Zaterdag 7 augustus
2004
Het was een bijzondere avond gisteren. María Esther Guzmán
is een wonderkind. Zij is in Sevilla geboren en heeft daar tot
op de dag van vandaag gewoond. Zij is afkomstig uit een familie
met een lange muzikale traditie. Volgens José Luís
de Celis afkomstig uit de Lage Landen met de naam "Guervós".
Ik heb María Esther en José Luís laten weten
dat dat vermoedelijk een verbastering is van de familienaam Van der Bosch
of Van den Bosch, aangezien alle hoogadellijke geslachten in de
tijd van Karel
V het voorvoegsel "Van
der" of "Van den" voerden
en wij als "Heydens
ketters" indertijd door de Spanjaarden
met "herejes"
werden aangeduid. Hoewel een echte Spaanse
herkende ik in María
Esther opmerkelijke familietrekken:
blond en een Nederlandse blik in de ogen. Haar voorouders zijn
in het begin van de zestiende eeuw met de muziekkapel van Keizer
Karel V - Karel I van Spanje - mee naar Spanje gekomen. Uit
deze familie is een rijke dynastie musici voortgekomen. Ik heb María Esther en José
Luís uiteengezet dat Karel
V naast don Juan
van Oostenrijk vermoedelijk nog meer buitenechtelijke kinderen
heeft gehad, zoals Heydanus.
Naar verluidt had Karel
V een minnares in Mechelen
met de naam "Margaretha
van Mechelen". Voor zijn vertrek
naar Spanje heeft hij haar in 1529 voor het laatst bezocht. Heydanus
werd daar in 1530 geboren uit een hoogadellijk
geslacht. Dat kan geen toeval zijn.
Het is niet ongebruikelijk dat een buitenechtelijke zoon in conflict
raakt met zijn "blood parents", zoals onlangs nog is
getoond in "The
Bold and the Beautiful" (Ridge
Forrester contra zijn natuurlijke vader Mássimo Marone).
Heydanus was dan
ook de eerste die in 1566 in opstand is gekomen tegen zijn vermoedelijke
halfbroer Koning
Filips II. Deze hypothese is nog niet bewezen, maar kan door
middel van DNA-onderzoek worden aangetoond. María Esther Guzmán
was gisteravond tijdens haar optreden gekleed in een rok in de
paarse
kleur van het Instituto
Cervantes Benelux. Hiervoor heb ik haar ten zeerste bedankt.
José Luís
de Celis schreef over haar: De intuïtie
en de liefde voor de muziek ontwaakten in María Esther op
zeer jonge leeftijd, waarbij zij een speciale aanleg voor de gitaar
bleek te bezitten. Zij gaf haar eerste concert reeds op vierjarige
leeftijd en op elfjarige leeftijd won zij al de eerste prijs in
het "Concurso Nacional" van de Spaanse Radio en Televisie
RTVE. Zij heeft haar hoofdopleiding gevolgd op het conservatorium
van Sevilla onder de directie van América Martínez
waarbij zij haar studies heeft geperfectioneerd bij verschillende
meesters. Op twaalfjarige leeftijd speelde zij ten overstaan van
Maestro
Andrés Segovia,
die haar lof toewuifde en adviezen gaf. Tussen haar veertiende
en eenentwintigste levensjaar ontving zij nog eens zes "Primeros Premios Nacionales" en dertien "Internacionales" van groot belang, zoals de "Regino Sáinz de la Maza" in Okayama, Japan 1988. Haar concertwerkzaamheden
hebben haar naar vele landen gevoerd waar tevens opnames zijn
gemaakt. Zij heeft talrijke kamermuziekconcerten gegeven en is
als soliste opgetreden met orkesten onder leiding van grote maestros
als E. García Asencio, Leo Brouwer, Adam Natane, Colin
Metters, Odón Alonso. A. García Abril, etc. Vanaf
haar twintigste jaar maakt zij deel uit van verschillende examencommissies
bij nationale en internationale examens, waarbij zij zelf ook
"Clases Magistrales" geeft. Haar uitgebreide repertoire
omvat werken vanaf de Renaissance tot eigentijdse muziek, evenals
talrijke transcripties voor de gitaar. Haar muzikale productie
bestaat uit een LP, 9 CDs en een video. Na diepgaand onderzoek
heeft zij de muziek van de Spaanse componist Julián Arcas
uit de negentiende eeuw herschreven en op CD opgenomen. Hiervoor
heeft zij een prijs gewonnen van het muziektijdschrift "RITMO".
(13.15 Peñaranda de Bragamonte) In 1995 ontving zij van
de "Junta de Andalucía" de "Premio
de Cultura" binnen de sector "Andalucía Joven de
Música". In september 1998
heeft men haar een eerbetoon als JJ.MM (jóvenes maestros)
verleend naar aanleiding van haar "Bodas de Plata" (Zilveren
bruiloften) en bijbehorende muziek. María Esther heeft
de volgende werken ten gehore gebracht: Tríptico (Armada,
Madrugada - canción venezolana -, La Negra - vals venezolano)
en Seis por derecho (joropo) van A. Lauro; Sueño en la
floresta van A. Barreos en Sunburst van A. York in het eerste
deel. Na de pauze: intermezzo de Goyescas, Danza V en Zambra van
E. Granados; een ingelast nummer van een Japanse componist en
Asturias en Sevilla van J. Albéniz. Vooral het laatste
nummer bracht mij in gedachten terug naar de tuinen van het Alcázar
van Sevilla die ik voor het eerst in 1971 heb bezocht. De slaapkamer
van mijn vermoedelijke voorvader Karel
V was toen nog voor het publiek toegankelijk. Ik heb María
Esther laten weten dat ik tijdens mijn
reis
in 1992 door Spanje sterk geïnspireerd ben geraakt door
de CD AZAHARA van Paco
Peña, die ik bij het afscheid
van Nieuw Elan
van jou heb ontvangen. Die muziek heb ik gedurende de hele reis
in mijn "Mazda
Rocinante" gedraaid. María Esther zag het direct als een film voor zich: "Así se mezclan los
imágens del paisaje con la música". Ik vind dat we haar een plaats moeten geven in
THE ANGEL
ON THE BRIDGE en haar de gelegenheid dienen te bieden om op 28 september
aanstaande in Paleis
Het Loo een recital te verorgen in de Anglicaanse Kapel. Ik
ben dan bereid daar in een wit kostuum te verschijnen. Echter
niet in navolging van de heer Piet Doedens van de Oudegracht in
Utrecht. Van die categorie "medeburgers" heb ik de buik
THÁNS aardig vol. María
Esther gaf mij duidelijk te kennen graag
in contact te willen blijven. Ik heb haar mijn kaartje verstrekt.
José Luís had dit recital georganiseerd ten behoeve van oude
vrienden vanaf 1970. Hij heeft onder meer goede contacten met
de burgemeester van Salamanca
en de Universiteit. Hij heeft het Colegio de España in
1973 opgericht en als eerste de 'cursos de verano' in eigen beheer
georganiseerd.
Naar zijn zeggen hebben deze zomer 7000 buitenlanders een 'curso de verano' in Spanje gevolgd. Hij onderscheidt zich van don Quijote door zijn prijsstelling. Naar zijn zeggen is don Quijote 60 procent duurder dan zijn cursussen. Hij heeft dan ook een andere doelgroep: Studenten die een studie Spaanse Taal- en Letterkunde volgen aan een universiteit waar ook ter wereld. Ik heb gisteravond ook gesproken met de weduwe van Don Alberto Navarro González. Hun zoon Alberto Navarro is diplomaat in het Europees Parlement. Voor de toetreding van Spanje tot dat parlement hebben we hard gewerkt vanaf het moment dat ik met Alberto Sampere in Madrid tot samenwerking ben overgegaan in 1980. Ik heb mevrouw Navarro als 'Novio de la Princesa de Gales' van de oprichting en ontwikkeling van het Instituto Cervantes Benelux op de hoogte gesteld en mij verheugd uitgelaten over de "procesos de integración en la Unión Europea". "El ideal de Carlomagno" (Karel de Grote) antwoordde zij. Daarmee sloeg zij de spijker op de kop. "Carlomagno vivió en mi ciudad natal de Nimega" en zijn rechtbank stond in Heyden.
Dat kan geen toeval zijn.
14.07 Ávila. Hier was ik voor het eerst op 16 juli 1968. Een mens volgt altijd het spoor van zijn voorouders. 14.26 Ik passeer nu de plaats 'La Cañada'. Ik sluit niet uit dat hiervan de landnaam 'Canada' afkomstig is. 14.56 We passeren 'El Escorial'. Hier heb ik in 1980 Corthea Goeman Borghesius leren kennen. 15.02 Villalba de Guadarrama. 15.30 Madrid Chamartín. 16.30 Ik schrijf vanuit het Parque de Retiro in Madrid. Hier heb ik in 1980 met Corthea mijn eerste geluidsfilm gemaakt ten behoeve van de cursisten van het FSI. A partir de este momento me siento muy amigo de las casas reales de España y los Países Bajos. Het spijt mij dat ik mijn instituut niet toen al 'Instituto Cervantes' heb genoemd. Het zou een groot aantal misverstanden op voorhand hebben weggenomen. Ik heb mij gisteren overigens laten weten dat JUAN CARLOS eveneens in Hotel Rector logeert als hij te gast is in Salamanca. Meer beelden van het Parque de Retiro in mijn bericht uit de zevende hemel van 31 juli 2003 18.00 Madrid Atocha. Hier hangt een doodgraverssfeer. Vorig jaar om deze tijd was dit station nog een station van levendige bedrijvigheid. Nu zijn hier verscherpte veiligheidsmaatregelen ingesteld. De dood van bijna 200 mensen en 1400 slachtoffers van 11 maart is niet meer van dit station uit te wissen. Ik heb een ober van het paviljoen naast de 'estanque' van het Parque de Retiro laten weten dat ik thans mijn eigen verhaal vertel en dat niet meer overlaat aan anderen. Ook inzake Diana. Dit om verdere misverstanden en slachtoffers in de toekomst te voorkomen. José Luís de Celis was vanzelfsprekend als goede vriend van Ida Willadsen en Bob Burger van de situatie op de hoogte. Ik begrijp niet dat José María Aznar die aanslagen niet heeft zien aankomen. Ik heb hem immers niet voor niets mijn boek bezorgd op 28 juli vorig jaar in het Palacio de la Moncloa. Ook mijn eerdere brieven aan hem moeten hem stof tot denken hebben gegeven. 22.35 De Talgo nadert Málaga. De ontwikkeling van ons bedrijf laat ik graag aan jou over. Dan wijd ik mij graag aan
THE ANGEL ON THE BRIDGE
samen met
STEVEN SPIELBERG
Dat
is
DE KRACHT
VAN HET GELOOF