Nijmegen, 24 mei 1995 Beste Tjitse, Jouw brief van 23 mei heb ik deze keer wel geopend in tegenstelling tot de brief die ik gisteren van je in de bus kreeg en retour heb gezonden. Ik heb mij daar daarna nog eens over bezonnen en me gerealiseerd dat ik me wel met jouw lot begaan voel. Wij hebben erg veel gedeeld samen, maar jouw telefoontje op mijn antwoordapparaat vond ik zeer verontrustend. Dit heeft niets te maken met 'spoken zien' maar met een gegroeid inzicht m.b.t. de denk- en handelingswereld van de georganiseerde criminaliteit. Ik refereer daarbij aan boeken als 'Operatie Delta' van Middelburg en Van Es, 'De danser' over Jaap Stotijn en tenslotte 'La Bella Bettina'. Ik maak mij in dit verband zorgen over jouw grote belangstelling voor criminaliteit en drugs. Om eerlijk te zijn heb ik niet veel belangstelling meer voor dat soort activiteiten. Je weet inmiddels wel hoe ik in elkaar zit. Elke dag is voor mij een nieuwe dag en ook een nieuw begin. M.b.t. onze onderlinge correspondentie in de jaren '93-'94 kan ik alleen nog wat als ik de stellige overtuiging heb dat jij niet van mijn lijn bent afgeweken en jij mijn advies om in bedreigende of corruptieve situaties politie en justitie in te schakelen hebt overgenomen. Ik ben dus uitsluitend geïnteresseerd in gespreksverslagen van jou met functionarissen van politie en justitie. Als reactie op de punten uit jouw brief van gisteren moet ik je zeggen dat ik die situatie niet meer als mijn probleem beschouw, althans niet de erin vermelde personen. Wat ik wel heb geleerd bij de Baak is een probleem uit de persoonlijke sfeer te halen, zonodig een analyse erop loslaten, oplossingsmogelijkheden inventariseren en een koers vaststellen. Ik hoop voor jou dat je gauw op een leuke manier aan het werk kunt op een gezonde manier in een gezonde omgeving.

7 JULI 1995 OVERDRACHT CORRESPONDENTIE AAN HOOFDOFFICIER VAN CAPELLE VAN JUSTITIE ACCOORD