Nijmegen, 12 juli 1995 Beste Tjitse, Ik heb je laatste kaart - voordat je wellicht het debat ingaat - geaccepteerd. Ik licht hier nog even de volgende punten uit: 1. Ik hanteer - volgens jou - overeenkomstig gedrag meesteres L. Halbertsma. 2. Het lijkt jou verstandig een kopie van jouw brieven aan Wilzing en Van Munster op te vragen. 3. De zaak gaat naar de Tweede Kamer en de Media. 4. Je wilt mij in bescherming nemen, doch de zaak niet laten rusten. 5. Uit mijn brieven heb je relevante citaten geselecteerd. 6. De meeste van mijn brieven zijn meervoudig gekopiëerd en veilig in gesloten enveloppes over verschillende adressen verspreid. 7. Van Capelle is welkom. 8. Jij vindt dat ik jou misbruikt en verraden heb. 9. Je vraagt of 'ziekte' deels een excuus is om de communicatie te stoppen. Ik geef je in het kort mijn allerlaatste reacties: 1. Dit beschouw ik als een compliment en het is natuurlijk niet vreemd. Wij hebben immers in een cruciale periode van de Baak-organisatie intensief met elkaar samengewerkt. Ik ben overigens van mening dat L. Halbertsma in deze problematiek volstrekt correct heeft gehandeld. 2. Dat doe ik niet. 3. Ik zie die ontwikkelingen met belangstelling tegemoet. Dit blijft uiteraard je eigen verantwoordelijkheid. 4. Dit heeft mijn instemming. 5. Hier ben ik het niet mee eens. Op deze wijze kun je manipuleren. Je hebt uitsluitend van mij toestemming om de volledige correspondentie aan de heer Van Capelle over te dragen, zodat hij zich een volledig beeld kan vormen van de situatie. Ik heb overigens uit een van je telefoontjes begrepen dat dat reeds gebeurd was. 6. Dat doet me deugd. 7. Dat ook. 8. Ik sta voor honderd procent achter datgene wat ik heb geschreven. Ook heb ik L. schriftelijk op de hoogte gebracht van het probleem waar ik m.b.t. jouw situatie tegenaan ben gelopen. Als ik voordien van dit probleem op de hoogte was geweest, zou ik het contact met jou helemaal niet zijn aangegaan. Ik vind het niet prettig dat ik nu in herhalingen moet vallen. 9. Nee. Tenslotte: Uiteraard blijven mijn gedane toezeggingen van kracht. Ik ben bereid te getuigen dat hetgeen ik jou heb geschreven op de volledige waarheid berust. Maar dan houd het voor mij wel op, op één ding na: Het ziet er naar uit dat deze zaak uiteindelijk bij de Hoge Raad terechtkomt. Zodra er een uitspraak van de Hoge Raad m.b.t. deze aangelegenheid komt en wij nadien tot publikatie zouden kunnen overgaan van onze correspondentie, dan ben ik van mening dat we de benefits fifty-fifty moeten delen. Echter uitsluitend na een uitspraak van de Hoge Raad. Hartelijke groet. P.S. Nog even een persoonlijke opmerking. Mijn vader is op dit moment op de afdeling cardiologie in het ziekenhuis opgenomen. Hoewel het leed van het verlies van jouw moeder niet is te verzachten, hoop ik dat het je een troost is dat jouw opmerking over dat persoonlijke probleem ertoe heeft geleid mijn vader niet met dit soort problemen te confronteren in de hoop dat hij er nog een flink aantal jaren tegen kan. Zeker op het moment dat ik hem deelgenoot heb gemaakt van zijn wellicht adellijke afkomst. Mijn vader is een edelman.