El Toboso, 23 mei 1992
Hola Elisa,
Even een tussenrapportage. Ik maak op dit moment zo veel mee dat ik denk dat ik in ons volgende gesprek, voordat je naar Amerika vertrekt, niet alles aan je kwijt kan. Zoals je aan de aanhef ziet begin ik al weer aardig te verspaansen. Ik heb begrepen dat je hier Elisabeth wordt genoemd en heb daarbij even moeten denken aan Elisa vida mía, een van die prachtige films van de Spaanse cineast Carlos de Saura. Zo kent de Spaanse cultuur nog een grote hoeveelheid cultuurgoederen die in ons westerse denken zijn doorgedrongen. Zo is La Forza del Destino, de opera van Mozart, afkomstig van een Spaanse schrijver, Tirso de Molina, uit Sevilla. Het oorspronkelijke verhaal heet La Fuerza del Sino. Vanuit de Shakespeariaanse operatragiek is dit begrip bekend als De kracht van het noodlot. Oorspronkelijk heeft het een positieve betekenis: De kracht van het lot, en dat wil niet veel minder zeggen dan dat the selffullfilling prophecy zich uiteindelijk realiseert. Alles wat je denkt dat gaat gebeuren, gaat gebeuren. Dit heb ik in mijn leven nog altijd zo ervaren. Ik heb begrepen dat jij daar ook zo over denkt. Ik ben nu al enige tijd in Spanje en ik vind het wonderbaarlijk hoe snel zich binnen mij een nieuw veranderingsproces, een nieuw groeiproces, voltrekt. Ik denk dat het je zeker zal interesseren. Ik heb me nooit kunnen voorstellen dat ik zo snel afstand zou kunnen nemen van mijn persoonlijke situatie waarin ik verkeerde in Maarn. Alweer een transformatie. In een van de begeleidingsbijeenkomsten van Nieuw Elan heeft Teun Leuftinck ons ooit eens een tekening van een gewenste situatie laten maken. Ik heb hierin de kaart van zuidwest Europa getekend, het jaar 1992, lijnen getrokken van Nederland naar Spanje en de steekwoorden Organisatie-ontwikkeling en Human Resources Management vermeld. Sevilla 1992 stond al in 1988 aan de basis van mijn Spanjeplan. Zoals het zich nu laat aanzien verloopt alles zoals deze prophecy in 1989 op dat gele stuk karton is neergezet. Tijdens de afscheidsbijeenkomst van Sjef van Zwieteren vroeg Bert Hortensius mij naar mijn Spanjeplan. Ik heb hem toen gezegd dat er "nog wat knelpunten moesten worden weggenomen". Het was hem mijns inziens toen al duidelijk dat ik hiermee een persoonlijk spanningsveld in de relatiesfeer heb bedoeld, die uiteindelijk tot mijn echtscheiding heeft geleid. Bij de IMS-certificaatsuitreiking in maart vorig jaar had ik hem al van deze problematiek op de hoogte gebracht.
Ook krijgt dat wat ik in mijn sinterklaasgedicht aan jou heb geschreven nu duidelijker een concrete vorm. Misschien kun je er nog iets van herinneren. Ik schreef je op 5 december 1990 o.a. dat ik jouw "gouden brief" in mijn hart had bewaard. Op mijn schrijftafel staat op dit moment een fles Rioja, Carta de Oro 1987, in gouddraad ingepakt. Dit verjaardagscadeau van toen heeft zijn uitwerking dus niet gemist.
Ik schreef ook dat mijn wereld vele kleuren kende, dat "Sangre y oro" de kleuren zijn van het land waar ik van houd en dat er in dat land eens een ridder leefde die voor ideaal en recht vocht in naam van zijn jonkvrouw Dulcinea.
In mij is toen de Don Quijote weer wakker geworden, het boek van Cervantes waarop ik ben afgestudeerd. Ik was me weer bewust geworden van mijn idealistische strijdlust, mijn quijotismo en ik denk nu even aan wat ik jou ooit eens eerder heb geschreven: "Ik hou van je moed en doorzettingsvermogen. Ik hou van je strijdvaardigheid in het idealistische, maar realistische, gevecht tegen onmetelijke krachten. Ik hou van je geest. Eigenlijk hou ik van je omdat je vaak verschrikkelijk veel op mij lijkt." Ik heb in jou toen blijkbaar een soortgelijk quijotismo herkend. De vrouwelijke kant van Don Quijote is Dulcinea. Dulcinea van El Toboso. Nu nog zie ik jou een jaar geleden een advertentie uit je tasje halen met een vacature voor office-manager bij een internationaal operererend taleninstituut waarbij ik op dat moment al had gesolliciteerd. Het was het instituut don Quijote. Is dat nou toeval?
Alles om me heen lijkt op dit moment als een soort legpuzzle in elkaar te gaan passen. Op dit moment vindt hier de Vuelta a España plaats, de Ronde van Spanje. "Vuelta a España" betekent ook de "Terugkeer naar Spanje". Dit is voor mij een rituele ronde door Spanje. Op 13 mei eindigde in Salamanca een etappe van de Vuelta. Ik was hiervan getuige. Op 14 mei begon een nieuwe etappe, een nieuwe stap. Met Marianne de Jong, mededirecteur en eigenaresse van don Quijote, heb ik, op haar uitnodiging, op de Plaza Mayor op die dag zitten eten. Toeval? Zij komt tegenwoordig nog maar een week per jaar in Salamanca.
Deze brief heb ik gepost in El Toboso, een dorpje in La Mancha, het dorpje van Dulcinea, waarvan men niet weet of zij echt heeft bestaan. In de geest van Don Quijote was zij de meest verheven dame die de wereld kende. Deze universele "ridder" heeft de eeuwen doorstaan als degene die zijn leven heeft gewijd aan het nastreven van zijn idealen, ongeacht of zij al of niet realiseerbaar waren. Zijn idealisme was een voortdurende strijd tegen de omringende realiteit, maar hij was een pro-actief denker in die zin dat hij een Droom trachtte te verwezenlijken.
De Spaanse literatuur kent naast de Don Quijote van Cervantes nóg een meesterwerk, van de toneelschrijver Calderón de la Barca, onder de naam La vida es sueño, Het leven is een Droom. Een stuk van mijn droom wordt nu werkelijkheid en jij helpt mij daar sterk bij. Alleen al het idee dat ik dit aan jou kan schrijven sterkt mij in het doorgaan op de goede weg.
Het rituele, quijotesque deel van deze reis zal grotendeels zijn beëindigd als ik de Sierra Morena ben overgetrokken, La Mancha heb verlaten en in het zonnige Andalusië ben beland. De quijotesque droom zal dan een veel realistischer karakter hebben gekregen: de Expo van Sevilla, het venster op de wereld. Dan zal blijken dat don Quijote een verzinsel is, een projectie van de geest, die is geproduceerd door Cervantes, ooit een man van vlees en bloed. De contacten die ik heb gelegd zijn echt. De afspraken ook. Ik zal je daar uitgebreid over rapporteren. Binnen één à twee jaar hebben wij die nieuwe organisatie.
Ik zeg met name WIJ omdat wij nog altijd op dezelfde golflengte zitten en niemand beter op de hoogte is van mijn plannen dan jij. Jouw verantwoordelijkheid voor Nieuw Elan zal daar niets onder te lijden hebben.
Mijn quijotesque idealisme is de basis geworden voor de uitvoering van het realistische bedrijfsplan Cervantes Benelux. Op deze wijze wordt een brug geslagen tussen Nederland en Spanje, een ideaal dat Julio Sampedro en ik samen delen.
Vanuit Andalusië zal ik proberen iets over de gevoerde gesprekken naar je toe te sturen.
Ik zal nog wel wat slagen moeten winnen, bijvoorbeeld tegen de Spaanse staat. Maar die slag zullen we wel winnen, al lijkt het op het eerste gezicht een gevecht tegen windmolens. Ik heb nog nooit een slag verloren als ik dat niet zelf wilde.
Te adoro.
Wie goud geeft, krijgt goud terug
Un fuerte abrazo,
John
*adorar =
1. met goud behangen;
2. liefhebben.