Drs T. Breuker GRONINGEN. Datum: 30 juni 1998. Betreft: ARANJUEZ Kenmerk: JH/TBG980630. Beste Tjitse, Ik hoop dat rond deze tijd jouw juridische problematiek uit het verleden tot een einde is gekomen en je je vanaf nu kunt gaan richten op een positieve activiteit. Ik ben geabonneerd op het blad 'Vorsten', waarmee ik vorig jaar ook naar de Royal Palaces of the United Kingdom op reis ben geweest. In het kader van het reisprogramma 'In het spoor van Cervantes' staat er in het julinummer van nu een goed artikel over het PALACIO DE ARANJUEZ in dit prachtige - en zeer betrouwbare - magazine. Regeren is vooruitzien is het thema dat ik met de steun van mijn collega's in NOORDWIJK in de laatste jaren heb uitgedragen. Ik zie jou in de toekomst een reis organiseren naar dat Spaanse Koninklijke Paleis dat ik in mei 1992 nog heb bezocht en waarvan ik over schitterende dia's en video-opnames beschik. Daarom doe ik je nu vast een voorproefje toekomen van dit nieuwe reisprogramma dat je binnenkort - wellicht - in onze gezamenlijk te produceren gids kunt opnemen.

"DE TUINEN EN INTERIEURS VAN ARANJUEZ. Zoals Nederland zijn Paleis Het Loo kent, de voormalige zomerresidentie van de Oranjevorsten, zo kent Spanje zijn Palacio Real de Aranjuez, een eeuwenoude zomerlusthof, een tempel van cultuur en tuinenpracht die als een oase schittert in de samenvloeiing van de Taag en de Jarama. De monarchen ontliepen er de Madrileense hitte. Op een kleine 50 kilometer ten zuiden van Madrid bevindt zich temidden van een vruchtbaar landschap van moestuinen, fruitbomen, iepen- en eikenbossen een enorm koninklijk parkgebied met een van de fraaiste vorstelijke erfgoederen van het Iberisch schiereiland: het paleis van ARANJUEZ. Dit museumpaleis laat het Hofleven zien tijdens de verschillende regeringen uit het Huis Bourbon, van Filips V (1700-1746) tot Alfonso XIII (1886-1931), de vorige koning en grootvader van JUAN CARLOS. Er zijn echter ook nog sporen van Karel V en Filips II. De vergelijking dringt zich op met het nationaal museum Paleis Het Loo, eveneens een voormalige zomerresidentie en jachtslot. Ook ARANJUEZ bezit zeer opmerkelijke tuinen en parken, zoals de Tuin van de Prins en de Jardín de la Isla, aangelegd als eiland tussen de Taag en het Ria-kanaal. In deze tuin situeerde Schiller zijn koningsdrama Don Carlos over de excentrieke oudste zoon van Filips II, die tegen zijn tirannieke vader in verzet kwam en naar de Nederlanden wilde vluchten om er stadhouder te worden. Woedend was Don Carlos omdat zijn vader zijn aartsvijand Alva stuurde. Evenals elders in Europa spiegelden de Spaanse dynastieën zich aan het Versailles van de Zonnekoning en zoals overal droegen de verschillende vorsten er het hunne toe bij om ARANJUEZ uit te breiden of te verfraaien en er hun kunstcollecties in onder te brengen. Van de meer dan driehonderd kamers is er zo'n twintigtal te bezichtigen. De interieurs vormen een overweldigende rijkdom aan tapijten, schilderijen, meubelen, porselein, borduurwerk, Chinese prenten en sculptuur.

Blikvangers zijn de Troonzaal, het Arabisch kabinet, ook wel de rookkamer genoemd, de Porseleinkamer en de Muziekkamer van de Koningin waar de vleugel staat die keizerin Eugenie de Montijo van olijfhout liet maken bij Collard in Londen als cadeau voor Isabella II. Duizenden stukjes mozaïek zijn verwerkt voor de Sala Arabe (Arabisch kabinet), een kopie van de Zaal van de Twee Zusters uit het Alhambra van Granada. Het Paleis van ARANJUEZ heeft ook een afdeling waar reprodukties van koninklijke hofkleding van Filips II tot Carlos IV te zien zijn. De kleding van adellijke en militaire orden en de collectie hoofddeksels van koning Alfonso XIII zijn wel authentiek. Een hoogst opmerkelijk bouwwerk bevindt zich achter in de Tuin van de Prins. Het als een koninklijke gril gebouwde 'Ploegershuis' is geenszins een daglonershuisje, maar een neo-classicistische villa met pompeuze beelden in het hekwerk en de façade. Het interieur met zijn Griekse beeldengalerij kent plafondschilderingen van López, Maella en Velázquez. Deze 'Casita del Labrador', is een bedenksel van de wispelturige koning Carlos IV. Hij noemde het 'Ploegershuis' naar het land waarop het verrees, het landbouwgebied van de ploegers. De eerste bouw van het Paleis van ARANJUEZ begon in 1387 toen de Grootmeester van de Militaire Orde van Santiago bij de samenvloeiing van de Taag en de Jarama deze residentie liet bouwen. De behuizing kwam in 1522 in koninklijk bezit. Onder Karel V werd een dam aangelegd om water in de tuinen en de fonteinen op peil te houden. Hij zorgde ervoor dat het jachthuis en zijn omgeving meer werd ingericht voor het aangenaam verpozen. Zijn zoon Filips II verbleef ook veelvuldig in ARANJUEZ. Als kind van vier kuurde hij er langdurig om van de waterpokken te herstellen. In 1560 gaf hij aan Juan Bautista de Toledo opdracht op dezelfde plaats een nieuw paleis te bouwen, maar de gebouwen van de Habsburgers gingen later in vlammen op. Pas na de troonsbestijging van Filips V, de kleinzoon van de Franse Zonnekoning, en eerste Bourbon op Spaanse troon, werd in 1715 een al bestaand bouwplan van architect Herrera ter hand genomen. ARANJUEZ vond zijn voltooiing onder de koning-bouwheer bij uitstek, Carlos III. Hij liet in 1775 hofarchitect Francisco Sabatini een noord- en een zuidvleugel aan het corps de logis bouwen. Zo ontstond een U-vormige entree, vergelijkbaar met die bij Het Loo en Versailles. Het Lusthof van ARANJUEZ doet sinds de verbanning van koning Alfonso XIII niet meer dienst als vorstelijke zomerresidentie. Koning JUAN CARLOS verkiest de bescheiden villa Marivent op het koelere Mallorca en de zeiltochten met zijn familie. Waterrecreatie was altijd geliefd in het Spaanse Koningshuis. In een bocht van de rivier bij het Paleis van ARANJUEZ is de Casa de Marinos te bezichtigen met de gondel van Filips V, staatsiesloepen van Carlos IV en Isabella II en de mahoniehouten kano met veel koperbeslag van Alfonso XII. Filips II en Carlos IV en Isabella II en de mahoniehouten kano met veel koperbeslag van Alfonso XII. Filips II en Carlos II voeren graag met hun gondels op het nabije Meer van Hontigola en Filips V hield vuurwerken op de Taag. Vermaard waren de varende concerttochtjes die Ferdinand VI en Barbara van Bragança op de rivier ondernamen terwijl bekende musici als de Italiaanse castraat-sopraan Farinelli hun welluidende aria's over het water lieten rollen". Dit is wellicht een aardig begin van een nieuw boek. Ik beschik ook nog over mijn reisbeschrijving van eind april tot en met 15 juni 1992 aan dit gebied. Mijn voornaamste aandacht gaat vanaf nu uit naar de geschiedenis van de familie Spencer en uiteraard de opbouw van het bedrijf. Daarbij hoop ik ook 'Madame Tussauds' te kunnen overnemen, zodra de participaties zijn geregeld. Ik hoop binnenkort wederom een bezoek aan Althorp House te brengen. Bij voorkeur eind augustus/begin september. Vanavond houd ik mij bij voorkeur met voetbal bezig. De wedstrijd Engeland-Argentinië bekijk ik bij een groepje Engelse vrienden hier in Utrecht. Uiteraard in mijn sweatshirt van Earls Court Gym in Kensington, Londen. Hartelijke groet, John.

28 JULI 1998 BAAKBERICHT