Nijmegen, 23 november 1994 Beste Tjitse, Hartelijk dank voor je korte telefoontje van gisteravond. Jouw vraag over onverwerkte trauma's heeft mij wel aan het denken gezet en ik zal je hiermee direct deelgenoot maken van wat die vraag bij mij heeft opgeroepen. Uiteraard ook gekoppeld aan hetgeen ik je in mijn vorige brieven heb geschreven waarin bekende namen uit mijn middelbare schooltijd in beeld zijn gekomen is bij mij de periode van het Nijmeegs Lyceum (1960-1965) en kort daarna opgeroepen. Het Nijmeegs Lyceum was in die tijd een eliteschool. Er werden zware toelatingseisen gesteld, zoals een toelatingsexamen. Wat in deze tijd ondenkbaar zou zijn. Het Nijmeegs Lyceum trachtte het hier gevestigde Canisius College (met leerlingen als Ruud Lubbers, Hans van Mierlo en Willibrord Frequin) qua stijl en reputatie naar de kroon te steken. Ik trok in die tijd nogal veel op met een jongen uit een gereformeerd/hervormd gezin. Ik was stapelverliefd op zijn zusje, die ik dat nooit heb durven te vertellen. Ik vond mezelf eigenlijk een oneigenlijke vriend omdat ik vaak naar hem toe ging om dan in de buurt van zijn zus te kunnen vertoeven, die ook bij mij in de klas had gezeten. Het was een serieus en sober gezin. Vader was een chemicus. Zijn voorouders waren hugenoten. Ik had erg veel respect voor die vader. Hij was zeer begaan met het lot van de kinderen en ook met mij. Ik werd daar in die tijd kind in huis. 's-Zondags ging ik regelmatig met ze naar de kerk en in ieder geval ging ik traditiegetrouw elke zondag om 12.00 uur bij hen koffiedrinken. Het was een modelgezin. Ik werd daar als een eigen kind in het gezin opgenomen. De mensen leefden sober, maar er heerste een duidelijke harmonie in het gezin. Dat veranderde toen vader op 56-jarige leeftijd plotseling overleed. Hij was een tweede vader voor mij en na dat overlijden ging ik bijna dagelijks naar dat gezin en voor dochter Carla kreeg ik zo'n beetje de vervangende vaderrol die ik met een groot gevoel van liefde heb vervuld. In die tijd kreeg Jan ook vrienden die in Amsterdam politicologie gingen studeren. Die groep is rond 1966 naar Amsterdam vertrokken en werd gehuisvest in een sleepbootje in de Amsterdamse haven, direct naast het studentenschip de "Caledonia". De handel in verdovende middelen was toen al op gang gekomen en een keer heb ik op dat sleepbootje gelogeerd. Op die avond vond er in de hut een merkwaardige bijeenkomst plaats. Een aantal studenten van de Caledonia had zich verzameld in de kring, waarin ik inmiddels ook had plaatsgenomen. Er kwam ook nog een duister figuur binnen die ons uitnodigde een 'joint' te roken. Iedereen deed daar braaf aan mee, maar ik heb daar toen keihard "nee" tegen gezegd en werd nadien voor 'slappeling' uitgemaakt. Ik heb die kreet toen in de groep ter discussie gesteld. Wat er nadien met Jan en dat hele mooie gezin is gebeurd is ten hemel schrijend. Hij raakte verslaafd en heeft lange tijd geen kans meer gezien om zich uit dat milieu terug te trekken. Ik zie hem tegenwoordig nog wel eens hier in Nijmegen fietsen. Hij heeft, ondanks het moeilijke verleden, een lieve, verstandige vrouw en vier prachtige kinderen. Ik vraag me wel eens af hoe hij die kan onderhouden. Ik hoop dat hij gelukkig is. In ieder geval heeft zijn moeder na het overlijden van 'Theo' erg veel verdriet gehad en vanaf dat moment heb ik alles en iedereen vervloekt die maar met drugs te maken had. Dit beeld is regelmatig teruggekomen, o.a. tijdens het Nieuw Elan-diner in januari 1990 op de bovenste etage van het Havengebouw in Amsterdam, dat uitkeek op de plek waar de Caledonia en dat kleine sleepbootje hadden gelegen en de WickerWork-bijeenkomst op diezelfde plek drie jaar later. En ik zal nog geen echte rust hebben voordat het laatste korreltje weed, XTC, hasj, cocaïne en heroïne op het strand van NOORDWIJK in brand is gestoken en alle boeven achter de tralies zitten of zijn teruggekeerd naar de plaats van herkomst. Volgens het journaal van gisteren (interview met Dordrechtse wijkbewoners) is politie en justitie daar al voor een groot deel in geslaagd. Er is geen spoor van drugshandel meer. Mijn voornaamste taak is nu te zorgen voor een gezonde toekomst voor mijn kinderen. Ik heb E. inmiddels in kennis gesteld van 'mijn laatste hakdag' zoals ook verwoord aan jou in brief 87. Ik heb haar ook het volgende geschreven: "Ik heb onlangs inzage in mijn medisch dossier gehad. Wat ik daar gelezen heb heeft mij bij wijlen de haren ten berge doen rijzen. Zo heb ik bijvoorbeeld gelezen dat onze scheiding een initiatief van mij was. Je weet dat ik alleen de boedel wilde delen om het advies van Psychotechniek van juni 1991 te kunnen opvolgen. De beslissing tot onze relatiebreuk heb jíj genomen op 24-2-92. Ik had gekozen voor een Cervantesplan, hoe dat er ook maar uit zou mogen zien, maar in ieder geval een plan dat dicht bij mij stond en nog staat. Ik heb in het dossier ook een commentaar van L. Halbertsma gelezen i.v.m. mijn "ontslag om zwaarwichtige redenen". Die zwaarwichtige redenen zijn mij nu ook bekend geworden. L. was volgens het dossier via eigen informatiebronnen op de hoogte gekomen van mijn problemen met jou en mijn contacten met Boogaard en De Vries. Volgens haar woorden in het dossier "zat ik veel op eigen kamertje en had ik weinig binding met de realiteit". Ik vraag me af welke realiteit ze bedoeld heeft. Ze heeft me niet voor niets als haar belangrijkste stafmedewerker aangetrokken. Ik denk dat het heel moeilijk voor je moet zijn om iets 'in mijn stijl' te schrijven. De laatste stijl die jij je van mij nog kunt herinneren is waarschijnlijk de stijl van mijn 'spirituele' periode. Die spiritualiteit had ertoe geleid dat ik in staat was Boogaard en De Vries nog een keer te ontmoeten. Dit is blijkbaar geheel verkeerd opgevat door de toenmalige Nieuw Elan-directie. Ik neem aan dat L. toendertijd meer afwist van de handel en wandel van die twee heren dan ik. In het medisch dossier klinkt ook door dat het ontslag mede het gevolg was van het feit dat ik verliefd op L. zou zijn. Zij was daar "niet van gediend". Vóór mijn ontslag heb ik met haar echter nooit over verliefdheid gesproken. Wél in een later stadium, nadat ik door Matthijssen c.s. daartoe was gebrainwashed. Natúúrlijk betekende L. veel voor me. Zeker na alle ellende die ik met Boogaard, Van Goethem, Maris en De Jong heb meegemaakt. Ik was op haar gesteld vanwege haar integriteit en deskundigheid en ook omdat ze goed naar me luisterde en mij respecteerde zoals ik was en af en toe ook complimenten gaf ("Perfect, Klasse"). Het is mij niet duidelijk of zij een verborgen agenda hanteerde, als je begrijpt wat ik daarmee bedoel. Maar ze deden het in ieder geval allemaal bij Nieuw Elan, althans de pupillen van Maris. Alles had te maken met strategische beleidsvorming. Zo had ik mij in januari 1991 ook een strategie eigen gemaakt die ik alleen ten uitvoer kon brengen. Ik betreur het nog dat jij nadien regelmatig pogingen tot interventie deed en mijn beslissing tot een noodzakelijke scheiding van werk- en privé-situatie niet hebt kunnen respecteren, hetgeen geleid heeft tot de fatale gebeurtenis op 4/3. Van de andere kant realiseer ik me ook dat jij je geen beeld kon vormen van hetgeen mij bezighield. Dat geeft frustraties. Op dit moment ben je op Curaçao. Ik schrijf je deze brief toch vandaag, al lees je hem volgende week. Want elke dag is weer nieuw en ik kan je tot mijn genoegen mededelen dat ik nog steeds op de in 1991 voorgenomen koers zit. Niet op de laatste plaats ook dank zij de ondersteuning van mijn Lions-vrienden. Eergisteren meldde het ANP: "Politie doet grote cocaïnevangst De politie heeft dit weekeinde een partij van vijfhonderd kilo cocaïne onderschept. De drugs lagen opgeslagen in een loods bij Breda. Drie mensen, onder wie een Surinaamse drugsbaron, zijn gearresteerd... De drugsvangst werd gedaan door het zogenaamde COPA-team van de regiopolitie Haaglanden. Dit team, dat is genoemd naar de afkortingen van Colombia en Paramaribo, houdt zich onder meer bezig met de drugshandel vanuit Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. De partij cocaïne werd vorige week in Engeland ontdekt in een scheepslading die vanuit Curaçao op weg was naar Nederland." Van deze mededeling heb ik al vanaf 1991 gedroomd. Tijdens mijn werk bij de Baak ben ik geconfronteerd met zeer zwaarwichtige, uitermate vertrouwelijke, informatie. Ik hoop dat je nu begrijpt waarom ik jou niets kon vertellen. Uit mijn mond heb je hierover nooit iets vernomen. Ook Peter niet en ook Henk niet. Maar ik wist inmiddels wel te veel. Van dat probleem heb ik een nieuwe kans gemaakt. Die aangeboden levensles heb ik inderdaad opgepakt. In de therapie hebben we een z.g. videotherapie, waarin rollenspellen worden uitgevoerd. De meest indringende rol vertolk ik nu. Het is een oud-kolonel onder de naam Karel van Vught tot Oosterhout, "Carlos" voor zijn goede vrienden. Zijn zoon is advocaat en woont in Breda. Die zoon heeft - samen met zijn vader - ooit een gezin naar de filistijnen geholpen via misbruik van voorkennis van de Nederlandse wetgeving. Ik hoop oprecht dat je niet verstrikt bent geraakt in het bijna onzichtbare web van de drugscriminaliteit. Hun langste tijd hebben ze gehad. Het Cali-kartel overweegt zich al over te geven. Ik voel mij eindelijk bevrijd." Gisteren had ik E. aan de telefoon. Ik heb de indruk dat we weer behoorlijk met elkaar 'on speaking terms' zijn en zij nu een wat beter beeld van de situatie heeft. Ze vertelde me enthousiast haar verhalen over haar reis naar Curaçao. Ik had haar vooraf nog een briefje gestuurd met het advies zich verre te houden van de cocaïnehandel van Colombia via Curaçao. Dit "in het belang van jou, mij, de kinderen en de gehele Europese samenleving". Ik heb de indruk dat ze dat advies ter harte heeft genomen. Ook Henk Neuman heb ik nu een tipje van de sluier opgelicht en Peter wist al lang waar ik mee bezig was. Ik kreeg van hem nog een leuke kaart voor mijn verjaardag. Er kwam wel de kreet "uitslover" op voor, maar dat neem ik maar met een korreltje zout. L. Halbertsma had ik onlangs voorgedragen als vrouwelijke manager van het jaar. Ik kreeg vanmorgen een bericht van de keuzecommissie dat zij het niet geworden is. Dus geen champagne van Veuve Cliquot. Ik droom er wel van dat jij, L., E., Henk Neuman, Henk Lulofs, Peter, de Lionsclub, ik en mijn kinderen ooit eens op het strand van NOORDWIJK om het vuur zullen zitten waar de laatste restjes Nederlandse drugs in rook zullen opgaan. Een dergelijk ceremonieel hebben we al eerder willen uitvoeren met de lucifers van Tjeb Maris. Daar zal nog wel het een en ander aan vooraf moeten gaan. De Telegraaf van vandaag meldt zelfs dat drugdealers hun wapen fiscaal mogen aftrekken, alsmede de kosten voor het betalen van steekpenningen. In het artikel "Xtc-orgie sloopt hotel" kun je lezen hoe het korps Haarlemmermeer ook nu weer wordt beziggehouden. Het zal goed zijn als de Nederlandse samenleving eindelijk eens massaal in beweging komt tegen dit soort maatschappelijke wantoestanden. Ik respecteer jouw beslissing om mij geen stukken toe te zenden die je vertrouwelijk met mij wil doornemen in een gesprek. Ik houd je voorstel in beraad, met het oog op het hierboven geschetste hogere doel. Blijf echter op jezelf vertrouwen en doe wat jou verantwoord lijkt. Tenslotte deel ik je mede dat mij ter ore is gekomen dat L. tijdens haar opleiding organisatiekunde stage heeft gelopen bij de Amsterdamse politie........ Hartelijke groet. Net je telefoontje ontvangen m.b.t. Hilversums TV-station.

26 NOVEMBER 1994 EEN RITUELE WANDELING