Certificering
In de praktijk wordt certificering van
aandelen voor diverse doeleinden gebruikt. Soms speelt bescherming
een rol, soms worden andere doelen nagestreefd. De Directie realiseert
zich dat in het begin van de jaren '70 de positie van CERTIFICAATHOUDERS
wettelijke erkenning en bescherming heeft gevonden, althans wat
betreft houders van certificaten die met medewerking van de vennootschap
zijn uitgegeven. Zij moeten worden opgeroepen voor de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders, hebben toegang tot de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders en mogen daar deelnemen aan de
beraadslaging. Verder komt aan CERTIFICAATHOUDERS
het recht toe om bij een vermoeden van wanbeleid de rechter te
verzoeken een enquête te gelasten. Dit laatste recht hebben
CERTIFICAATHOUDERS
ongeacht of de certificaten met medewerking van de vennootschap
zijn uitgegeven. De Directie
heeft zich bezonnen op de positie van CERTIFICAATHOUDERS.
Met name heeft zij daarbij aandacht besteed aan de samenstelling
en taakvervulling van het bestuur van het Administratiekantoor
en aan de vraag of het niet mogelijk is onder normale omstandigheden
aan CERTIFICAATHOUDERS
een volmacht tot stemuitbrenging te geven. Voor wat betreft de bestuurssamenstelling van het
Administratiekantoor wordt opgemerkt dat het bij beursvennootschappen
ongewenst is dat het bestuur wordt gedomineerd door personen die
ook een functie vervullen bij de vennootschap. Met het oog hierop
geeft Bijlage X van het Fondsenreglement van Amsterdam Exchanges
nv voorschriften voor beperkt royeerbare certificaten die met
medewerking van de vennootschap zijn uitgegeven en die een onafhankelijke
samenstelling van het bestuur moeten waarborgen. Bijlage X bevat
echter geen voorschriften over de wijze van benoeming en ontslag
van de desbetreffende personen. Dit moet naar het oordeel van
de Directie zodanig zijn geregeld dat hun onafhankelijkheid ten
opzichte van de ondernemingsleiding wordt gewaarborgd en dat CERTIFICAATHOUDERS
in de gelegenheid worden gesteld hun wensen terzake van benoeming
en ontslag op gepaste wijze tot uitdrukking te brengen. Bij een
speciaal voor de vennootschap ingesteld Administratiekantoor zou
dit kunnen geschieden doordat de CERTIFICAATHOUDERS
in staat worden gesteld ten aanzien van een aantal bestuurders,
gelijk aan de grootst mogelijke minderheid binnen het bestuur,
te bepalen wie er op die posities worden benoemd. Voor zover de
certificering is opgezet met het doel van bescherming tegen een
ongewenste overname, zou een verdergaande invloed van de CERTIFICAATHOUDERS
op de samenstelling van het bestuur tot gevolg hebben dat de certificering
geen adequate bescherming meer biedt. De
suggestie dat CERTIFICAATHOUDERS
in staat worden gesteld ten aanzien van de grootst mogelijke minderheid
van de bestuurders van het Administratiekantoor te bepalen wie
er worden benoemd, is ingegeven door de overweging dat er meer
evenwicht zou moeten komen tussen de invloed van de ondernemingsleiding
op de benoeming en het ontslag van het bestuur van het Administratiekantoor.
Er zijn uiteraard ook andere wegen waarlangs
een beter evenwicht kan worden bereikt, bijvoorbeeld via een aangepaste
benoemings- en ontslagprocedure die een grotere onafhankelijkheid
van de bestuurders van het Administratiekantoor ten opzichte van
de vennootschap bewerkstelligt. Voor
wat het tweede punt betreft, de volmacht aan CERTIFICAATHOUDERS,
geeft de Directie in overweging dat het Administratiekantoor een
stemvolmacht verstrekt aan CERTIFICAATHOUDERS
die daarom vragen, tenzij - in uitzonderingsgevallen - de aard
van de desbetreffende certificeringsregeling zich daartegen verzet.
In de doelomschrijving van het Administratiekantoor
ligt overeenkomstig de voorschriften van Bijlage X van het Fondsenreglement
van Amsterdam Exchanges nv veelal de opdracht besloten tot de
'behartiging van belangen van de uitgevende instelling, de met
haar verbonden onderneming en alle daarbij betrokkenen'. Hier
zou zich het probleem kunnen voordoen dat het bestuur van het
Administratiekantoor deze verantwoordelijkheid door middel van
volmacht wellicht niet uit handen kan geven aan CERTIFICAATHOUDERS
die zich niet primair door die opdracht behoeven te laten leiden
en die naar eigen inzicht zullen stemmen. Mocht dit een obstakel
zijn voor het verlenen van volmachten aan CERTIFICAATHOUDERS,
dan geeft de Directie in overweging de doelomschrijving van het
Administratiekantoor en, zo nodig, de voorschriften te dier zake
in bijlage X zodanig aan te passen dat blijkt dat die volmachtverlening
daardoor niet wordt uitgesloten. De
Directie meent overigens dat onder normale omstandigheden het
verlenen van stemvolmacht aan de CERTIFICAATHOUDERS
niet onverenigbaar behoeft te zijn met het belang van de vennootschap
en alle daarbij betrokkenen waardoor het Administratiekantoor
zich moet laten leiden. Het bedoelde belang brengt onder normale
omstandigheden juist met zich dat de CERTIFICAATHOUDERS
in staat worden gesteld op een rechtens relevante wijze hun inzichten
kenbaar te maken. Bij certificering is het verlenen van stemvolmacht
daartoe een geëigend middel. Aan
volmachtverlening zijn vanzelfsprekend kosten verbonden. Een regeling
tot verlening van volmachten zou uiteraard haar betekenis verliezen,
indien volgens die regeling de kosten die de volmachtvragers in
rekening worden gebracht prohibitief zouden zijn. Het ligt dan
ook in de rede de kosten van volmachtverlening voor rekening van
de vennootschap te laten komen. Indien
het bestuur van het Adminstratiekantoor meent dat er redenen zijn
om in voorkomende gevallen geen volmacht te geven aan CERTIFICAATHOUDERS
die dat wensen, dan dient het dit standpunt uitdrukkelijk tegenover
de CERTIFICAATHOUDERS
te verantwoorden. Voor die gevallen geeft de Directie in overweging
dat een vergadering van CERTIFICAATHOUDERS
zal worden bijeengeroepen waarin het Administratiekantoor verantwoording
aflegt. In het algemeen zal het
bestuur van het Administratiekantoor de mening van CERTIFICAATHOUDERS,
voor zover bekend, ter harte moeten nemen en zo nodig zijn stemgedrag
in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders daarop afstemmen.
Tot slot wijst de Directie op een nog belangrijk
aspect, namelijk de wijze waarop het bestuur van het Administratiekantoor
zijn taak vervult. Uitgangspunt is dat het bestuur, met inachtneming
van het belang van de vennootschap en alle daarbij betrokkenen
en de aanbevelingen van de Commissie Corporate Governance, op
zorgvuldige wijze tot een eigen onafhankelijk oordeel komt over
de gang van zaken bij de vennootschap en over de aangelegenheden
die in de aandeelhoudersvergadering aan de orde (moeten) komen.
Het bestuur van het Administratiekantoor zal zich niet passief
mogen opstellen en op daartoe geëigende momenten zowel in
de aandeelhoudersvergadering als in de contacten met de vennootschap
uiting moeten geven aan het oordeel waartoe het is gekomen en
de gronden waarop en het zal dat oordeel ook tot uitdrukking moeten
brengen in het stemgedrag op de aandeelhoudersvergadering.