Datum: 4 september 1996. Betreft: PRORITEITSKLANT NUMMER ÉÉN Kenmerk: ICB/Baak960904.1. Geachte mevrouw Halbertsma, Eindelijk is het dan zo ver. De reactie is gekomen. Na vele jaren strijd. Het is nu 20.10 uur en ik heb zoëven nog eens de anonieme brief doorgelezen van mijn naamgever. Vanmiddag had ik de brief met het correspondentie-overzicht al op de post gedaan. In eerste instantie had ik de indruk dat de brief van mijn oude vriend Peter Ottenhoff afkomstig was, maar gaandeweg is het mij duidelijk geworden wie de werkelijke auteur van deze Don Quijote is, zonder Leonore tekort te doen. Dulcinea is eindelijk wakker geworden na vier eeuwen. Ik moet je van ganser harte kwijt dat ik wel gelukkig ben met deze brief. Eindelijk laat je iets van jezelf zien. De naam Cervantes heb jij mij niet gegeven. Tijdens mijn ontslagaanzegging haalde je de advertentie van Don Quijote uit je tasje. Cervantes is zijn auteur en kan nog vele eeuwen doorleven en nog heel wat nieuws bedenken. Het doet mij deugd dat je het fantastisch vindt om te zien hoe literatuur de eeuwen kan doorstaan. Het doet mij ook deugd te kunnen vaststellen dat je na vier eeuwen dood te zijn geweest weer tot leven bent gekomen. Het doet mij ook deugd jou te kunnen laten weten dat ik de don Quijote-fase reeds lang ontgroeid ben. Dat neemt niet weg dat ik je nog steeds hoog in mijn vaandel heb. Je hebt het boek inmiddels waarschijnlijk goed gelezen en zult waarschijnlijk ook hebben gezien dat Aldonza Lorenzo in de loop van de tijd een gedaanteverwisseling heeft ondergaan. Ik verfoei overigens interpretaties en termen als 'waarschijnlijk'. Het is juist hierom dat ik een 450 bladzijden tellende correspondentie ben aangegaan met een man die het niet zo zeer op jou had staan, mevrouw Halbertsma. Ik heb hem in de afgelopen drie eeuwen geleerd om bij de feiten te blijven en niemand te beschuldigen van zaken waarvoor hij of zij geen verantwoordelijkheid draagt. Het enige goede dat ik hieruit heb overgehouden is mijn bezoek aan dat kerkje in Grouw en ik kan nu ook begrijpen waar jouw afkeer voor de richtlijnen uit een boek uit voortkomen. Daar ben ik het overigens helemaal mee eens. Mijn naamgever spreekt in dit verband over een fout. Ik voel mij hierdoor niet aangesproken. Anders is het wanneer door grote geledingen van de samenleving de vloer wordt aangeveegd met de toekomstperspectieven van onze jeugd. Waren de praktijken van grote groepen in het westen des lands al niet desastreus genoeg, Angel? Inderdaad kunnen verschillende interpretaties tot grote verschillen leiden. Dat is de afgelopen vier eeuwen wel duidelijk geworden. Vindt U niet, mevrouw Halbertsma? Los van het feit dat mijn naamgever stelt dat don Quijote een gek wás, was dat voor de schrijver Cervantes niet het geval. Ingenioso hidalgo noemt hij zijn schepsel: vernuftig. Hersenen kunnen wel opdrogen. Dat geloof ik wel. Vooral als verschillende instanties daar nog een handje aan meehelpen. Mijnheer van der Heijden heeft echter geen spoken gezien waar wijnzakken stonden. Hij heeft ook geen windmolens voor reuzen aangezien. Ik heb ook geen behoefte om dit verder open te gooien. De heer Van Traa heeft al voldoende duidelijk gemaakt, lieve mevrouw Halbertsma, amor de mis amores. Het was een schandaal wat zich hier in dit land afspeelde en ik had ook geen behoefte om deel uit te maken van een familie waarvan leden niet de verantwoordelijkheid konden opbrengen om de werkelijke, schrijnende Nederlandse realiteit onder ogen te zien. Alonso Quejana - el Bueno - kon inderdaad rekenen op de steun van zijn nichtje en trouwe huishoudster. En zo kijk ik ook naar jou. Het ligt niet in mijn aard om mensen lastig te vallen en zeker niet om ze tot schande te maken. Daarom ben ik ook dat gevecht in het noorden aangegaan. Die man was in alle staten en daar dreigde jij wel het slachtoffer van te worden. En zo zijn wij niet getrouwd, al is dat helaas niet het geval. Inderdaad zou het goed zijn als Alonso nog contact had met zijn ouders, als hij weer thuis kan zijn bij de mensen waar hij thuis hoort. Het is inderdaad een goede vraag of Alonso met aanspraak en aandacht ook in de situatie verzeild was geraakt waarin de schepper hem heeft gebracht. Die momenten van aanspraak en aandacht waren hem heilig en hij kon niet weten dat de wereld om hem heen vergeven was van misdadigers. Kon U dat wel, lieve mevrouw Halbertsma? Meneer van der Heijden was ook geen held, maar hij vond wel dat het nu de laatste keer moest zijn dat een ander nog een keer met zijn ideeën aan de haal ging. Hij realiseerde zich echter niet geheel dat hij inmiddels in heel Spanje en Latijns-Amerika bekendheid genoot. Een vriend van hem was zijn naam inmiddels nog in Arizona tegengekomen. Ik weet bij benadering niet wie mijn naam allemaal ijdel heeft gebruikt, maar in mijn situatie heb ik nu geen andere keus dan top down te werken. Daarvoor heeft de Heer van der Heijden een zeer breed draagvlak nodig. Anders overleeft hij het niet. Ik weet dat u medelijden had met Don Quijote, lieve auteur. Dat doet mij goed. Ik ken ook niemand anders, mevrouw Halbertsma, die een beter invoelingsvermogen had dan U. Natuurlijk is het mij opgevallen dat Don Quijote werd bespot. Er werd schamper gelachen. Daarom had ik toendertijd ook behoefte om mij af te zonderen. Maar ja, die tijd is gelukkig voorbij. U heeft gekozen voor een kansloze man op een kansloze missie. Waarom? Ik vind het niet zo erg. Ik heb er veel ervaring mee opgedaan. Maar interessant? Iedereen heeft iedereen nodig, mevrouw Halbertsma, ja... Dat geldt ook voor die man die uit het nest geworpen is en tot de bedelstand geraakt. Ik heb hem geprobeerd op te beuren en zijn agressie in te dammen. Zelfs de Minister van Justitie heb ik ingeschakeld om te voorkomen dat hij jou iets zou aandoen. Drie jaar ben ik met die man bezig geweest, het lijken wel drie eeuwen. Dat was beslist geen gemakkelijke missie, maar ik ben er wel veel wijzer door geworden, mevrouw Halbertsma. Vriendschap, collegialiteit en gezelschap zijn inderdaad de drie pijlers waarop succes steunt. Het doet Don Quijote inderdaad nog veel pijn dat hij zijn vangkussen is kwijtgeraakt doordat hij vriendschap, collegialiteit en gezelschap had ingeruild voor de liefde voor één persoon die meer voor hem was gaan betekenen dan goed voor hem was. Dat dat jaloezie opriep waar hij niet mee overweg kon. Ik ben letterlijk ook van het paard gevallen en heb daar een blauwe rug aan overgehouden. Vandaar dat ik dat toch nog wel een keer op een goede manier wil overdoen. Over de keiharde klap wil ik echter niet meer praten. Dat is verleden tijd. Ik heb geen behoefte om mijn ego te laten groeien over anderen. Absoluut niet. Idealen nastreven wel, maar dan sámen en met respect voor elkaar. Ik weet niet hoe ik uw schrijfselen kan interpreteren, Liesbeth Halbertsma. Ik kan alleen afgaan op wat er besproken wordt en daar hebben we wel contact voor nodig, anders ben ik toch genoodzaakt om mijn heil bij koningen, koninginnen, kroonprinsen en groothertogen te blijven zoeken om straks als een oude landjonker mijn laatste jaren op een oud landgoed te kunnen slijten. Ik ben benieuwd naar de ongenadige smak terug in de werkelijkheid en droom nu al van mijn vangkussen, Liesbeth Halbertsma! Uw partner. (16 juni 2005: Dat was een ernstig misverstand)
7 SEPTEMBER 1996 DE LAATSTE BRIEF VOOR EEN NIEUW PERSPECTIEF