Nijmegen, 30 juni 1994 Beste Tjitse, Naar aanleiding van je telefoontjes van gisteren en vanmorgen het volgende. Ik heb mijn idee om met het bureau rechtshulp te gaan praten vandaag in de therapie aan de orde gesteld. Dit is vervolgens in het medisch beleidsteam besproken. Mij is ontraden mij op dit moment met juridische aangelegenheden bezig te houden. In het kader van mijn genezingsproces ben ik gehouden aan de adviezen van het ziekenhuis. Jij en Liesbeth zijn mij even dierbaar en dat geldt in zekere zin ook voor José, die voor mij in de AtM-cursus een steun geweest is. De zaak ligt zeer gevoelig. In de therapie zijn we bezig met het thema 'loslaten'. Ik heb vastgesteld dat ik Liesbeth niet kán loslaten, hoewel ik haar dat wel heb geschreven. Ik blijf wel op gepaste afstand. De tekst onderaan blz. 273. uit de PLV-notulen heb ik je in een emotionele opwelling gestuurd doordat ik mij om de tuin geleid voelde, maar mijn verantwoordelijkheid was slechts 'opschrijven wat er gezegd werd'. Wat voor mij uitsluitend geldt is jouw brief van 4 juni jl. Al hetgeen buiten dit kader valt kan mijn gezondheidsprobleem vergroten. Ik wacht jouw schriftelijke reacties op brief 64 af. Je kunt mij op 1 juli in Groningen verwachten. Hartelijke groet.

1 JULI 1994 LOW PROFILE