Vertrouwensrelatie
Uitgangspunt is dat de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen het vertrouwen van de aandeelhoudersvergadering zullen moeten hebben. Aanbevolen wordt daarmede ook bij het benoemingsbeleid rekening te houden. Zonder dat vertrouwen kunnen de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur op termijn niet goed functioneren.
Indien de vennootschappen deze en hiermede samenhangende aanbevelingen van de Directie opvolgen en toepassen zal het in de structuurwetgeving vastgelegde coöptatiesysteem van commissarissen naar bevrediging kunnen blijven functioneren. Wetswijzging wordt dus niet noodzakelijk geacht, nog afgezien van de verwachting dat dit gedurende langere tijd de discussie over Corporate Governance zou verlammen.

INVLOED VAN DE KAPITAALVERSCHAFFERS: INLEIDING