BENALMÁDENA, 1 JUNI 1992

Querida amiga, De Sierra Morena ben ik overgetrokken. Dit is weer de realiteit. De realiteit van zon en zee, maar ook van hard werken en het leggen van contacten met nieuwe amigos. Ik ben nu te gast bij de AEEA, de Asociación de Escuelas de español para extranjeros de Andalucía. De bezoeken worden door een Zwitserse secretaresse met Zwitserse precisie georganiseerd. Iets over het voorgaande. Ik heb gesprekken gevoerd met Marianne de Jong van don Quijote, de directeur van het Colegio de España in Salamanca, Julio Sampedro, de secretaris-generaal van het Spaanse Instituto Cervantes te Alcalá de Henares, de heer Don Juan A. Gimeno Ullastres, de commercieel attaché van de Nederlandse Ambassade in Madrid, de heer Frans Hulsman, en de directies van een groot aantal instituten in Andalusië, die cursussen Spaans verzorgen aan buitenlanders. De gesprekken maken mij duidelijk welk produkt Cervantes Benelux aan het Nederlands-Spaanse bedrijfsleven in Nederland kan bieden. Ik werk dit verder uit wanneer ik weer in Nederland ben. Met de Nederlands-Spaanse Kamer van Koophandel heb ik niet kunnen spreken. De directie was op het moment dat ik in Madrid was op handelsmissie. Ik heb afgesproken in Nederland weer contact met hen op te nemen. Voor het College van Advies heb ik al verschillende kandidaten met een serieuze belangstelling. Vanuit Spaanse zijde een vertegenwoordiger uit de Asociación AEEA, een vertegenwoordiger uit het door de Spaanse overheid ingestelde Instituto Cervantes en ook Julio Sampedro staat niet negatief tegenover toetreding. Hij stelt echter prioriteiten ten aanzien van zijn huidige werkzaamheden. Julio heeft mij zeer hartelijk ontvangen. Hij heeft met mij gesproken over Nuevo Espíritu. Ik zal je daar in Nederland meer over vertellen. Hij is zeer geïnteresseerd in het Cervantes-project en heeft mij een aardig voorstel gedaan dat goed zou kunnen passen binnen de marketing-strategie. Ik stel mij voor het College twee keer per jaar bijeen te laten komen, één keer in Nederland en één keer in Spanje. Er worden toetredingseisen gesteld. Vanmorgen heb ik een gesprek gehad met de voorzitter van de AEEA. Hij heeft mij een zeer interessante opdracht gegeven. Hij verwacht van mij een offerte voor een PR/marketingproject van rond een half miljoen (Nederlandse guldens). Het project is interessant, wordt ondersteund door de regionale regering van Andalusië en past binnen de eigen marketing-strategie van Cervantes. Hiervoor kan een oud IMS-er worden ingezet. Vanmiddag heb ik een gesprek met de directie van het Málaca Instituto. Dit instituut heeft mij al jaren als ideaalbeeld voor ogen gestaan. Als vertegenwoordiger van de International Association of Language Centres was ik hier in 1985 te gast. De directie werd toen gevoerd door Joaquín Chacón, een Spanjaard, en Ida Willadsen, een Deense. Met Ida praat ik vandaag. Joaquín is van haar gescheiden en voert de directie over drie andere instituten. Hem spreek ik deze week ook. Eenmaal terug in Nederland neem ik contact met je op voor een afspraak. Bestaat er voor jou een mogelijkheid in de eerste week van juli ergens in het midden van het land? Misschien Woudschoten of zo? Hoewel ik nu 4000 kilometer achter de wielen heb denk ik dat ik in Nederland weer gauw moeite met het pietepeuterige filewerk zal krijgen en Nijmegen-NOORDWIJK is toch nog een stukje verder dan vanuit Maarn. Un fuerte abrazo y saludos a todos,

JOHN

P.S. Ik kom zojuist uit Málaga terug. Het was een hartelijk weerzien met Ida. Woensdag treffen we elkaar weer. Ze heeft mij aangeboden enige tijd in haar managers-residentie "Club Hispánica" te verblijven. Na het opstarten van Cervantes in Nederland maak ik van deze uitnodiging gebruik. Dit instituut is echt het allerbeste van Spanje. Ik denk hiermee goed te kunnen samenwerken. Hasta luego.

15 JULI 1992 EEN BEDANKJE AAN LIESBETH HALBERTSMA