12 september 1999 Betreft: Het Zwarte Schaap Kenmerk: JH/TBG990912 Beste Tjitse, Nijmegen, zondag 12 september 1999 Hartelijk dank voor je geboden gastvrijheid de afgelopen drie dagen. Na het verontrustende telefoontje dat je mij tussentijds hebt doen toekomen ga ik nog even in op de ideeën die je inzake mijn op te bouwen organisatie hebt gelanceerd. Ik citeer jouw brief van vanmorgen:

"John, .. Jij hebt thans een zeer uitgebreide basis gelegd voor Instituto Cervantes en Euro Cervantes Foundation. Jij bent bekend bij talrijke personen die invloedrijke posities hebben binnen maatschappelijke ontwikkelingen, processen die in het - verre - verleden plaatsvonden, thans plaatsvinden en zich in de toekomst zullen ontvouwen. Materie van het verleden, het heden en de toekomst lopen door elkaar heen. Alles heeft met alles te maken in variërende mate, al naar gelang de omstandigheden, de players, de netwerken, informele en formele circuits, feiten, percepties, aannames etc. Mensen voelen zich dikwijls onzeker en de personen die deel uit gaan maken van jouw netwerk vormen daar geen uitzondering op. Naast een algemeen gevoel van onzekerheid/leegheid dat kenmerkend is voor de meesten, zijn er alledaagse beslommeringen en onzekerheden die vooral ontstaan door contacten met anderen en die veelal eisende reacties oproepen. Niet alleen jij, maar ook de rest zitten voortdurend in een web van processen van reacties/acties en vice versa. De aard van die reacties/acties kun je soms enige mate beïnvloeden, dikwijls lijkt de handelwijze en uitkomst onvoorspelbaar. Het maken van keuzen bij belangrijkere zaken is moeilijk omdat je niet weet wat anderen weten en hoe ze zullen reageren op initiatieven van anderen. Zij zijn de spin van hun eigen web, waar anderen maar weinig zicht op hebben, daardoor ook weinig sturing aan kunnen geven. Het is in de regel beter gedrag van anderen te benaderen vanuit inlevingsvermogen - door de bril van anderen de wereld bekijken - dan vanuit egocentrisch handelen bepaalde resultaten trachten te bereiken. Het gebrek aan uitgebreide - betrouwbare - kennis voorkomt vaak een gewenste uitkomst van zelf opgeroepen krachten/ontwikkelingen. Iedereen is in variërende mate afhankelijk van anderen en iedereen is meestal uit op het dienen van eigenbelangen, in the final analysis. Je weet niet hoe - sommige - personen in jouw netwerk zich tot elkaar verhouden en wat ze precies zeggen en doen (dikwijls een grote discrepantie) inzake thema John/Cervantes.

Jouw moeilijkheidsgraad is zeer hoog, veel hoger dan gedurende de periode van het 'opruimen' van criminelen/criminele activiteiten. Jij hebt je begeven in internationale netwerken waartoe machtige personen behoren die, onder meer, over geen gebrek aan geld en kennis beschikken. Zeer uiteenlopende vormen van kennis kunnen ze vrij gemakkelijk kopen, mocht daartoe behoefte zijn. Waarschijnlijk weten sommige personen veel meer over jou dan andersom. Qua complexiteit was de zaak NIETS, mede vanwege een veel kleiner aantal players die zich ook nog binnen 's landsgrenzen bevonden, 'niets' vergeleken met jouw huidige undertaking. Liesbeth laat bv. niets van zich horen en haar initiatieven/reacties zijn niet tastbaar. Soms krijg je een concreet antwoord op verzoeken, zoals met d'Hondt toen hij jouw verzoek voor een geldinjectie afwees. Meestal ontvang je een briefje waarin niet - echt - op jouw verzoek/idee wordt ingegaan, maar waarin 'thank you' staat, mr. so and so appreciates your concern/idea, uw brief is doorgegeven en meer van dat soort niceties en vrijblijvendheden.

Staande in jouw schoenen, zou ik mij de eerstvolgende 2-4 weken intensief bezighouden met een in-depth analyse over de stand van zaken, daarin richten op concrete 'beloningen', Voorbeelden:
- Wat doet Liesbeth - als spin - precies voor mij, wat heeft ze gedaan en hoe heeft ze bepaalde dingen uitgevoerd.
- Jan Wilzing vragen of er beloning valt te verwachten van inspanningen in het verleden - kennis beschikbaar stellen inzake - vermeende/echte - criminelen/criminele activiteiten.
- Persoonlijk contact leggen met Mohammad El F. voor een gesprek, waarbij je hem natuurlijk wel iets in het vooruitzicht stelt dat hij in zijn bezit wil hebben: kennis, ideeën, etc.
- Of en wat voor weerstanden er bestaan in landen die wel de 'Cervantescultuur' appreciëren maar voor de presentatie daarvan liever een eigen nationale figuur naar voren schuiven; maw een eigen briljante persoonlijkheid ingebed zien in de gebieden waarmee jij je bezighoudt. Je kunt dit de factor Concurrentie noemen. Hoewel de Spaanse overheid ook een concurrent is van jou vanwege eigen instituut Cervantes, is van alle landen Spanje je juist daarom wellicht het meest welgezind: jij promoot immers een nationale figuur in het buitenland. Moet je niet op die potentiële steun anticiperen?. Dus, contact zoeken/intensiveren met Spaanse instanties/personen voor steun?
- Onderzoeken of je subsidies kunt krijgen van Den Haag, Brussel, Madrid. Richt je daarbij niet op het nationale 'gedachtengoed' van Cervantes, maar op de universele waarden en normen van zijn strijd. Dat spreekt mensen aan omdat het herkenbaar is.
- Ik neem aan dat je dat al aan het doen bent middels Euro Cervantes Foundation. Zo niet, maak een lijst van elementen die de kern vormen van Cervantes' gedachtengoed en universele betekenis. Je zou, bv., een lezing (cyclus) kunnen organiseren met betalende bezoekers (laag bedrag) met als thema Cervantes als bruggenbouwer van de Europese Unie. "

Met jouw aanhef dat ik een zeer uitgebreide basis heb gelegd voor een succesvolle start van mijn bedrijf ben ik het volledig eens. Uiteraard is ieder mens in the final analysis uit op het dienen van eigenbelangen. Daar is niets mis mee. Het hoort gewoon bij het leven. Je hebt volstrekt gelijk door te stellen dat er tal van mensen en groeperingen zijn die meer van mij afweten dan ik van hen. Dat ligt voor de hand. Zo had ik in 1979 al 750 cursisten Frans en Spaans en samen met het Institute of English Studies nog eens 2250 cursisten Engels. Dat waren er toen al meer dan 3000. Daarnaast had ik mijn free-lance-docenten. Ten tijde van mijn NIOW-talenperiode opgelopen tot een aantal van ongeveer 2.500. In zijn totaliteit denk ik zo'n kleine 15.000 cursisten - of misschien wel meer - in de periode 1981-1987. Nieuw Elan heeft cumulatief vanaf haar start tot de duizendste certificaatsuitreiking in 1990 meer dan 1000 cursisten afgeleverd. Ik mag aannemen dat ik bij mijn machtsovername in 1989 ook niet aan de aandacht van die groep mensen ben ontgaan. Na mijn voor Radio Nederland Wereldomroep in 1989 afgegeven interview in het Spaans - dat in geheel Midden- en Zuid-Amerika, alsmede het zuiden van de Verenigde Staten en Spanje is uitgezonden - en het depot van mijn handelsmerk Instituto Cervantes in de Benelux, is mijn naamsbekendheid - in principe - gevestigd onder 400 miljoen Spaansprekenden 'all over the world'.

De oprichting van het Instituto Cervantes Engeland en Wales heeft daar nog een potentiële doelgroep van grofweg 500 miljoen Engelssprekenden aan toegevoegd, mede ten gevolge van de inspanningen van de Prinses van Wales binnen dit beleidskader. Ik acht het in dit verband dan ook buitengewoon zwaarwichting dat Liesbeths b.v. zich nog enigszins afzijdig houdt van de ontwikkelingen. Ik geef thans de richting aan en ben slechts geïnteresseerd in 'gereed produkt'. Het fabricageproces betreft een verantwoordelijkheid van andere deskundigen terzake. Aangaande mijn initiatieven m.b.t. het 'opruimen' van criminelen past dit binnen het kader van mijn voornemen optimale voorwaarden te creëren waar mijn gezaaide initiatieven ongehinderd tot ontwikkeling kunnen komen. Met negatievelingen kan ik geen zaken doen. Uitsluitend collega's met een positieve instelling en een gezond toekomstbeeld zijn welkom in mijn organisatie. Vaak betekent een klein berichtje met 'thank you', zoals uitgesproken door mijn beoogde president tijdens de uitvaartdienst van mijn overleden partner op 6 september 1997 in Westminster Abbey meer voor mij dan welke hoeveelheid miljoenen dan ook. Die komen tóch wel binnenstromen zodra de organisatie haar definitieve vorm heeft gekregen waarbinnen voor negativisme geen plaats meer zal zijn. In dit licht kijk ik naar jouw opmerking "Staande in jouw schoenen, etc.." Op de eerste plaats heb ik jou - vanuit mijn functie als Vice President van de holding geen toestemming verleend om in mijn schoenen te gaan staan. Die toestemming kan ik jou in de nabije toekomst wel geven, maar dan verwacht ik ook dat je daar daadwerkelijk eigen verantwoordelijkheid voor neemt. Tot op heden heb ik nog niet veel meer gezien en gehoord dan kritiek op anderen, maar de wijze waarop je een echte bijdrage aan de vooruitgang van deze samenleving wenst te bieden is mij nog niet zozeer duidelijk.

Vanuit die visie kijk ik ook aan tegen de relatie tusen jou en mijn collega Halbertsma in het verleden en het heden. In de tijd dat zij met mij verantwoordelijk was voor het beleid van Nieuw Elan had zij de rechten en de plicht vanuit het bedrijf te handelen naar eigen inzichten. Zij was verantwoordelijk voor haar bedrijf en daarbij zijn de beoordelingscriteria van derden - dus mensen buiten onze organisatie - niet relevant voor het aanname- en uitwijzingsbeleid van het bedrijf. Ten aanzien van jouw probleem aangaande de verwijdering uit die cursus zul je mij dus niet aan jouw kant vinden. Wij hebben hier vanouds een onderwijssteem waarin de leiding van scholen altijd het laatste woord heeft als het gaat om hun leerlingen, cursisten of studenten. Vanaf de basisschool tot in het volwassenonderwijs is elk instituut in principe autonoom. Dat gold toendertijd in het bijzonder voor het particulier buitenschools onderwijs, dat kan worden vergeleken met de status van de public schools in Engeland. Als jij - staande in mijn schoenen - wilt weten wat Liesbeth voor mij heeft gedaan, kun je uiteraard daartoe belet bij haar aanvragen. De taken van Wilzing zijn en waren - hoewel hij graag 'de baas' was - een uitvoerende taak. Hij werkt(e) in opdracht van de Nederlandse - paarse - regering en werd aangestuurd door de in de Vereniging van Nederlandse Gemeenten verenigde burgemeesters van dit land. Mijn declaratie ligt dus bij de Minister-President en ik verwacht dus ook van hem dat hij terzake tot actie overgaat. De heer Kok is immers volledig geïnformeerd. Een dergelijk standpunt geldt eveneens ten aanzien van de heer Mohamed Al Fayed. Ik heb uit jouw haastige bespiegeling opgemaakt dat je mijn analyse van het boek van Christopher Anderson niet volledig hebt bestudeerd. Het gevaar van interferentie en eigen interpretatie van de feiten is daarbij levensgroot aanwezig. Dat is niet in jouw belang. Een dergelijke fout zal door 'the Magistrate' van Londen ook onbarmhartig worden afgestraft. Daar ben ik van overtuigd. Eerst als zijn onschuld wordt aangetoond aangaande de kamikaze-actie van zijn zoon die de dood van de Prinses van Wales tot gevolg had is hij welkom in mijn bedrijf als mede-aandeelhouder van de holding. Voordien wacht ik echter het oordeel van de rechter af. Van 'concurrentie' met het Spaanse Instituto Cervantes is geen sprake. De Spanjaarden zijn in juridische zin slechts schatplichtig aan mijn bedrijf, maar hun activiteiten zijn aanvullend. De reactie van de Spaanse Minister-President op mijn voornemen om gezamenlijk een Cervantes Management Centre op te zetten, vind ik een positieve ontwikkeling.

Mijn reactie op de laatste twee opmerkingen heb ik al opgenomen in bijgevoegde brief aan mijn beoogde Algemeen Directeur. Ik verwacht van jou dat je je vanaf heden positief ten opzichte van mijn plannen opstelt en ik niet evenzeer als bij de heer Al Fayed moet stellen: "Ik begrijp niet waarom de heer Breuker nog niet de eer aan zichzelf heeft gehouden en inmiddels de Europese Unie heeft verlaten". Dit naar aanleiding van jouw laatste opmerking: "Ik ga ze vermoorden". Dat is beslist niet in goede aarde gevallen. Ik ben dus benieuwd of je hieraan nog een positieve wending kunt geven. Noblesse oblige! Hartelijke groet. CC EH

16 DECEMBER 1999 BRIEVEN AAN BREUKER