30 november 2000. Betreft: VANUIT HISTORISCH PERSPECTIEF Kenmerk: JH/HdK20001130. Torremolinos, woensdag 29 november 2000. Estimado Amigo, 20.46 Even met Mieke gebeld. Een vriendin zou via de televisie hebben vernomen dat ik voorlopig Engeland niet in mag. Dat lijkt mij voor de hand liggend, ingeval de zaak inmiddels 'onder de rechter' is.
George Bush noemt zich immers ook nog geen President van de Verenigde Staten. Bovendien kost het de Britse overheid waarschijnlijk handenvol geld om mijn veiligheid te kunnen blijven waarborgen, zoals ik heb mogen ervaren op 5 januari van dit jaar in Durham onder Newcastle.
Dat neemt niet weg dat ik het voorstel heb gelanceerd om met een groepje naar Washington te gaan rond 20 januari a.s. Het is dan wel van belang dat we een flink aantal specialisten meenemen. Met de Proclamatie van een President gaat namelijk veel geld gemoeid. Het lijkt mij derhalve zaak dat de Amerikanen zich thans reeds erop gaan voorbereiden om stevig in Cervantes USA te gaan investeren. De heer Fidel Castro schijnt zich nu ook al met die zaak bezig te houden. Ik ben echter van mening dat hij zich geen acties kan veroorloven zonder overleg met het thuisfront in Madrid. De Vereniging Instituto Cervantes derhalve. Dit in verband met de ervaring die zijn taalgenoten alhier de afgelopen 25 jaar hebben opgedaan binnen het kader van hun democratiseringsproces. Uiteraard kan Tulip Computers daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Dat geldt eveneens voor de bank ING Barings. Aangezien ik om 21.00 werd opgeschrikt door twee knallen, laat ik die zaak thans even rusten en houd mij weer verder met Heydanus bezig. 21.04 Weer een knal. Ik heb nog geen uitnodiging voor de computerclub ontvangen via het internet. Ik blijk volgens Mieke te hebben gresproken met Maya Hugenholtz. Zij vormt samen met Margreet Ates en Ronald Blankenstein de redactie van De Vliegende Hollander. Met name het adressenbestand van de vereniging valt onder haar beheer. Dat lijkt mij een goede zaak teneinde hier "HET RIJK GODS" te vestigen in goed overleg met de direct betrokkenen. Gaspar heeft daar in zijn tijd immers voor geijverd. Ik ben derhalve van mening dat mij dienaangaade ook een belangrijke verantwoordelijkheid is toebedeeld. Wij kochten immers niet voor niets elke maandag zegeltjes voor de zending in Oegstgeest bij juffrouw Maatjes. 21.19 Weer een knal. Niet leuk. Nochtans schijnt Gaspar ook aan de basis te staan van de Church of England. Dat zullen we aanstonds uit het proefschrift van Van Lennep kunnen opmaken. In ieder geval heeft hij bij zijn Heidelbergse vertaling van het verslag van de Emdense Synode uit het Duits een Spaanse term gebruikt ter afsluiting. Te weten: VALE. Hetgeen wij hier gebruiken wanneer wij ergens mee accoord gaan: Deze uitgave is in octavo gedrukt en telt 291 bladzijden. Het is niet onbelangrijk de voorrede ervan met die van GASPAR VAN DER HEYDEN te vergelijken. Zij luidt als volgt: "Den Translateur totten Leser." "Christelicke Leser. Ick heb den arbeydt om dese langhduerende Disputatie wt den Ouerlandtsche in de Nederlantsche tale te translateeren, onuerdroten geerne aenghenomen, niet om eijghen bate, oft yemande te spijte (ken Godt) maer veel meer wt eene sonderlinghe affectie, die ick totter Ghemeynte CHRISTI hebbe, haer hiermede dienst te bewijsen, daermede elck een van alles proeuen ende wat goet is behouden mach. Hoewel ick verstaen hebbe, dat U. L. gewaerschout zijt, dat dese mijne Translatie niet voor goet en behoort gehouden te worden, maer datmen eene andere van grooter formaet, (diemen ooc dructen dewyle ick in den arbeydt was) voor de beste soude houden. In de welcke om beters wille ende tot verlichtinge vander saken (so ick verstaen) hier ende daer wat af ende toeghedaen is, dat ick in mijn translateeren mij niet en heb doruen onderwinden (want anders en waer het gheen translatie) maer heb slechts het waerachtich Exemplaer, het welck in de Churf. Pfaltz. Stadt Heydelberch in druc wtgegaen is, gevolcht, ende daerna wederom metten Originale Exemplaer neerstich gecollationeert, de welcke so ic die te buytengegaen ben, ende men mij tselue bethoonen can, accordere ick beschuldicht te worden, maer die ouer mij oordeelt, eer hi gehoort ende gesien heeft die doet mij gewelt ende onrecht. Hoewel den aart der Translatien is, wel een woort te herstellen, ooc bywylen te veranderen om beters verstants wille, so is nochtans den sin ende meyninge onverandert bleuen, my dies op mijn Exemplaer ende Copie beroepende. Maer so het vrij stonde de woorden te verchieren oft te verbloemen, dat hadde ick wel connen doen etc. Doch en heb ick gheen ander Translatie ghesien, noch den Drucker ghegheven, dan deselue, die ick wt der voorschreven Heydelberscher Copyen gestelt ende onpartydich gevolcbt hebbe. Ende niet met subtylheyt yemants anders Copie wt andere Druckerije becomen, noch myn were daermede gevoordert hebbe, gelyck ick hoore, dat de Afgonstige wtgeuen. Hier toe ben ick inwendich nootsakelic gedronghen geweest my te excuseeren ende u dit niet connen bergen. Biddende U. L desen mijnen arbeydt tot op een verbeteringhe in dancke te willen nemen. VALE."
Klaarblijkelijk is dit een van de weinige woorden Spaans die hij zich in zijn tijd had meester gemaakt. Zijn Middelburgse volgelingen hebben in 1648 zelfs niet eens de Vrede van Munster getekend. Met name om die reden heb ik het Instituto Cervantes Benelux opgericht, hetgeen ongetwijfeld heeft geleid tot de uitreiking van de Four Freedoms Award aan Koning Juan Carlos op 11 mei 1996. Een aanwijzing dat Gasparus tevens aan de basis staat van de Church of England vind ik in de mededeling De voorzorgen van VAN DER HEYDEN hebben dus weinig mogen baten. Wij vertrouwen echter, dat zijne waarschuwingen betreffende de echtheid en ongeschondenheid zijner "translatie," bij de lezers ingang zullen gevonden hebben, en zij zich zorgvuldig voor deze nieuwe uitgave zullen hebben gewacht. Na de voorrede van VAN DER HEYDEN volgt eene "Christelicke Vermaninghe der Cuervorstelicker Paltzsischer Kerckendienaren, die bij den Gespreke te Franckendale geweest hebben, aen die door misverstandt verstricte ofte verwerrede, genoemde Wederdoopers," dan het Mandaat van den Keurvorst tot het houden van het gesprek en eindelijk het Protocol zelf, dat met eene "Recapitulatio ende besluytreden" eindigt. Het boek, in 4° gedrukt, telt, behalve de beide registers (een "van de voorneemste stucken des Protocols" en een van de "Plaetsen des Ouden ende Nieuwen Testaments, die in desen Boeck verclaert werden"), 646 bladzijden. Voor dat wij het boeksken uit de hand leggen, nog een enkel woord over de plaats waar het gedrukt is. Gelijk men uit den titel heeft kunnen bemerken, worden noch de naam van den drukker, noch die van de plaats, waar dit geschiedde, daarop vermeld. Het vignet stelt een staanden leeuw voor, die een geopenden Bijbel in de voorpooten omklemd houdt, met deze woorden er om heen: "Siet de Leeuw wt den Geslachte Juda, de Wortel Davids heeft overwonnen. Apo. 5." (Het is opmerkelijk dat deze afbeelding dezelfde is, als die ons als het kerkelijk zegel der gemeente te Norwich beschreven wordt. zie KIST en ROYAARDS, Kerkhistorisch Archief, I, bl. 484.) TE WATER gist, naar dit titelblad te oordeelen, dat JAN CANIN de drukker was, "tzij " zegt hij "dat die toen te Dordrecht woonde, of ook naar Embden gevlucht was." Uit den brief, dien VAN DER HEYDEN den 4den October 1571 uit Emden naar Frankenthal schreef, krijgen wij meer licht. Daar lezen wij: "Ick bevlijtighe mij vroech ende spade in't ouersetten, maer ick vreese, dat ickt hier niet al sal connen afdoen. Ick heb de broederen geschreuen, of ick soude moghen te Wesel blijven, totdat sulcks volmaeckt waere, anders tsal den druckers tot grooten nadeele comen, die van nv op mij wachten ende ick weet niemand, dien ickt soude doruen toebetrouwen, dus verwachte ick der broederen andworde hiervan." Uit deze woorden wordt het waarschijnlijker, dat Dordrecht de plaats is, waar wij den drukker van het Protocol moeten zoeken; tusschen Wezel en Dordrecht was de communicatie gemakkelijk en levendig. En de Heerbaan naar Zutphen liep vandaaruit over Baak. Bovendien is het bekend, dat JAN CANIN van 1570 tot 1636 te Dordrecht als drukker is werkzaam geweest;' dat het vignet van hem is, kan als zeker beschouwd worden. In datzelfde Dordrecht heeft de heer Marijn Westerbeke mij in 1991 en 1992 op mijn historische positie geattendeerd. Ik heb echter begrepen dat er tussen VAN DER HEYDEN en de PRINS VAN ORANJE ook stevige meningsverschillen hebben bestaan. Van Lennep schrijft dienaangaande als sluitstuk van hoofdstuk II: Ofschoon natuurlijk niet alle bizonderheden in deze brieven ons even veel belang kunnen inboezemen, zoo ontmoeten wij hier en daar dikwijls eene opmerking, die wel waard is, dat men er bij stilsta. Zoo vermeldt VAN DER HEYDEN in zijnen brief van 25 Sept. 1573 terloops, dat hij vernomen heeft dat de Prins VAN ORANJE niet ingenomen was met de Synode te Emden. "'t Wondert mij seere" zegt hij "dat Syn Excel. Synodum Embdanam soude misprysen, daar ons D. ALD. eer wyer henen ginghen, anders geseyt heeft, ende het doet nu vele achterdenckens hebben, wat dat bediedt. Ick sorge wel ten deele, dat het quaet is, dat hij niemand bij hem heeft, die CHRISTI saken wat meer diene. Ick wil met DATH. en TAF. daervan spreken." Wat mag hiervan de reden geweest zijn? Achtte de Prins deze Synode wellicht ontijdig? Uit het volgende hoofdstuk III moge echter blijken hoezeer VAN DER HEYDEN kan worden aangemerkt als de grondlegger van de Nederlandse Gemeenten, waaruit uiteindelijk ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is voortgekomen. Mij uitsluitend baserend op de logica. Ook de uitreiking van de Four Freedoms Award is daarbij van historische betekenis geweest binnen onze familiegeschiedenis. Met name in verband met de keuze van Middelburg. In dit hoofdstuk komen ook mijn huidige landgenoten in beeld.
HOOFDSTUK III.
In de gevestigde
Kerk.
Sedert 1567, het jaar waarin VAN
DER HEYDEN voor de tweede maal naar Frankenthal was vertrokken,
was de toestand in het vaderland zeer veranderd. De inneming van
den Briel en de vrijwillige overgave van verscheidene steden aan
de zaak der vrijheid hadden de hoop bij de welgezinden doen herleven,
en ofschoon de zon van voorspoed niet altijd aan een even onbewolkten
hemel scheen, maar slechts al te dikwijls door zware tegenspoeden
en rampen verduisterd werd, zoo was toch de verwachting van betere
tijden te zien aanbreken algemeen. Wij zullen thans niet algemeen
bekende historische bizonderheden herhalen, maar ons slechts met
datgene bezig houden wat voor de kennis van het leven van GASPAR VAN DER HEYDEN belangrijk
is, en vestigen daarom het oog op Middelburg. Reeds vroeg had
zich in die stad eene gemeente gevormd van hen die belijders waren
der nieuwe leer, en sedert 1559 hadden zij in GELEIN JANSZ. D'HOORNE
eenen trouwen en ijverigen leeraar die even als VAN
DER HEYDEN in der tijd te Antwerpen, het schoenmakershandwerk
beoefende, om der gemeente niet tot last te zijn. Tot in 1566
werden de bijeenkomsten in stilte gehouden en wel meestentijds
ten huize van zekeren BOUWEN de Makelare, die evenals de voorganger
D'HOORNE zelf, onder de door ALVA gebannenen voorkomt. In Juli
1566 begon men op Walcheren met de openbare prediking en in Augustus
van datzelfde jaar werd men in Middelburg ook stoutmoediger en
koos, daar de plek waar men gewoon was geweest in stilte te zamen
te komen te klein was geworden voor het aantal belangstellenden,
een pakhuis binnen de stad "achter het huis genaamd den gouden
Leeuw in den Langendelft." Doch zoodra de overheid hiervan
kennis had gekregen, werd de prediking aldaar gestuit en den predikant
bevolen het rechtegebied der stad te verlaten. Daarop volgde de
beeldstorm, waarvan ook Middelburg niet gespaard bleef, en het
stedelijk bestuur was nu niet langer bij machte het prediken met
geweld te beletten, maar poogde het door zachte middelen tegen
te gaan. Dit alles was echter te vergeefs, want de openbare bijeenkomsten
namen van dag tot dag toe en werden zelfs door de aanzienlijkste
personen bijgewoond. Een kerkeraad vormde zich en de gemeente
nam zeer in bloei toe. Men verkreeg van de regeering vergunning
om in eene schuur buiten de Zuid-Dampoort, zeer gelukkig gelegen,
de godsdienstige samenkomsten te houden, terwijl de overheid zelve
met eene wacht voor de veiligheid der vergaderingen zorg zou dragen.
Doch deze tijd van rust duurde slechts kort. Reeds in Februari
1567 werden de predikatiën verboden, en D'HOORNE week naar
Engeland.
Alsmede de PRINS VAN ORANJE. Toen VLISSINGEN in April 1572 de zijde van den Prins had gekozen, waren zeker de meeste burgers van Middelburg zeer geneigd dat goede voorbeeld te volgen, waartoe zij nog door een brief van den Prins van 1 Mei werden aangespoord, maar de gouverneur, ANTONY VAN BOURGONDIË heer van WACKENE, was hiertoe niet te bewegen en liet strenge wacht houden omdat hij een aanval uit VLISSINGEN vreesde, die dan ook weldra plaats had, doch niet met gunstigen ailoop. Toen men zag dat men door overrompeling niets vermocht, begon men Middelburg in te sluiten, hopende het door den honger tot de overgave te dwingen. Het is hier niet de plaats dit gedenkwaardig beleg, dat bijna twee jaren duurde, nauwkeurig na te gaan. De Spanjaarden deden hun uiterste best om de stad voor den Koning te behouden en offerden er zeer veel voor op, maar de nood klom al hooger en hooger, en toen den 29sten Januari 1574 bij Roemerswael door de Prinselijke vloot, onder admiraal BOYSOT, eene schitterende overwinning op de Spaansche was behaald, die gekomen was om Middelburg te ontzetten, toen begreep MONDRAGON, die binnen de stad het bevel voerde, dat het tijd werd aan de overgave te denken. Zeer gunstige voorwaarden werden hem toegestaan, en den 18den Februari 1574 was de Prins meester van de hoofdstad van Zeeland, en hield er den 24sten van dezelfde maand zijnen blijden intocht. Hoe het in die tijd met Miguel de Cervantes was gesteld is mij op dit moment niet bekend. Daarvoor gaan we straks verder naar de datum 20 september van het jaar 1575. Tot zover deze lezing van vandaag.
Donderdag 30
november 2000
Even terug naar de dag
van vandaag, die morgen ook alweer geschiedenis zal zijn. Bush
hindert Gore met vertragingstechniek. Punt. De ontwikkelingen
in 's-Gravenhage zullen derhalve dit jaar van historische betekenis
worden in de geschiedenis van de 21ste eeuw.
Kok: Bezoek van ouders
Máxima pure privézaak. Dat is een
goede zaak.
'Britten in april naar de stembus'. Alhoewel Liesbeth ooit keihard heeft uitgehaald (naar automatiseerder Leo Hick uit Amsterdam) met de woorden "Ik laat John niet voor joker gebruiken", mag ik aannemen dat de heer Blair mijn getuigenis goed zal kunnen gebruiken teneinde een meerderheid in het Britse parlement te verwerven, zoals hier ook met José María Aznar is gebeurd. Ook Professor Arnold Heertje kan hierbij een belangrijk getuigenis afleggen. Hij trof mij op 3 augustus 1996 in het Pizza Restaurant 'Deep Pan Pizza' in Charing Cross te Londen. Drie dagen voordat Diana zich daar weer liet zien. Ik ken de Heer Heertje nog uit de tijd van de start van de Open Universiteit. Hij was daar aanwezig bij de opening in de Stadsschouwburg van Heerlen (in 1993 als ik mij niet vergis, na die krantencampagne van 3,3 miljoen exemplaren), door Hare Majesteit de Koningin. Ik vertegenwoordigde daar in die tijd het buitenschools mondeling onderwijs, hoewel we met mijn instituut toen al tegen een geraamd exploitatietekort van drie ton aankeken. Van de verwachte 7000 cursisten schreven zich er 'slechts' 3.300 in. Professor Heertje blijkt zich ook bezig te houden met de zogenaamde Operatie Clickfonds, waarvan ik tot op heden nog regelmatig post heb ontvangen hier in Torremolinos. Het is inmiddels al iets minder geworden, aangezien ik als hun 'VIP' niet op hun aanbod ben ingegaan.
Operatie Clickfonds
beleeft spannende dag
Vandaar die mooie foto
van die rode Ferrari die ik op die dag op het Damrak heb gemaakt.
Ik droeg op die dag zelfs mijn sweatshirt uit Earls
Court Gym. Daar
hadden 'de heren' echter geen belangstelling voor. Ik was mij
op die dag - 17 juli - al aan het voorbereiden op mijn eerstvolgende
reis naar Schotland, nadat ik eerst bij Madame Tussaud's had geïnformeerd
of zij al klaar waren met mijn wassen beeld.
Zij hadden in die tijd echter de voorkeur gegeven aan Majoor Bosshardt. 10.51 Gebeld door Paul Ham op mijn GSM. Na mijn vraag 'Van Ineke?' liet hij mij weten "Nee, dan heb ik verkeerd gedraaid. Neem mij niet kwalijk". Ineke Ham uit Bilthoven is namelijk een goede collega van mij. Uit het bestuur van de Vereniging Spaans op School. Zij heeft mij nog geholpen bij de verkoop van mijn Spaanse studieboeken. Een prettige collega. Ineke's echtgenoot is - evenals ondergetekende - lid van de Vereniging van Officieren der Cavalerie. Daar heb ik nog met een UZI moeten schieten, maar ik maak er tegenwoordig geen gebruik meer van. "Wie het zwaard opneemt, zal door het zwaard vergaan" heeft mijn geachte voorvader ons nog voorgehouden. Ik heb geen idee welke conferentie er op dit moment in Hotel Oranje plaatsvindt. Maar in alle hotels van de Bilderberg Groep is altijd wel iets te doen. Wellicht kunnen binnenkort ook de Hoteles Cervantes - als onderdeel van de Cervantes Group binnen de holding - bij dit soort activiteiten worden ingeschakeld. Het Valkhof is daarvoor ook een interessante plaats. Wellicht wordt het weer tijd voor een nieuw Sinterklaasgedicht over aandelentransacties. Het is maar een kleinigheid om alles op CD te zetten. Zowel de teksten als de foto's. De redactie van Het Nieuwe Boek kan er dan zelf een keus uit maken en mij ter goedkeuring voorleggen. Want die Bijbel is inmiddels ook al meer dan 2000 jaar oud. In de regel reageer ik niet op de gebiedende wijs. Bovendien houdt Isabel mijn appartement aardig schoon. En wat die vergeetachtigheid betreft valt het ook nog best wel mee. Ik wacht alleen nog op mijn geld. Van de heer Zalm om te beginnen. Dan komt de rest vanzelf. Liefde is.... ...haar in de bloemen zetten en héél veel oefenen. Daar heb ik inmiddels een begin mee gemaakt. Nu nog een échte partner. GEGROET EN TOT MORGEN, JOANNES HEYDANUS SPANJE.
1 DECEMBER 2000 FAMILIEBERICHTEN TER ATTENTIE VAN HERMAN DE KONING