ZATERDAG 13 MEI 2006

Deze laatste dag van het colloquium begon op de plaats waar hij gisteren was geëindigd. 10:46 Avenue Gambetta. 10:50 Espace Indigo. Om 11:10 betraden wij de begraafplaats PÈRE LACHAISE. We bezochten eerst het graf van de schrijver ENRIQUE GOMEZ CARRILLO uit Guatemala.

Zijn landgenoot schrijver dichter JOSÉ MEJÍA - hierboven afgebeeld ter linkerzijde van het graf - gaf daarbij - zowel in het Frans als het Spaans - een toelichting op zijn leven. Daarna zijn wij naar het graf van MIGUEL ÁNGEL ASTURIAS gewandeld. Daarbij heb ik de heer INOCENCIO GÓMEZ in kennis gesteld van mijn relatie tot LADY DIANA SPENCER.

11:50 Homenage aan MIGUEL ÁNGEL ASTURIAS (Guatemala 1899 - Madrid 1974). Winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur. Nadat MILAGROS PALMA bekend had gemaakt welke instanties deze bijeenkomsten hebben ondersteund t.w. Seminario Traverses - Université Paris VIII, Seminario - SAL - Université Paris IV, Laboratoire de investigation LEIA - Université de CAEN, IUFM Basse Normandie, PUN, Conseil général du Calvados, Conseil général du Basse Normandie, Marie de Caen, Maison de l'Amérique Latine, Instituto de México en Paris, France-Amérique, tijdschriften Latitud Oº en Resonancias, DRAC Ile de France, Centre National du Livre, Ediciones Indigo & Côtéfemmes, Paris lazen verschillende schrijvers en dichters voor uit eigen werk uit de antologie Le Paris latino-américain El París latinoamericano. Te beginnen bij JOSÉ MEJÍA (Guatemala). Vervolgens Luísa Ballesteros Rosas (Colombia), César Andrade (Venezuela) in gepast MORADO, Diana Castillejas (Mexico), Porfirio Mamani Macedo (Perú), Susana Sulic (Argentinië) naast MILAGROS PALMA (12:23),

Alfredo Noriega (Ecuador) en Olimpia Zúñiga (Nicaragua).

Hierna zijn we naar Espace Indigo teruggekeerd en hebben daar genoten van een Spaanstalige recital door Josefa Galbete uit Spanje. Zij bezorgde ons een muzikale rondreis door Latijns-Amerika met een afsluitend wiegelied van Federico García Lorca uit Fuentevaqueros bij Granada in Andalusië, waar het eerstvolgende AEPE-congres plaatsvindt. Het colloquium werd afgesloten met een diner gourmande op de Seine vanaf 18:00. Vooraf ben ik nog even bij ONS MONUMENT langsgegaan om 16:46.

Zoals u ziet was deze foto reeds weggenomen. Er lagen bloemen van CHANTAL FLORE. Het verhaal gaat terug naar 10 oktober 1990. Hiertoe citeer ik mijn brief GEEN ZEE TE HOOG aan mijn oude schoolvriend HERMAN DE KONING uit Nijmegen. Hierbij denk ik ogenblikkelijk terug aan de themadag die Liesbeth in oktober 1990 had georganiseerd onder het motto Neuzen in de Wind. Het was kort na de verhuizing van ons bedrijf van Hoofddorp naar Noordwijk terug.

Aangezien ik dag in, dag uit met die verhuizing bezig was geweest, had ze mij een paar dagen vrijaf gegeven. In die tijd hield ik mij druk bezig met de boeken van Wayne Dyer over positief denken. Daags voor die speciale dag belde ze mij op dat ze me persoonlijk zou komen ophalen op het station in Leiden. Ik zie ze nu nog staan in een matrozenshirtje en een petje op. In het pand op de Parallelboulevard werd het gehele personeel in groepjes verdeeld: strandjutters, toeristen en wat dies meer zij wat met het Noordwijkse dagelijks leven te maken heeft. Ik werd uitgedost in een rood shirtje, een zwembril en een snorkel. "Vandaag wordt er een nieuwe leider geboren", liet Liesbeth onze collega's weten, voordat we naar Katwijk vertrokken. Ik had geen idee waar zij op doelde. Eerst gingen we met de bus naar het ruimtevaartmuseum van Estec. Vervolgens naar Katwijk en van daaruit over het strand terug naar Noordwijk. Ik was in een groep ingedeeld met onder meer Bert Hortensius, Leo Hick - onze automatiseerder - en Elisha Rensing. Tijdens de strandwandeling raakte ik met Elisha in gesprek over het boek Geen zee te hoog van Wayne Dyer. Dit deed ons beiden besluiten om ons van onze kleding te ontdoen en samen een duik in de woeste golven te nemen. Op hetzelfde moment kwam Liesbeth voorbij met haar groepje. Ik zie ze nog achterom kijken. Dat beeld staat in mijn geheugen gegrifd. Nadien zijn we met onze groep naar de Baak gewandeld. John Leddy was net in een lantaarnpaal geklommen bij de Edelman. Het was ongeveer eenzelfde straatlantaarn als Jan van der Heyden had uitgevonden in zijn goede tijd. Voordat we de Baak zijn binnengegaan heeft Bert nog een groepsfoto van ons laten maken in zee op een pallet van Halbertsma Pallets. We hadden daartoe allemaal een fopneus meegekregen met een elastiekje.

Nico, de floormanager van de Baak, die ik op het oog heb als onze nieuwe chauffeur, is verantwoordelijk voor die foto. Het stel ongeregeld kreeg nadien in de lounge van het hotel ook nog een kop koffie aangeboden. Vervolgens zijn we weer naar ons nieuwe kantoor aan de Parallelboulevard gegaan. Tegenover het Hotel Oranje. Ik ben er op 16 juni vorig jaar nog een keer langs gegaan. Ik logeerde toen in Kaag. Niet ver van Tante Kee. Dat heb ik voor de volledigheid gemeld aan mijn collega's aan de kust. Zoals dat betamelijk is. Het pand is nu weer aardig verbouwd en we hebben er een leuke tijd gehad. Vandaar dat ik daar graag een keer naar terug ga als ik eens in Nederland ben. Na die strandwandeling hebben we daar nog een kop soep gegeten en zijn er nog enkele foto's gemaakt. Onder meer in een soort speelgoedbadje waarin Bert Hortensius op mijn schouders leunde. Die foto's zijn allemaal gestolen in het Sint Radboudziekenhuis, ofwel zonder mijn toestemming weggehaald. Na dat korte intermezzo zijn we naar de plaatselijke bowlingbaan getogen. Na een uur stevig kegelen kwamen we in het restaurant terecht om te steengrillen. Liesbeth kwam toen naast me zitten en heeft me de hele avond verwend met lekkere hapjes. In die tussentijd werden er door enkele collega's wat schetsjes opgevoerd die we tijdens de wandeling hadden moeten voorbereiden. Daar stond mijn hoofd toen niet zo hard naar. Twee dames hadden nog een leuke sketch over Don John. Tenslotte stond mijn Number One Poppetje op en nam het woord. Een toespraak die ik mijn leven lang niet meer vergeet. Vijf en twintig rode rozen en een dikke kus. Daar is geen enkel mannenhart tegen bestand. Vandaar dat ik haar bij mijn afscheid er vijftig heb teruggegeven. Daarmee is toen mijn veranderingsproces begonnen, waardoor ik uiteindelijk hier in de Zevende Hemel ben terecht gekomen. In mijn visie stelde het standbeeld van EELTJE HALBERTSMA uit Grouw van de verwijderde foto het beeld voor van de COMENDADOR uit het toneelstuk EL BURLADOR DE SEVILLA Y EL CONVIDADO DE PIEDRA.

In het hierboven vermelde toneelstukje werd ik aangeduid met DON JUAN. In dit verband doet het bovenstaande beeld mij automatisch denken aan het welbekende Nederlandse spreekwoord

ROZEN VERWELKEN, BLOEMEN VERGAAN

MAAR ONZE LIEFDE BLIJFT ALTIJD BESTAAN.

Om 17:20 heb ik op de brug tussen de Eiffeltoren en het Palais de Chaillot - op de plaats waar op 12 mei 1972 de bliksem in mijn paraplu is geslagen

een jong stelletje uit Firenze in Italië nog zo'n verwijderde foto cadeau gedaan. Om 17:35 bereikte ik de PONT DE BIR-HAKEIM. Bekend van THE LAST TANGO IN PARIS. Om 18.00 had ik aan de op een eiland in de Seine liggende kade een gesprek met de uitsluitend Frans sprekende echtgenoot van JOSETTE HERVÉ. Dit deed mij uiteraard aan de naam HERVÉ STÉPHAN denken. Om 18:12 meerde het restaurantschip CAPITAINE FRACASSE bij het eiland aan. FRACASO betekent MISLUKKING in het Spaans. Dit kan ik echter niet zeggen van de hiernavolgende boottocht. Om 18:22 scheepte het gezelschap zich in. CLAUDE stak al gelijk zijn duim omhoog toen hij mij zag staan met de filmcamera. Ik hoop dus dat de heer HERVÉ mijn CLAIM thans naar behoren heeft afgewikkeld. Daarom heb ik de gérant van het schip ook nog een exemplaar van deze foto verstrekt.

Hij gaf er blijk van hiermee zeer vereerd te zijn en liet ons - EL NÚCLEO DE LA ORGANIZACIÓN - een extra fles Bordeaux bezorgen. MERCI BEAUCOUP. Om 21:28 heb ik nog een keer de plek des onheils bezocht en om 22:07 zag ik dit boek in de etalage van een boekwinkel in de Rue de Lyon.

BONJOUR PARIS!

CERVANTES À LA CARTE