Zaterdag 11 april
2009
Het is 15:07 en ik wacht in Arnhem op de trein naar Duisburg.
Hij vertrekt om 15.37. Ik heb voor alle zekerheid een trein eerder
genomen dan gepland. Om 14.00 ben ik vanuit Nijmegen-Dukenburg
vertrokken uit het woonhuis van mijn moeder zaliger. Ik ben benieuwd
of de makelaar mij toestaat om langer van haar appartement gebruik
te maken als inwoner van het Koninkrijk
Spanje. Ik ben hier begonnen met het boek Stille Finale van Henk
Vaessen over de jood uit Elburg en naast mij zit een jongeman
van de Deutsche Bundesbahn. Een nette man. En ik vraag mij af
of we die Nachbarn nog steeds moeten lastigvallen met die verhalen
over de oorlog. Hoe gruwelijk ze ook zijn. Morgen is het pasen
en dan zit ik aan de andere kant van de wereld. In Argentinië.
Het verleden kunnen wij niet veranderen, maar de toekomst kunnen
we wel maken. Daarom zit ik hier nu op de trein te wachten die
mij naar Duisburg brengt om vervolgens met de Regional Express
naar Dusseldorf Flughafen te vervoeren. Daar tref ik Leontine
en reizen we samen eerst naar Madrid.
Daar voegt Claudine van
Lier zich waarschijnlijk ook bij het gezelschap. In Buenos
Aires wordt Luis
Chirinos waarschijnlijk mijn kamergenoot in het Carlton
Hotel. Het is alweer een tijd geleden dat ik in Scheveningen
in het hotel met dezelfde naam heb gegeten. Het was toen moederdag.
Ik heb moeder nadien nog een chocolade roos bezorgd bij de receptie
van de Baak. Ik ben benieuwd hoever Harry nu is gevorderd met
onze Cervanteskring.
In ieder geval kwam vandaag Adine
Tjeenk Willink weer in beeld. Dat is een goed voorteken. Vooral
in verband met dat glas water dat zij mij op 24
november 1998 heeft aangeboden.