3 maart 1998. Betreft: OPERATIE HEIDEBEZEM Kenmerk: JH/TBG980303. Beste Tjitse, Hartelijk dank voor je brief van 1 maart jongstleden, die ik vanmiddag ontving. Ik zal hier ogenblikkelijk op reageren in verband met jouw rechtszitting van aanstaande vrijdag. Op de eerste plaats dank ik jou voor jouw complimenten aangaande de beheersing van mijn tweede vreemde taal: Engels. Ik ben immers meer thuis in het Spaans, zoals je weet. Dat is in Engeland ook bekend, maar uiteraard ben ik er vanaf 1 augustus 1996 - toen ik mijn 'Candle in the Wind' in Canterbury Cathedral heb opgestoken - door het gebruik van de taal in de praktijk weer enigszins hierin thuisgeraakt. In jouw brief moet ik - zoals gebruikelijk - wel een aantal zaken ontzenuwen, aangezien ik enkele interpretatiefouten heb vastgesteld. Zo heb jij in jouw brief geschreven "Hoe groot ook de adoratie voor Blair, Diana of M. Al Fayed, onoverkomelijke communicatieproblemen zouden contacten zoals de jouwe onmogelijk maken". Ik heb echter niet laten weten dat ik deze drie mensen adoreer. De heer Al Fayed is immers persoonlijk verantwoordelijk voor de dood van Mijn Prinses. Ook heeft de heer Blair zijn verkiezingsoverwinning naar mijn stellige overtuiging aan mij te danken nadat ik het Instituto Cervantes England and Wales had opgericht, Prinses Diana in april tot Director of the Company had benoemd onder de toezegging er per 28 september 1997 een Family Company van te maken en had laten weten dat 'Education' mijn Core Business was. Blairs verkiezingsleus was in die tijd - die ik dus aan den lijve heb medebeleefd in Engeland - "I've got only three priorities: Education, Education and Education". Blair heeft overigens in dank mijn Business Plan ontvangen en voert mijn beleid dus uit in het Verenigd Koninkrijk. Dat is natuurlijk een erezaak. Mijn taalgebruik heb ik niet van bestaande literatuur, noch is het aangepast aan het -veronderstelde- taalgebruik van hoge en/of adellijke kringen. Ik communiceer namelijk altijd op het niveau van degenen waarmee ik omga. Mijn contacten met Engelse hofkringen zijn nogal veelvuldig geweest in de laatste tijd. Automatisch neem ik dan dat taalgebruik over. Zo werkt dat bij mij. Als ik in Schotland vertoef spreek ik Schots. In Madrid spreek ik Castiliaans en Andalusisch aan de Costa del Sol. In Oostenrijk spreek ik Tirools, in Keulen Kölsch, in München Beiers en Hochdeutsch in Münster. In Rome spreek ik beschaafd Italiaans en in Londen af en toe een keertje Cockney. Maar dat laatste heb ik wel afgeleerd in de laatste jaren. Wat mijn strategie betreft heb ik niet overwogen om op lager niveau te starten. Dat kan ik immers niet. Ten gevolge van het interview voor Radio Nederland Wereldomroep eind jaren tachtig en als permanent eigenaar van het handelsmerk Instituto Cervantes in Nederland, België, Luxemburg, Engeland en Wales heb ik geen andere keus dan top down te werken. Ik ben dus bij de staatshoofden begonnen. Vervolgens de regeringsleiders van de betreffende landen. Daarna is dus pas de volksvertegenwoordiging aan de beurt. Maar ik heb thans gekozen voor het bedrijfsleven en hoop mijn bedrijf spoedig aan de Spaanse werkgeversorganisatie CEOE te koppelen. Ik wil wel groeten met Sir Johannes L. van der Heyden, maar geef Her Royal Majesty wel de eer mij eerst die titel toe te kennen voordat ik brieven naar derden stuur met die titel. In Spanje heb ik inmiddels al de titel 'Don' verworven in een brief van het Instituto Cervantes in Alcalá de Henares. Je vraagt ook of ik een kritische Nederlandse of Engelse partner heb die ook een goede strateeg is met cloud in society circles. Uiteraard is Hare Majesteit de Koningin terzake mijn voornaamste partner. Ik heb Hare Majesteit namelijk laten weten dat het recht op de naam Instituto Cervantes in de Benelux een historisch verworven recht is dat ik beslist niet meer uit handen geef. Uiteraard heb ik Hare Majesteit in mijn testament opgenomen voor het geval mij ooit eens iets zou overkomen. Zij is op dat punt een uitstekende partner aangezien Zij zowel over de Nederlandse als Britse nationaliteit beschikt en goed met mijn vrienden Koning Juan Carlos en Koningin Sofía in Madrid overweg kan. Hare Majesteit mag daarover niet praten. Daarom doe ik het. Ik ben immers verantwoordelijk voor mijn eigen handelen en voor degenen die ik hierbij betrek. Ik ben Haar veel dank verschuldigd. Zo heb ik het zeer op prijs gesteld dat Zij voor mij Haar ambassadeur uit Zuid-Afrika heeft overgeplaatst naar Brussel, zodat Hij daar mijn belangen kan behartigen en dat ook uitstekend doet. Paars en Oranje kunnen het dus erg goed met elkaar vinden. De Telegraaf meldt immers niet voor niets op de voorpagina vandaag "Paars petje af voor lol in de politiek". Je hebt het namelijk goed gezien dat ik in het midden sta op de groepsfoto met het onderschrift "Paars vol lof over Kok en Van Mierlo".

Het kabinet is namelijk naar het paars van der Heijden genoemd. Mijn paars dus. Het paars van Mijn Instituut. De foto is afkomstig van een oude NIOW-brochure en het bedrijf MCC Nederland aan de Burgemeester Strahmannlaan in Amsterdam is voor deze fotomontage verantwoordelijk. Leuk bedacht. Vind je niet? Ook mijn postzegel is op dezelfde plaats vervaardigd.

Er zal inderdaad wel een nieuwe paarse partij komen onder leiding van de huidige minister van Economische Zaken. Hij wordt mijn Financieel-Economisch Directeur, zodra hij een aantal opdrachten voor mijn bedrijf in de wacht heeft gesleept waarmee ik hem dan kan betalen. Dat moet hem wel lukken gezien de ervaring die hij kortelings heeft opgedaan in China op dit punt. Dat kan hij uiteraard ook in Spanje en Latijns-Amerika. Ik hoef dus geen stekelige veren glad te strijken. Ook heb ik geen Nationale Ombudsman nodig aangezien Winnie haar positie - in tegenstelling tot hetgeen wordt gemeld in de media - aanzienlijk heeft versterkt nu zij de reorganisatie van het Openbaar Ministerie heeft voltooid en ik haar heb geadviseerd de heer Docters van Leeuwen een therapie te laten voorschrijven in de vorm van de bestudering van mijn Case study "De Zaak N.I.E.T.S. B.V.". Dan heeft hij weer een vette kluif om in te bijten en kan hij weer aan het werk zodra hij een helder beeld heeft van de situatie in dit land. De informatie over jouw zaak heb ik gelezen. Je kent mijn standpunt. Ik houd terzake ook de Groningse Gemeentelijke Sociale Dienst verantwoordelijk. Zij hebben je toendertijd aangemeld in overleg met een medewerker die niet meer bij de Baak werkzaam was op het moment dat de dienst heeft ingestemd met jouw terugtrekking uit de cursus. Ik handhaaf echter de stelling dat die dienst zeer in gebreke is gebleven door het principe van 'hoor en wederhoor' niet toe te passen. Dat is een ernstige vorm van onbehoorlijk bestuur. Jouw artikel over "Leiders en benadeelden" vind ik een uitstekende analyse - voor zover ik dat op dit moment vluchtig heb kunnen beoordelen - van het wanbeleid van de Groningse overheidsfunctionarissen. Het NRC heeft dienaangaande afgelopen zaterdag een verhelderend artikel gepubliceerd met de titel Een rode stad verbleekt. Het artikel kondigt het einde aan van de Max van den Berg en Jacques Wallage-sfeer. Beide heren hebben in de loop van de tijd moeten leren dat geld eerst moet worden verdiend voordat het kan worden uitgegeven. Ik zal jouw verzoek om dit artikel niet onder ogen van L. te brengen respecteren. Ik denk echter dat zij het in grote lijnen met jouw analyse eens zal zijn, aangezien zij ethiek en integriteit hoog in het vaandel heeft staan. Ik ben je in dit verband ook dankbaar voor het artikel Negen eeuwen Friesland-Holland, Geschiedenis van een haat-liefdeverhouding. Ik heb de initialen van L. Halbertsma vaak geïnterpreteerd als Liefde-Haat. Aangezien zij bij mijn ontslag heeft bedongen bij mijn persoonlijke keuzeproces betrokken te mogen blijven en ik daarmee heb ingestemd, heeft die H voor mij een andere betekenis gekregen: Highness. Veel succes aanstaande vrijdag, Sir Johannes L. Van der Heyden sstt

1 MAART 1998 HILVERSUM