruk dat de liefde nu nog maar van één kant komt, letterlijk en figuurlijk. Zoals je bekend is heb ik in die tijd, op E.'s advies een second opinion gevraagd bij een andere advocaat. Deze werkte voor het FNV en dacht bij de Baak een bedrag van fl. 130.000,- te kunnen claimen. Ik had echter geen behoefte aan opnieuw een conflict en hechtte meer waarde aan de bij de Baak verworven goodwill. Op mijn brief aan Lulofs van 11 april jl. heb ik echter nog geen reactie ontvangen. Nadat L. mij had geadviseerd een goede advocaat in de arm te nemen, heb ik wederom de UNIE BLHP ingeschakeld. Haar reactie daarop: "Het is jouw keus". Ik denk nu dat het niet goed is geweest de UNIE BLHP in deze situatie te betrekken. Ik kan mij goed voorstellen dat de UNIE zich niet in een wespennest wilde steken. Ik heb achteraf pas vastgesteld dat Henk Neumans positie daarbij in het geding zou zijn. Mijn UNIE-vertegenwoordiger Ruud Kemper is zeer snel met Van Amstel tot overeenstemming gekomen en de sfeer was vriendschappelijk tussen beide heren. Dat kon ook niet anders, want ik heb met Gijs van Amstel ook altijd een goed contact gehad. Desalniettemin zet ik vraagtekens achter het feit dat ik als medewerker van de Baak ben ontslagen ten gevolge van de problematiek bij Nieuw Elan. Nieuw Elan was immers geen juridische rechtspersoon. Van Amstel heeft dat probleem opgelost door mijn werkgever aan te duiden met "de rechtspersoonlijkheid bezittende stichting STICHTING DE BAAK, h.o.d.n. Nieuw Elan". Ik had inzicht in de financiële situatie van de activiteit Nieuw Elan en ik ben ontslagen op grond van het wegvallen van mijn functie binnen die activiteit. Persoonlijk denk ik dat ik binnen de totale Baak-organisatie nog wel een andere functie had kunnen vervullen. Het verhaal van Van Amstel vond ik echter wel plausibel, maar ik ben nog wel benieuwd naar het commentaar van Wijnberg.

8. CRI

Afgelopen woensdag heb ik mijn eerste werkdag gehad bij de CRI. Ik heb voor het eerst weer even een rustig gevoel gekregen in een nieuwe omgeving waarin ik word omgeven door veiligheidsagenten. Het is een hele ervaring te kunnen werken in het hart van de harde criminaliteitsbestrijding. Het wordt voor mij een cultuuromslag: een nieuwe vorm van denken en ik merk nu reeds dat ik vorig jaar een zeer zware verantwoordelijkheid op mij heb geladen. Bijgaand tref je kopieën aan van enkele pagina's uit het CRI-orgaan 'CRIterium, dat bijna in zijn geheel aan het vertrek van Jan Wilzing is gewijd. Ik beschouw Jan als een goede vriend, die een zeer inspirerende rol voor mij heeft gespeeld en ik hoop dat hij in staat is vanuit zijn functie in Zwolle een sterke bijdrage aan de bestrijding van de harde criminaliteit te kunnen blijven leveren. Met leedwezen heb ik kennis genomen van het ontslag van demissionair minister Mr. Ernst Hirsch Ballin. Jan Wilzing heeft niet laten weten dat zijn terugtrekking bij de CRI te maken had met de te voorspellen uitkomst van de IRT-affaire. Nochtans komt bij mij het beeld op van de situatie m.b.t. de handel in aandelen met voorkennis door oud-Datex-directeur Willem Smit, alias 'King William'. De jou bekende vriendin van mijn ex-vrouw heeft verhalen rondgebazuind over de handel en wandel van Willem Smit op de vrijdagmiddagen in Amsterdam. De betreffende vriendin heeft verklaard dat Willem Smit regelmatig op vrijdagmiddag in de lounge van het Hilton-hotel ontmoetingen had met medewerkers van de Amsterdamse beurs. In die tijd had ik contact met mijn toenmalige overbuurman Joop Kolk. Joop was, naast Harrie Kippersluis en Willem Smit, mededirecteur van DATEX. Ik heb Joop Kolk persoonlijk in het College van Advies van de SBO opgenomen. Direct na de verklaringen van de vriendin van mijn ex heeft Joop Kolk ontslag genomen als directeur van DATEX. Een maand later werd Willem Smit beschuldigd van handel in aandelen met voorkennis. Elke situatie is natuurlijk verschillend, maar bij het vertrek van Jan Wilzing is wel het beeld van Joop Kolk bij mij opgekomen. Ik heb jou nu wel erg veel verteld en geschreven, maar we moeten ons in onze communicatie naar buiten nu onthouden van een vorm van riooljournalistiek. Dat kan gigantisch tegen je werken. Wellicht kun je uit de door mij aan jou gezonden informatie concluderen dat jij en ik een verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling van Nederland en de Europese Gemeenschap, zij het low profile (op dit moment). Ik realiseer me nu dat het goed is dat ik in een psychiatrische kliniek zit, dan kunnen onze tegenstanders betogen dat er bij mij een steekje los zit. Met die cover heb ik geen probleem. Solsjenytzin is na een lange strijd en een lang verblijf in een psychiatrische kliniek in Gorki, van waaruit hij het communisme heeft bestreden, uitgevochten in een democratisch Wladiwostok teruggekeerd. Soms moet je een beetje gek zijn om de wereld te verbeteren.

Terug naar de realiteit. Jan Wilzing is op tijd vertrokken bij de CRI. De ministers Van Thijn en Hirsch Ballin hebben deze week het veld moeten ruimen. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de hele zaak het gevolg is van jouw en mijn acties. In het Algemeen Dagblad van zaterdag 28 mei lees ik op pagina 3: "Onwelriekende geur uit IRT-beerput blijft hangen". Jij hebt uiteraard ook met anderen gecommuniceerd over jouw probleem en ik ben ervan overtuigd dat je dit vertrouwelijk hebt gedaan, maar mijn oud-VBMO-voorzitter Dr. Jac. Koolschijn (oud-directeur ISW) heeft ooit eens gezegd "Zodra er 'vertrouwelijk' boven een brief staat, ligt de inhoud daarvan op straat". Jij hebt de term 'beerput' gecreëerd en ik denk dat dat een eigen leven is gaan leiden. Ook ik heb die term van je overgenomen en ik vermoed een verband met het AD-artikel van zaterdag onder de titel "Onwelriekende geur uit IRT-beerput blijft hangen". Het artikel zegt onder meer: "Tijdens het kamerdebat op 7 april is het vooral minister Hirsch Ballin die stappen aankondigt tegen de verantwoordelijken. Na afloop van het debat dwarsboomt minister Van Thijn al meteen sancties door korpschef Nordholt in bescherming te nemen. Een dag later spreekt mr C.J.G. Bleichrodt in deze krant verdenkingen uit tegen het (laten) lekken van gedetailleerde informatie, waardoor een belangrijke informant van de politie in levensgevaar is gebracht." Ik benadruk nogmaals hoe belangrijk het is in deze situatie uitermate voorzichtig en discreet te opereren. Elke actie van jou kan nu repercussies hebben voor mij. En ik wil nog wel een tijdje langer mee. Op dezelfde pagina staat een artikel met de grote kop "Politiebond: Nog niet genoeg." De aanhef luidt: "De Nederlandse Politiebond (NPB) vindt dat de positie van de Amsterdamse korpschef Nordholt en commissaris Van Riessen opnieuw ter discussie moet worden gesteld. Ook de positie van de andere hoofdrolspelers in de IRT-zaak dient nogmaals te worden beoordeeld". Het artikel geeft ook commentaar van voorzitter Kruizinga van de Algemeen Christelijke Politiebond (ACP). Kruizinga stelt: "De houding van Van Thijn is slecht geweest voor het aanzien van de politieman. Hij bestond het om enkele hoofdrolspelers te bevorderen, juist toen zij onder vuur lagen in de IRT-affaire. Dat was zogenaamd een computerfout, terwijl zo'n bevordering nota bene bij Koninklijk Besluit gebeurt. Politiemensen werden door het IRT-geblunder op verjaardagsvisites de risée van de avond." Kruizinga duidt - conform de context van het artikel - op Erik Nordholt. Jan Wilzing is door Hare Majesteit bevorderd tot korpschef van de regio IJsselmond. Ik denk, Jan Wilzing kennende en getuige de uitspraken van zijn collega's in "CRIterium", dat Jan een goede keus heeft gemaakt. Hij is een op en top politieman die zich zeer principieel en gedegen opstelt in de bestrijding van de harde criminaliteit. Het zou het land geen goed doen als ook Jan in de hetzevorming zou worden meegenomen. De vijand ligt overal op de loer en we moeten zuinig zijn met mensen die zich principieel en operationeel teweer stellen tegen de opdringende fascistische en criminele krachten die onze maatschappij dreigen om zeep te helpen. Het is geen sensatiezucht waarom ik je dit schrijf. Ik doe dit om jou ervan te doordringen welke invloed jij en ik op de historische ontwikkelingen van dit land hebben gehad en in de toekomst wellicht ook zullen krijgen. Dit betekent ook voor ons beiden een gigantische verantwoordelijkheid. We moeten ons daar goed bewust van zijn. Operatie Spider heeft naar mijn idee, als direct gevolg van Halbertsma/Schaake's loopbaanadvies, de koppen gekost van de ministers Hirsch Ballin en Van Thijn. Een strategische meesterzet van de Baak!!! Het gaat nu om het vaststellen van het vervolg. Wees op je hoede met je informatie! Ik denk dat Moszkowicz hierin wel is geïnteresseerd, maar neem geen voorbarige stappen! Tot vrijdag of zaterdag. Ik wacht je telefoontje af. Bijgesloten: "Sociale Dienst aan de leiband", de Gelderlander 26-5-94, met kopie visitekaartje R.K.J. Krijtenburg. CRIterium: Jan Wilzing, tussen Zoetermeer en Zwolle: "Veranderen moet, anders kom je in de hoek van de onbekwamen terecht". Een dozijn collega's over het vertrek van Jan Wilzing. Hilde Wilzing over haar man Jan. Stefan Lundberg en Lars Ojelind, Nordic-liaisons "Met een operationele afdeling kan de CRI meer zaken oppakken".

4 JUNI 1994 LAATSTE WILSBESCHIKKING