DRS P. OTTENHOFF HOUTEN. Datum: 5 april 1996. Betreft: NIEUWE ORDE. Kenmerk: ICB/PO960405. Beste Peter, Aansluitend aan mijn brief van 26 maart jl. meld ik je dat ik de concepttekst van de brief aan de Franse president per fax aan de Minister-President heb doen toekomen. Ik zal deze brief - na jouw vertaling te hebben ontvangen - slechts verzenden met toestemming van de Minister-President. Voorts meld ik je dat het rijksrecherche-rapport omtrent de Haarlemse CID op mijn verzoek in opdracht van de Minister van Justitie tot stand is gekomen. Aanleiding hiertoe is de liquidatie van de heer J. van der Heijden te Alkmaar op 10 april 1993. Verantwoordelijk voor het onderzoek naar de doodsoorzaak van de heer Van der Heijden is de heer Langendoen, voormalig hoofd van de Haarlemse CID. Je zult inmiddels via de media hebben begrepen dat de voorzitter van de Parlementaire Enquêtecommissie Opsporingsmethoden inmiddels vervolging tegen de heer Langendoen heeft ingesteld in verband met diens dubieuze positie terzake. Gezien het domino-effect dat hiervan ongetwijfeld het vervolg zal worden sluit ik niet uit dat onze persoonlijke overeenkomst van 24 maart 1987 hierbij aan de orde zal worden gesteld. Deze overeenkomst heeft een dusdanig karakter dat het tot tal van persoonlijke interpretaties aanleiding kan geven. Ik geef hiermede derhalve mijn persoonlijke standpunt dienaangaande.

1. De overeenkomst kan niet los gezien worden van de notulen van de SBO-vergadering van 26 april 1986 te Utrecht en de hierin vermelde opmerking "De heer Van der Heijden wil het NIOW geheel los zien van de SBO en wil voorkomen dat de activiteiten van beide organisaties concurrerend worden".
2. De organisatie NIOW vormde toendertijd ten gevolge van haar merkwaardige juridische constructie een ernstig maatschappelijk probleem waarvoor wij beiden geen verantwoordelijkheid meer wensten te dragen.
3. Ten tijde van het opmaken van de overeenkomst was het
Van der Heijden - ten gevolge van zijn toenmalige 'burn out' - niet geheel helder wat in artikel 7 werd verstaan onder "NIOW-talen-activiteiten die concurrerend kunnen zijn voor de SBO".
4. De overeenkomst heeft in mijn visie nog steeds kracht van recht. Gezien het gestelde onder punt 15 dat de overeenkomst 'voorlopig' is aangegaan voor de duur van 1 jaar en 'eventueel' zal worden verlengd en bijgesteld op 24 maart 1988 is de overeenkomst stilzwijgend van kracht gebleven.

Derhalve acht ik het in het kader van de gezamenlijke loyaliteit wenselijk in de nabije toekomst met elkaar in overleg te treden teneinde tot samenwerkingsafspraken te komen tussen SBO en Instituto Cervantes Benelux. Rest mij jullie prettige paasdagen te wensen. Hartelijke groet, J.L. van der Heyden. Instituto Cervantes Benelux/Stichting Cervantes Benelux. P.S. Bijgaand ontvang je mijn foto die in oktober 1995 is genomen te Málaga.

Ik was hier te gast bij oude vrienden, waaronder Bob Burger, jou wellicht nog bekend van Expolangues 1986. Bijlage: Persoonlijke overeenkomst P. Ottenhoff en J.L. van der Heijden d.d. 24 maart 1987.

7 MEI 1996 RELATIE NEDERLAND-FRANKRIJK TER ATTENTIE VAN MIJN VOORMALIGE STUDIELEIDER FRANS