J.L. van der Heijden Zwanenveld 91-21 6538 SH NIJMEGEN 080-447203 Officier van Justitie Postbus 16005 3500 DA UTRECHT Nijmegen, 22 april 1995 Edelachtbare, Bijgaand zend ik u een kopie van een beschikking die ik heden heb ontvangen. Het doet mij deugd te constateren dat de samenwerking tussen politie en Justitie thans in Nederland substantiële vorm begint aan te nemen en uw registratieapparatuur kennelijk deugdelijk functioneert. U beschikt thans over een document dat mijn positie op 31 maart 1995 om 11.39 uur aangaf. Ook dat doet mij deugd. Justitie is mij momenteel nog een substantiëel bedrag aan reiskosten verschuldigd in verband met mijn werkzaamheden bij de Centrale Recherche Informatiedienst in de periode april-september 1994. U kunt zich hieromtrent in verbinding stellen met de heer W.E.M. Vos, Hoofd van het Documentatiecentrum. Ik verzoek u ervoor zorg te dragen dat deze declaratie zo spoedig mogelijk op mijn postbankrekening wordt overgemaakt. Uiteraard sta ik u toe het bedrag van fl. 50,- m.b.t. uw beschikkingsnummer 8509286 in mindering te brengen. Ik behoud mij overigens het recht voor de wettelijke rente over mijn uitstaande declaraties bij Justitie in rekening te brengen. Het is triest dat er een verkeersovertreding nodig is geweest om Justitie op haar omissie te wijzen. Dit is voor mij geen gebruikelijke werkwijze, maar dat zal bij Justitie inmiddels wel duidelijk zijn geworden. Ik dank u bij voorbaat hartelijk voor uw medewerking.
12 MEI 1995 BRIEF VAN 22 APRIL 1995 TER ATTENTIE VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE TE UTRECHT