Nijmegen, 23 juni 1994 Beste Tjitse, Ik heb je uitgebreide post van 20 juni jl. ontvangen. Je hebt gigantisch hard gewerkt, onvoorstelbaar. Ik denk dat jouw probleemsituatie thans in de eindfase verkeert. Daarom lijkt het me goed dat ik hierbij zo snel mogelijk jouw telefonische verzoek honoreer en je hierbij een kritische reactie ontvangt. Hartelijk dank voor jouw voorzichtigheid bij het bellen. Jouw conclusie dat bij de Baak alles mensgemaakt is en gericht op beïnvloeding/sturing kan ik delen. Ik vind dat ook een juiste attitude waarin ik mij kan vinden. Binnen deze context hecht ik zelf veel waarde aan een goed teamwork/synergie. Leuk dat contact met mevrouw Van Wijk. Het zal je ook goed doen te zien hoe jouw werk toendertijd werd gewaardeerd. Natuurlijk ook een heel goede referentie. Dat kan ik van mijn voormalige - nu nog in Nederland woonachtige - partner niet zeggen. De valse beschuldigingen die ik heb moeten ondergaan hebben bij mij diepe wonden geslagen en ik ben van mening dat Boogaard dat eerst maar eens recht moet zetten voordat ik bereid ben met hem in contact te treden. Ik hoop dat hij de eer aan zichzelf houdt. Er zijn duizenden tot tienduizenden cursisten die in Nederland onder mijn leiding een veranderingsproces hebben ondergaan. Alles heb ik bijna opgegeven voor dat instituut, met name mijn gezondheid. En dan durft zo'n advocaat, die via zijn vader directe belangen had bij de samenwerking met zijn cliënt, mij van mismanagement te beschuldigen. Ik heb tot bijna mijn laatste ademtocht aan dat instituut gegeven. Gelukkig heeft de rechter daar een ander oordeel over gegeven en dat telt natuurlijk bij mij, maar het ligt zeer voor de hand dat deze beschuldiging in het gehele land een eigen leven is gaan leiden en ik sta nu op het punt om dat proces om te keren. Ik prijs me ook gelukkig dat Baakdirecteur Lulofs en L. Halbertsma de zaak blijkbaar goed in beeld hadden toen ze met mij in zee gingen. In die zin vind ik het helemaal geen probleem dat Berend Verloren van Themaat mijn bezoek aan de Baak zou hebben gemeld. Integendeel. Ik ben in goede harmonie bij de Baak vertrokken en dat is een groot verschil met jouw situatie. We moeten maar eens kijken hoe we dat oplossen. Afgelopen dinsdag werd ik gebeld door de penningmeester van de Vereniging Spaans op School. Hij vertelde dat er op vrijdag 17 juni jl. een bestuursvergadering had plaatsgevonden en het bestuur had voorgesteld mij, met twee nieuwe kandidaat-bestuursleden, het nieuwe bestuur te laten vormen. De jaarvergadering is al gepland op 23 september, in aanwezigheid van oud-staatssecretaris Ginjaar-Maas. Ik heb direct een tegenvoorstel gedaan en gewezen op de brief die ik daags daarvoor, op 16 juni jl. aan het bestuur heb geschreven. Eerst tot overeenstemming komen over mijn Cervantes-plan, dan verder praten. Ik heb het advies gegeven de jaarvergadering maar een paar maanden uit te stellen. Alweer een stapje verder. Dit naar aanleiding van de door mij gesignaleerde bewegingen binnen het circuit. Zelfs oud-staatssecretaris Ginjaar-Maas heeft nu blijkbaar behoefte om met mij in contact te komen. Ik vind het prima, maar wel op een door mij te bepalen moment.

Jouw vragen:

1. Praten wij over R. Verbunt? Antwoord: Ja. In een spontane bui heb ik je gezegd dat je mijn naam kunt noemen als je hem benadert. Hier heb ik in directe zin geen probleem mee, maar hetgeen zich binnen de Lionsclub afspeelt is wel vertrouwelijk. De Lionsleden zijn gehouden aan een erecode. Als je hem kunt benaderen naar aanleiding van de zaak Haks is mij dit welgevalliger, maar je kunt hem ook laten weten dat ik zijn naam aan jou heb genoemd omdat ik met jouw probleem begaan ben. Ik laat de keus aan jou en ook de consequenties.
2. Verbunt komt uitermate intelligent en integer over. Hij treedt af en toe zelfs op als rechter en dat wordt niet aan elke advocaat toevertrouwd.
3. Zie 1.
4. Als het tot een ontmoeting komt adviseer ik je je slechts te beperken tot jouw probleem. Al hetgeen ik je vertrouwelijk heb medegedeeld blijft tussen ons.

OTTENHOFF OK
Boogaard: Op de CRI keek ik woensdag weer een paar uur tegen het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen aan en realiseerde mij hoeveel onbetaalde uren ik daar heb rondgelopen en aan intensieve vergaderingen heb deelgenomen. Daar heeft NIOW B.M.O. nooit een cent voor betaald, maar wel het vruchtgebruik van genoten. Zij hebben de vruchten van mijn werk geplukt, als een van de eersten erkend door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen, op basis van mijn wet. Ik zeg dat maar even gemakshalve zo, maar ik voel dat als zodanig aan. Ik heb die erkenningswetgeving in gang gezet en er jaren hard aan meegewerkt. Het documentatiecentrum van de CRI beschikt over de volledige Nederlandse wetgeving en afgelopen woensdag heb ik mijn erkenningswet eens gekopiëerd. Ik zal daar binnenkort mee voor den dag komen. Neen, veel behoefte om met Boogaard nog contact te hebben, heb ik niet. Na de erkenning van de minister zou dat ook nog een erkenning van mijn kant betekenen. Ik denk dat ik daar maar voor pas. Ik heb veel geleerd bij het NIOW, vooral hoe je niet moet werken. Hoe ze wel moeten werken staat in onze (VBMO/VISO/O&W)
Wet op de Erkende Onderwijsinstellingen. Boogaard heeft mij eens laten spartelen en de deur voor mij en mijn echtgenote gesloten. Laat hem nu maar zelf spartelen. Hij zoekt het maar uit. Daar is geen woord Frans of diplomatie bij. In deze fase denk ik daar zo over.
Als je in de WEO geïnteresseerd bent maak ik voor jou ook een kopie. Laat het maar weten. Ik ben blij dat je je aan mij 'verbindt'. Nu samen verder. Wel op basis van feiten. Niet op basis van geruchten of speculaties. Er zijn nog zeer verrassende ontwikkelingen te verwachten. Ik heb wel een reactie van de Baak. Niet op de brief van jou aan L., maar op de brief van mij aan de heer Lulofs van 11 april jl.. Een positieve brief waar ik blij mee ben. Henk Lulofs is immers niet de eerste de beste. Ik blijf een voorstander van het kwartet VdH, H, O en B en binnen dit kader stel ik je voor eerst een gesprek met de heer Lulofs te voeren. Je kunt dan eerst jouw probleem met hem bespreken, beoordelen hoe hij daarop reageert en vervolgens je verdere koers bepalen. Het zal dan jouw keus zijn in hoeverre je dat verder met mij, L en O. zult doen. Van L. moet je het vertrouwen nog winnen en dat zal zowel voor jou als voor haar geen lichte opgave zijn. Een gesprek met Lulofs kan je daarin verder helpen, no doubt. Bereid het maar goed voor en laat maar weten welke ondersteuning je nodig hebt. Ik heb respect voor het feit dat je jouw probleem niet ten koste laat gaan van de verantwoordelijke posities van jouw broers. Chapeau! Opmerking aangaande Verbunt: O.K. Laat maar weten wanneer je naar Nijmegen wilt komen of een ander voorstel wilt doen.

Bijlage 1, Brief aan dr. C.A.F Nijenhuis d.d. 30 mei 1994

Voor zover ik hieronder geen opmerkingen heb kan ik met de inhoud van de brief instemmen. Hetgeen niet inhoudt dat ik er geen persoonlijk oordeel over zou kunnen geven. Ik reageer nu slechts op de feitelijkheden in relatie tot mij.

Blz. 273 en 274
Mijn compliment voor de behandeling van deze gegevens. Je hebt blz. 272 met persoonlijke informatie buiten de zaak gehouden. Een correctie van mijn kant: "Met hun 'move' hebben José en Jacobine bijgedragen aan de ondergang van het instituut" moet zijn "Met hun 'move' hebben José en Jacobine bijgedragen aan de neerwaartse ontwikkeling van het instituut" .
Ik benadruk dat het gaat om een persoonlijke visie, vanuit een persoonlijke ervaring. Ik hoop voor je dat je hiervoor ondersteuning kunt krijgen. Ik koppel deze berichtgeving thans aan ons "Pact van Stiens van 4 juni 1994". Ik laat het aan jouw beoordeling over of hetgeen ik je hier geschreven heb in overeenstemming is met "Hij heeft daaraan zijn medewerking toegezegd met als keiharde voorwaarde dat u hierdoor geen persoonlijke schade zou ondervinden". E.e.a. houdt in dat ik het in het kader van onze samenwerking van grote importantie beschouw dat je al hetgeen ik je heb geschreven terugkoppelt naar L. Halbertsma en/of Drs. H.W. Lulofs, al of niet met een advocaat, met name in het kader van de zin "John is van mening dat u in principe als eerste van enige vertrouwenspersonen het recht heeft kennis te nemen van de door hem aan mij geschreven brieven". Ik hecht een voor mij levensbelangrijke waarde aan onze overeenkomst van 4 juni jl. Als jij je hieraan consequent zult houden denk ik dat we op een zeer goede manier aan het bouwen zijn.

"Erotische verhalen over het veilig achter hoge, hagelwitte, ondoorzichtige vitrages verborgen eigen nest deden de ronde, evenals geruchten over een uitstapje naar het Catalaanse Barcelona, hetgeen een bruto schadepost van 2 1/2 miljoen kan hebben veroorzaakt".

Hier weet ik helemaal niets van. Kun je me dit wat meer toelichten? Dit vraag ik i.v.m. mijn betrokkenheid bij het "Spanje-project" in de voorbereidende fase. Ik ben natuurlijk zeer geïnteresseerd in de wijze waarop aan mijn idee uitvoering is gegeven. Of bedoel je hiermee het verhaal van Martin Meijer van het Amsterdamse Arbeidsbureau in mei 1991? Maar dat heeft toch niets met jouw zaak te maken? Of misschien wel? De vraag is of een persoonlijke problematiek van Martin Meijer en zijn vrouwelijke collega de besluitvorming van het Amsterdamse Arbeidsbureau heeft beïnvloed, waardoor ik mijn baan ben kwijtgeraakt.

"Voor zover mijn kennis gaat verliet Maris - de veronderstelde 'geestelijke vader' van NE uit beginjaren tachtig - als gevolg van gedwongen ontslag het bedrijf midden 1989 met een schuld van 1,8 miljoen".

Ik ben voor het melden aan jou van het verlies van 1,8 miljoen verantwoordelijk. Dit is vertrouwelijke informatie.

Blz. 10. : "Later zou hij veel geld moeten terug betalen - te hoog ingediende declaraties, geld ontvangen voor niet uitgevoerde diensten".

Ook deze mededeling heb je vertrouwelijk van mij ontvangen. Ik houd jou ervoor aansprakelijk als dit bericht zonder mijn toestemming publiekelijk wordt.

"De Jong was zeer ondergeschikt aan Maris. VdHeijden en ik speculeren of ze een seksuele relatie met hem had, ook al vanwege haar stieken, sloom gedrag met waterige ogen. Zij was ook zeer afhankelijk van hem. VdHeijden, die lange tijd met haar heeft samengewerkt, noemt haar een adder."

Ik vind dit een onzuivere koppeling. Die speculatie komt van jouw kant en ik heb jou, op puur intuïtieve basis, gezegd dat ik dit niet uitsluit. Ik weet echter van niets en als dat zo was, dan nog zou dat een persoonlijke aangelegenheid zijn waarin ik mij niet wil mengen. Iedereen heeft het recht op zijn of haar eigen privacy. Ik verwacht van jou dat je dit aan de heer Nijenhuis - schriftelijk - rechtzet en mij een bewijs daarvan doet toekomen. Dit geldt ook t.a.v. de opmerking "Van der Heijden, die lange tijd met haar heeft samengewerkt, noemt haar een adder." Ik heb jou vertrouwelijk geschreven - voor zover ik mij kan herinneren - dat Annet addergedrag vertoonde. Zo is dat inderdaad op mij overgekomen. Ik heb je ook geschreven dat ik het met je eens ben dat zij inderdaad een intelligente strategie moet hebben gehanteerd om haar doel te bereiken. Ik veroordeel dat niet. Uiteraard had ik met haar wel een persoonlijk probleem omdat zij bijna elk openhartig communicatieproces uit de weg ging. Dat kun je wat mij betreft erin houden. Ik denk hierbij met name aan haar sabbottage van de projectleidersvergaderingen, waarop ze voor 50% van de tijd afwezig was. Het is mijn persoonlijke mening dat zij zich hierdoor ook voor de helft aan het besluitvormingsproces heeft onttrokken en daardoor als een ongeloofwaardige nieuwe directeur kan worden beoordeeld. Ik verzoek je ook dit in kennis te brengen van de heer Nijenhuis en dit schriftelijk aan mij mede te delen.

"Ik heb Nieuw Elan nooit anders gekend dan een bedrijf in verval".

Nieuw Elan is vóór 1 september 1991 nooit een bedrijf geweest. Pas op die datum is de zaak verzelfstandigd in samenwerking met de Start-organisatie. Het was geen bedrijf in verval. Het kon de politieke ontwikkelingen en de marktontwikkelingen niet meer bijbenen. En de vraag blijft of persoonlijke belangen daarbij geen rol hebben gespeeld. Ik denk daarbij aan Meijer. Dit is suggestief van mijn kant. Maar misschien is het wel goed dat ik dit aan het papier heb toevertrouwd. Indien de persoonlijke problematiek van de heer Meijer van invloed is geweest op het besluit om een door Nieuw Elan aangeboden offerte van 2 1/2 miljoen niet te honoreren, is het mijns inziens een verantwoordelijkheid van de directie van het Arbeidsbureau Amsterdam om daarin een standpunt te bepalen.

"VdHeijden heeft hem als een mogelijke fraudeur met misschien connecties in de int. drugswereld aangemeld bij zijn vriend Jan Wilzing, dir. Centrale Recherche Infodienst."

Dit is volstrekt onjuist. Ik heb jou vorige week de kopieën van de brieven van de drie ministers toegezonden m.b.t. de berichtgeving die ik aan de Nijmeegse politie heb gedaan, nadat jij mij - bij brief 22 april 1993 hebt geadviseerd "Als je je niet veilig voelt moet je onmiddellijk de politie waarschuwen, met vermelding van mogelijke bedreigers........ Misschien is het ook verstandig disc's met gevoelige info in een bankkluis op te bergen en daarvan de politie in kennis te stellen.".

Ik ben bereid jou inzage te verlenen in de informatie die ik aan de Nijmeegse politie heb verstrekt. Of Maris bij de internationale drugswereld is betrokken zul je zelf moeten aantonen of een onderzoek moeten laten instellen. Ik weet niet meer dan ik je heb verteld. Misschien weet jij meer vanuit jouw Surinaamse ervaringen. Maris moet toch een reden hebben gehad om de indruk te krijgen dat je hem niet vertrouwde?

"Van der Heijden heeft voldoende stof om een boek over Nw Elan te schrijven met als mogelijke titel 'De opkomst en verval van een onderwijsinstituut'.

Dit heb ik jou zo nooit gemeld. Waar heb je die titel vandaan? Is het niet suggestief van jouw kant? Welk instituut bedoel je? Nieuw Elan of NIOW? Beide instituten zijn nog intact, mede dankzij mijn ondersteuning vóór en achter de schermen. Zelfs het geouwehoer over 'mismanagement' in mijn richting heb ik nog steeds aan mijn laars gelapt en als een probleem van een advocatenkantoor beschouwd. Ik voel mij verantwoordelijk voor elke instelling waar ik mijn naam aan heb verbonden. Als mijn kinderen ruzie hebben moeten ze het samen uitvechten, maar niet de oorzaak van hun probleem bij hun 'meester' neerleggen. Ik ben als initiatiefnemer verantwoordelijk voor het erkend particulier mondeling onderwijs in Nederland, maar heb nog geen grip op de ruzies die de kinderen op de speelplaats maken. Als je begrijpt wat ik bedoel. Hoe meer ik over jouw probleem nadenk, beste kameraad, des te groter wordt mijn probleem. Ik schrijf je dat in alle eerlijkheid en oprechtheid. Ik heb ook mijn grenzen en beperkingen. Ik wil jou graag helpen op alle mogelijke manieren die tot mijn beschikking staan, maar als ik alles lees van wat je hebt geschreven, dan denk ik op de eerste plaats "Mijn God wat heb je veel in huis", maar op de tweede plaats "Wat maak je het mensen moeilijk". Als mens geloof ik José oprecht als ze zegt "Het wordt moeilijk Tjitse". Ik geloof niet in een strafbaar feit, hoe bitter het je ook zal klinken. Ik denk dat je het haar ook moeilijk hebt gemaakt, zoals je het met bovenstaande gedachten voor mij moeilijk maakt en niet in geringe mate. Je zet zwart op wit neer "Van der Heijden heeft hem als een mogelijke fraudeur met misschien connecties in de int. drugswereld aangemeld bij zijn vriend Jan Wilzing, dir. Centrale Recherche Infodienst". Hoe haal je het in godsnaam in je hoofd om een dergelijke boodschap te communiceren? Het is goed dat je deze stukken aan mij overlegt, maar ondertussen heb je het toch gecommuniceerd. Als je dit in andere situaties hebt gedaan heb je echt een probleem Tjitse. Het is goed dat je dit verhaal aan je psychiater hebt geschreven. Je hebt een geweldige kennis en ik probeer me heel sterk in jouw denkwereld te verdiepen, maar houd je in godsnaam bij de feiten en stop met je speculaties. Ik begrijp dondersgoed dat José heeft gezegd 'het wordt moeilijk Tjitse'. Zij gaf woorden aan háár probleem. Hetgeen niet betekent dat ik het goedkeur dat zij mij in de projectleidersvergadering om de tuin heeft geleid.

"Een Chinees spreekwoord zegt: 'als je eenmaal liegt, heb je 1000 andere leugens nodig om de eerste te bedekken'.

Ik vind jouw opmerking "Van der Heijden heeft hem als een mogelijke fraudeur met misschien connecties in de int. drugswereld aangemeld bij zijn vriend Jan Wilzing, dir. Centrale Recherche Infodienst" een leugen. I'm sorry. Ik hoop dat je geen 1000 andere leugens nodig hebt om deze te bedekken. Jan Wilzing weet niets, absoluut NIETS over mijn relatie met Maris, in ieder geval niet uit MIJN mond. Zet dit recht, want het is niet waar!!!!.

"Als insider en zeer deskundige dienen Van der Heijdens brieven zeer serieus te worden genomen".

Dit geldt uiteraard ook met name met betrekking tot het bovenstaande.

"Indien Rijpkema contact wil opnemen met de Baak (deze organisatie is aanspreekbaar omdat NE/NEI destijds geen zelfstandige bedrijven waren maar dochters van de Baak) dient hij zich, volgens Van der Heijden te richten tot: Drs. H.J. Lulofs, etc."

Ik vraag me af waarom je Rijpkema hier nog bij betrekt. Je hebt al duidelijk aangegeven dat je geen vertrouwen meer hebt in die advocaat. Kap er dan mee en zorg op de eerste plaats voor een goede communicatie met de Baakdirectie! Nogmaals: zorg dat je een goede advocaat hebt. Ook L. heeft me dat ooit eens geadviseerd en ik vind dat - met jou - het summum van integriteit jegens haar eigen werknemer. Vergeet daarbij niet dat Lulofs kwam in de tijd dat Maris ging. Dat moet jou wel te denken geven. Of niet? Nogmaals: ik stel het zeer op prijs als je deze brief aan de heer Nijenhuis verstrekt en mij dat bevestigt. Dan alleen kan ik op de ingeslagen weg met jou verder.

2. Brief van de Baakdirectie

Ik ontving gisteren een brief met de volgende tekst (poststempel NOORDWIJK 21.6.94): "datum: 20 juni 1994 Geachte heer Van der Heijden, Dank voor uw brief van 11 april j.l. Door drukke werkzaamheden en verblijf in het buitenland ben ik niet eerder in de gelegenheid geweest uw brief te beantwoorden. Mijn excuses daarvoor. Naar aanleiding van uw verzoek het volgende. Het is hoogst ongebruikelijk om drie jaar na dato nog een aanvulling op een getuigschrift te verstrekken. Het getuigschrift is reeds in 1991 door de directie opgesteld op basis van de toen geldende inzichten omtrent uw functioneren en er is inmiddels te veel tijd verstreken om nog een helder aanvullend beeld te kunnen schetsen, ook al geeft u zelf in uw brief enkele lijnen aan. Ik ben overigens wel bereid, indien gewenst, om in voorkomende gevallen een mondelinge referentie te verstrekken om u aldus behulpzaam te zijn bij mogelijke sollicitatieprocedures. Het spijt mij dat ik u dit wellicht teleurstellende bericht moet zenden. U veel succes wensend bij het vinden van een u passende functie, teken ik, met vriendelijke groet, drs. H.W. Lulofs"

24 juni 1994

Deze brief raakt mij diep Tjitse. Ik heb Lulofs altijd ervaren als een prettige persoonlijkheid en ik voel dat ik me nog sterk bij de Baak betrokken voel. Lulofs en Halbertsma hebben mij mijn gevoel van eigenwaarde weer teruggegeven, nadat ik door mijn partners, wier shit van 1981 ik heb opgeruimd, door het slijk ben gehaald. Dit is een zeer emotionele opwelling van mij Tjitse, maar ik maak je er toch deelgenoot van. Ik voel me nu ook in een probleemsituatie zitten waarin ik erg veel van jou verlang. Jij hebt met "de Baak" nog een appeltje te schillen, maar die Baak van toen bestaat niet meer, denk ik. In drie jaar tijd verandert er zo veel. Alleen de vrouw die met mij vanuit de Baak grote schoonmaak heeft gehouden bij Nieuw Elan, zit er nog. Zij heeft onlangs een brief van jou over mij gekregen en dat laat die vrouw ook niet koud. Zij is niet van beton. Jij moet voor haar wel een bedreiging hebben gevormd. Ik vraag me af of zij dat gevoel van bedreiging en 'chantage' nu nog heeft. Ik denk dat het goed is dat je dat probleem opheldert. Ik weet op dit moment anders ook niet hoe ik met je verder moet. We zullen samen de doelstellingen moeten afstemmen. De teneur van Lulofs' brief vind ik positief. Hij verwijst naar enkele lijnen die ik in mijn brief van 11 april heb aangegeven. Deze ontkent hij dus niet. Ik denk dat ik er niemand mee schaad als ik je deze aan Lulofs geschetste lijnen hieronder nu uiteenzet. Ik heb de heer Lulofs onder meer gemeld: (de in de brief genoemde namen heb ik hieronder vervangen door functiebenamingen) "Nadat ik eind oktober 1989 was benoemd tot office-manager bij Nieuw Elan werd ik ongewild geconfronteerd met vitale bedrijfsinformatie van de Baak/Nieuw Elan. Het betrof begrotingen, prognoses, financiële resultaten in de voorgaande jaren, juridische constructie, organisatorische problemen, problemen m.b.t. de informatievoorziening van de Baak-administratie aan het Nieuw Elan-management, onvoldoende aansluiting van de operationele werk-units en onvoldoende bescherming van bedrijfsgegevens. Ik heb deze informatie tot op heden vertrouwelijk behandeld en ik neem mij voor dat zo te houden. Na de benoeming van de tweede adjunct-directeur in december 1989 heb ik haar mondeling melding gemaakt van de door mij gesignaleerde knelpunten. Vanuit mijn achtjarige ervaring als directeur van particuliere onderwijsinstellingen, FSI B.V. (thans Linguarama Nederland B.V.) en NIOW-Talen B.V., had ik geconstateerd dat er geen deugdelijk Management Informatie Systeem bij Nieuw Elan bestond op grond waarvan het management van Nieuw Elan in staat kon worden geacht bedrijfseconomisch verantwoorde beleidsbeslissingen te nemen. Ik heb de Baakadministratie toen verzocht mij de grootboekrekeningen van de Nieuw Elan-administratie te verstrekken alsmede de nummers van de kostenplaatsen (projecten). Ik had immers jarenlang met hetzelfde boekhoudprogramma als de Baak gewerkt: FARAO van Multihouse. Op basis hiervan heb ik een schaduwadministratie opgezet welke in een later stadium aan een van de Nieuw Elanmedewerksters is overgedragen. Op basis van de nieuwe gegevens en een aantal "if...then"-analyses heb ik een alternatieve begroting opgesteld en deze aan de directie overlegd. Op basis van deze gegevens is - naar ik heb begrepen in de staf - vervolgens de reorganisatie doorgevoerd. De adjunct-directeur heeft mij rond dezelfde tijd in contact gebracht met het nieuw aangetrokken hoofd financiën. Tijdens een lunchbespreking in Hoofddorp heb ik hem van mijn visie op de financiële beleidsvoering in kennis gesteld. Ik heb begrepen dat hij mijn adviezen heeft overgenomen. Het betrof met name de zienswijze t.a.v. rendementsverbetering per project en de verhouding vaste en variabele kosten. Ik had daartoe een spreadsheetprogramma ontwikkeld en hem daar inzicht in verschaft. Eveneens heb ik de in 1989 bij Nieuw Elan in omloop zijnde arbeidscontracten geverifiëerd aan de hand van de statuten van Nieuw Elan. Als enig ingeschreven bestuurslid was de toenmalige statutaire voorzitter naar mijn inzichten hoofdelijk aansprakelijk voor alle door de Stichting Nieuw Elan aangegane verplichtingen. Ik heb daaromtrent op verzoek van de adjunct-directeur gesproken met het advocatenkantoor in Amsterdam dat de statuten had samengesteld. Tijdens een van de bezoeken van de Baakdirectie aan Hoofddorp heb ik de verantwoordelijkheid voor de verdere afwerking van deze aangelegenheid aan de directie overgedragen. Rond kerstmis 1989 is er op de automatiseringsafdeling van het kantoor in Hoofddorp ingebroken waarbij computers met harde schijf en gegevensbestanden zijn ontvreemd. Op mijn advies is een alarminstallatie geplaatst en hebben wij ons aangesloten bij een beveiligingsorganisatie." Natuurlijk heeft L. van deze inzichten sterk geprofiteerd, maar ik heb er ook een goede naam aan overgehouden bij de Baak, hoop ik. Ik hecht aan de opbouw van een verdere goede verstandhouding met de Baakdirectie. Ik hoop dat je ook in dat spoor kunt meegaan en je kunt gaan voegen in een nieuw harmoniemodel in plaats van conflictmodel, waar jij, ik en anderen inderdaad zo dikwijls naar hunkeren. Ik geloof meer in synergie en het ondersteunen van elkaars belangen dan in het gekissebis om het eigenbelang.

3. Jouw brief aan Mr. J.B. Rijpkema d.d. 13 juni 1994

Een sterk betoog voor je eigen kwaliteiten en een helder beeld van de rijke inzichten die jij omtrent onze maatschappij hebt opgedaan. Je merkt opl blz. 2 op "waarbij bovendien sprake was van wanprestatie". Ik heb je gemeld dat er naar mijn inzichten van wanprestatie gesproken kan worden. Ik ben echter geen jurist. Je moet dit eerst verifiëren voordat je dat kunt stellen. Of heb ik dat verkeerd? Jij bent waarschijnlijk meer in empirisch onderzoek ingevoerd dan ik. Als ik op bepaalde delen van de brief niet reageer houdt dat niet in dat ik het helemaal met je eens ben. Het is aan de advocaat om aan te geven of er juridische elementen inzitten waarmee je verder kunt. Ik denk dat het probleem Breuker/Halbertsma eerst moet worden opgelost voordat ik weer met je verder kan. Ik wens je daarbij sterkte. Mijn contact met de Baak loopt nu via de directie. Ik houd je wel op de hoogte. "Nooit eerder gehoord van cursist wiens deelname gefinancierd werd door een Sociale Dienst". Die zijn er naar mijn idee wel geweest. Het is mij nog bekend dat verschillende instanties bereid waren voor hun cliënten een Nieuw Elan-opleiding te bekostigen. Nieuw Elan moest commercieel gaan draaien om de verliezen uit het verleden weg te werken. Ik stond daar volledig achter vanuit de bedrijfseconomische invalshoek. "Van der Heijden was gecontracteerd voor een periode van 3 jaar" moet zijn "Van der Heijden was gecontracteerd voor een periode van 3 jaar, aansluitend op een tijdelijk contract van een half jaar". Dit staat nl. gelijk aan een contract voor onbepaalde tijd. Ik ontvang van jou graag bijlage 6 "Delen van Van der Heijdens brieven aan Breuker". "Nadat de Baakdirectie het groene licht had gegeven tot de oprichting van NEI.." Is dat zo? Naar mijn idee is er nooit van een oprichting van NEI sprake geweest, althans niet in juridische zin. NEI was geen rechtspersoon. NEI was een project binnen het Nieuw Elan-project. Tj. Maris was als projectleider voor het gehele Nieuw Elan-project verantwoordelijk en naar mijn idee verantwoording verschuldigd aan de directie. Ik weet niet hoe dat in rechtspositionele zin was vastgelegd en op welke wijze de verantwoordelijkheden binnen de Baakorganisatie waren geregeld. In ieder geval dateert het NEI-idee van Maris uit de tijd dat er - voor zover ik mij kan herinneren - een directiewisseling bij de Baak plaatsvond en ik sluit niet uit dat NEI op eigen initiatief van Maris is opgezet met het vooropgestelde doel de activiteit in de te verzelfstandigen Nieuw Elan-organisatie op te nemen waarvan hij directeur zou worden. "Ik heb begrepen dat Maris in het voorjaar van 1989 is ontslagen en daarna te hoog ingediende declaraties voor niet uitgevoerde diensten terug heeft moeten betalen". Dit is een door mij aan jou vertrouwelijk gedane mededeling. Ik heb er bezwaar tegen als dit in de openbaarheid komt. L. en ik kunnen hierdoor schade lijden en dat zou in strijd zijn met ons 'Pact van Stiens'.

"Van der Heijden" "Vorig jaar werd hij geconfronteerd met merkwaardige gebeurtenissen waarbij soms geweld gebruikt werd.." Feitelijk niet zuiver. Er is geen geweld gebruikt, althans niet in de zin van de wet, voor zover mij bekend. Wel intimidatie. Verder een uitstekend stuk!

4. Bijlage 3, jouw herinneringen/aantekeningen van dinsdagavond 14 juni 1994

"Dat ik uitgekleed zou worden door de Baaks advocaat(en) met insinuaties. Laat ze maar komen".

Het is goed dat je op dit punt al lering hebt getrokken. Jouw betogen, die aanvankelijk veel insinuaties vertoonden, worden nu steeds helderder, hoewel ik nu ook nog steeds onzuiverheden in je betogen bespeur, zoals ik hierboven heb aangegeven. Er zit wel vooruitgang in. Je communiceert jouw insinuaties nu aan jouw psychiater en de feitelijke situaties steeds beter aan jouw advocaat. Op dat punt ben je op de goede weg.

Gonsalves

Ik denk dat mijn intuïtie mij niet in de steek laat. Het is nu duidelijk dat het lek over het Nieuw Guinea-verleden niet afkomstig is van politie of justitie, volgens de VPRO, maar volgens Gonsalves' familie van "de katholieke kliek" uit Noord-Brabant. Ik ben benieuwd of Wolffensperger nog verder speurt. Als hij verstandig is legt hij de zaak in handen van Justitie en laat Justitie een onderzoek uitvoeren. Dat zal Wolffensperger wel gedaan hebben getuige het gesprek dat Kosto met Gonsalves heeft gehad met als resultaat dat hij mag blijven. Gonsalves kan alleen maar zijn getackled door een criminele organisatie. Ik vermoed dat het een organisatie is die de PG persoonlijk ook kent en die direct gevaar verwacht van Gonsalves nieuwe doelstellingen. Het zal een organisatie zijn met een duidelijke strategische visie met criminele intenties en een criminele achtergrond. Ik geloof niet dat de Baak daarbij betrokken is. Het VNO kan zich niet veroorloven dat de georganiseerde misdaad in de Baak penetreert en Henk Lulofs/L. Halbertsma kennende zal dat ook niet gemakkelijk gebeuren. L. werkt nu weer bij de Baak en heeft natuurlijk direct contact met haar baas. Lulofs' directiesecretaresse Karin de Winter heeft mij in het begin van onze samenwerking ooit eens gezegd "L. Halbertsma is een fantastische vrouw". Ik heb Karin toen gezegd dat ik het daarmee eens was. L. zit niet voor niets weer bij de Baak. Zij heeft een zeer sterk normbesef en mijn bewijsstuk van haar integriteit dat ik je onlangs in Stiens heb laten zien - betaling van door haar overgenomen lampen e.d. - heeft jou natuurlijk wel aangetoond wat voor persoon zij is. Je hebt dat ook uit mijn verhalen kunnen opmaken. Deze enveloppe met geld is overigens ook het enige stuk dat ik ooit aan de Baak-bezittingen heb onttrokken, naast de groepsfoto van het Nieuw Elan-personeel, die is gestolen. Ik hoop dit te kunnen teruggeven wanneer het zijn werk heeft gedaan. Het was voor mij een nieuwe ervaring. Bij NIOW B.M.O. werd er continu van zakelijk naar privé "geschoven". Boogaards zelfprojectie in de dagvaarding van januari 1988 is voor mij thans een keiharde realiteit.

5. 26 juni 1994 - Grand Prix PTT Telecom Dressuur te Arnhem

Bedankt voor je telefoontje van vanmorgen. Je bent het komende weekend hier welkom. Ik vind het een goed idee van je om een aantal scenario's uit te werken waar we samen een keus uit kunnen maken. Het was me het weekendje wel. Gisteren heb ik Ramon in Leersum opgehaald en kreeg van mijn ex twee VIP-kaartjes voor het CSI/CDIO Internationaal spring- en dressuurconcours in PAPENDAL bij Arnhem. Daar ben ik vanmiddag naar toe geweest. E. wist dat ik door L. mij in de paardendressuur ben gaan interesseren. In 1992 heb ik in Jerez de la Frontera ook de Real Academia del Arte Ecuestre, de échte Spaanse rijschool, bezocht en L. daar een kaartje van gestuurd.

Ik denk dat E. het best wel prettig zal vinden als ik L. ooit weer eens zou ontmoeten. Ze heeft ooit eens gezegd: "Als L. verliefd is op jou, is mijn probleem opgelost". En nu denk ik dat ik L. gezien heb. Ik weet het niet zeker, ik denk het voor 35%. Het kan ook een zusje van L. zijn geweest, maar ik vond de gelijkenis erg treffend. Ik ben nl. gaan kijken naar de PTT Telecom Grand Prix Dressuur waaraan twee Nederlandse combinaties deelnamen en tien combinaties uit andere landen als Amerika, Groot-Brittannië, Zwitserland en Duitsland. Ik ben tegenover de tribune gaan staan. Op de eerste rij van de tribune, van haar uit gezien rechts van het midden, zat een jonge vrouw die erg veel op L. leek. Ze was tezamen met een oudere mevrouw en een jong meisje. Ze had hetzelfde haar, dezelfde karakteristieke lichaamshouding, dezelfde zonnebril en dezelfde blossen op de wangen als ze in mijn richting keek. Tijdens de pauze heb ik haar even in mijn nabijheid gezien. Ze droeg een zwarte jurk met witte (met lichtgroen en lichtrood gedoteerde) stippen. Toen ik haar aankeek had ik de indruk dat het L. niet was, maar na de pauze viel het mij op dat zij voortdurend van de paarden was afgeleid en mij strak aankeek. Ik kreeg weer dat gevoel terug van dat sterke oogcontact dat ik ook in het begin van onze samenwerking met haar had, waarin wij blindelings op elkaar reageerden, ook al werden wij gescheiden door een zaal met 150 mensen en een afstand van 50 meter. Het eerste moment dat ik deze vrouw op de tribune zag heeft me sterk geëmotioneerd. Ik heb nooit kunnen denken dat iemand ooit zo'n sterke invloed op mij zou kunnen krijgen. Uiteindelijk werd het toernooi door een Nederlandse combinatie gewonnen. Tijdens de ceremonie protocolaire werd het Wilhelmus gespeeld en stond ik en de vrouw die op L. lijkt recht tegenover elkaar en keken elkaar voortdurend aan. Het was een zeer bijzondere gewaarwording. Na afloop heb ik haar, ik denk met haar moeder, zien vertrekken. Ze leek me iets jonger dan L., maar ook hierin kan ik mij vergissen. Ik heb L. immers twee en een half jaar niet meer gezien. Eén ding weet ik zeker: Ik houd nog steeds van haar want het doet me goed dat ik deze vrouw heb gezien en ik tijdens de "dressuurvoorstelling" even heb kunnen verwijlen bij de paardrijdkunst waarin L. zeer begaafd moet zijn. Zij beschikt over een, Engelse, bevoegdheid om mensen in de dressuur op te leiden. Zoals je weet heeft ze een opleiding van een jaar hierin gevolgd in Henley-upon-Thames.

6. Baakdirectie

Voordat ik naar PAPENDAL reed heb ik nog even een BEDANKBRIEFJE aan de heer Lulofs geschreven. Hij luidt alsvolgt 26 JUNI 1994 UW BRIEF VAN 20 JUNI 1994 TER ATTENTIE VAN DRS H.W. LULOFS. Ik denk dat het belangrijk is dat je van deze ontwikkeling op de hoogte bent. Het zal ongetwijfeld belangrijk zijn voor onze gemeenschappelijke scenarioplanning. Je kunt voor het komende weekend hiermee rekening houden. Toen ik bij de Baak wegging heb ik er grote waarde aan gehecht de bij deze organisatie opgebouwde goodwill te kunnen blijven behouden. Dit staat natuurlijk lijnrecht tegenover jouw behoefte om de Baak in rechte bij jouw problematiek te betrekken.

7. Mr. Verbunt

In je telefoontje van vanmorgen opperde je het idee om eventueel een andere advocaat te nemen. Ik heb daar verder even over nagedacht en ik sluit niet uit dat ik met het oog op mijn netwerkpositie en de lopende ontwikkelingen in de toekomst ook een advocaat nodig zal hebben. De heer Verbunt is dan voor mij de aangewezen persoon. Wellicht kun jij toch het beste Moszkowics benaderen voor jouw probleem.

8. Lions erecode

In het kader van mijn Lions-lidmaatschap moet ik mij houden aan de volgende code:

Ik zal

1. in mijn beroep een zodanige inzet betrachten en zodanig hulpvaardig zijn, dat ik verdien te goeder naam en faam bekend te staan; 2. goede resultaten nastreven en een billijke, mij rechtens toekomende vergoeding of winst verlangen, maar geen winst of voordeel behalen ten koste van mijn zelfrespect, door mijzelf oneerlijk te bevoordelen of anderszins incorrect te handelen; 3. mij laten leiden door de gedachte dat het niet nodig is mijn positie op te bouwen ten koste van anderen; degenen die een beroep op mij doen niet in de steek laten en trouw zijn aan mijn principes; 4. bij twijfel over de vraag of mijn positie wel rechtmatig of zedelijk verantwoord is en mijn handelen ten opzichte van een ander wel correct is, niet mijzelf, maar de ander het voordeel van de twijfel geven; 5. vriendschap niet als middel maar als doel beschouwen; er van uitgaan dat ware vriendschap niet berust op wederzijds verleende diensten, doch niets verlangt, maar alleen diensten aanvaardt in de geest waarin zij worden gegeven; 6. mij voortdurend bewust zijn van mijn plichten jegens mijn land en mijn woongemeenschap en mij dienovereenkomstig in woord en daad loyaal gedragen; naar vermogen mijn tijd, energie en middelen voor de gemeenschap inzetten; 7. mijn medemensen helpen door mee te leven met hen die leed ondervinden, door hulp te verschaffen aan zwakken en door steun te geven aan behoeftigen; 8. voorzichtig zijn met kritiek, royaal met lof en mij niet negatief, maar constructief opstellen.

9. Lions slotdag

Deze heeft gisteren plaatsgevonden. Het was een prettige bijeenkomst. Ik heb een tocht over de Loosdrechtse Plassen gemaakt in een vlet van onze gastheer. Nadien nog een zeiltocht gemaakt met een uitstekende roerganger, Nederland-België bekeken en samen onze nieuwe president geïnstalleerd.

10. Jouw artikel uit NRC/Handelsblad, 23 feb. 1980 (bijlage 4): Een aanval op de mythe van het menseneten.

Je geeft hierin al aan wat de toenmalige problematiek van Gonsalves was. Wat heb jij een geweldige wetenschappelijke kennis op dit gebied! Hierin ben ik echt een leek. Wat ik belangrijk vind van dit artikel is je binding met het NRC/Handelsblad. Het lijkt mij goed dit in je persoonlijke PR-plan op te nemen. Ook je artikel over de UB van Windsor uit de universiteitskrant van 16-2-77 geeft aan hoever jouw invloed reikt. Ik ben overigens nog zeer benieuwd naar het onderzoek van Wolffensperger. Ik denk dat hij Minister van Justitie wil worden. Dan is het goed dat hij uitzoekt welke Brabantse criminelen geprobeerd hebben Gonsalves ten val te brengen. Ik ben benieuwd wanneer ik je hier in Nijmegen het komende weekend kan ontvangen. Tot je telefoontje.

30 JUNI 1994 AANKONDIGING VOORGENOMEN BEZOEK AAN GRONINGEN