19 februari 1997. Betreft: NIEUWE KANS Kenmerk: JH/SBO970219. Geachte heer OTTENHOFF, Ik bevestig de goede ontvangst van uw aangetekende brief van gisteren.

De hierin verstrekte informatie vind ik buitengewoon interessant. Het staat mij echter wel tegen dat u mij hierin tutoyeert. Mocht u nog problemen hebben aangaande het verleden - ik denk daarbij met name aan een garantstelling van mij van Hfl. 300.000,- in het kader van een conflictsituatie, waarin u ooit een zware verantwoordelijkheid heeft gedragen - deel ik u hierbij mede dat u dit thans zij vergeven. Om even inhoudelijk op uw brief in te gaan kan ik u hierbij melden dat ik u nooit en te nimmer als referentie zal opgeven, doch - zoals reeds eerder medegedeeld - als één van mijn beste leerlingen. Elke leerling maakt wel eens een foutje. Het zij u hierbij vergeven en ik handhaaf derhalve mijn aanbod, aangezien ik uw kwaliteiten hoog schat. Mocht ik in de toekomst ooit nog last krijgen van advocaten of wat dies meer zij, dan deel ik u hierbij mede dat ik elke informatie van welke advocaat dan ook rechtstreeks ter afhandeling zal doorzenden naar de Hoge Raad der Nederlanden, die ik tevens machtig dit alles weer door te zenden naar het Europees Hooggerechtshof. Dan is er weer werk aan de winkel voor een tolk-vertaler Frans. Voor de goede orde meld ik u dat ik uw brief, alsmede deze reactie, heden in een faxbericht aan de Minister van Justitie heb doen toekomen. Met vriendelijke groet. Yours sincerely, INSTITUTO CERVANTES Nederland, België, Luxemburg, Engeland en Wales. JOHN VAN DER HEYDEN. General Manager. CC De Minister van Justitie.

17 MAART 1997 UITNODIGING AAN MIJN VOORMALIGE STUDIECOÖRDINATOR