7 oktober 1998. Betreft: HAARZUILENS Kenmerk: JH/PO981007. Beste Peter, Dienaangaande stel ik je in kennis van de blauwe enveloppe die ik gisteren mocht ontvangen met onder meer de volgende boodschap:
"Geachte Heer/Mevrouw, U heeft een belastingschuld. U heeft voor deze schuld een dwangbevel ontvangen. Ik heb wettelijk de mogelijkheid om beslag te leggen op uw loon en/of uitkering. Daarom wordt overwogen een (loon)vordering te doen bij degene die aan u loon of andere periodieke betalingen verschuldigd is. Daarnaast zal ik beslag komen leggen op uw inboedel, meubels en/of auto's. Ik kom naar uw (woon)plaats voor deze beslaglegging op WOENSDAG 14 OKTOBER 1998. U moet zorgen dat ik dan toegang tot uw woning krijg. Indien u, of iemand die uw zaken kan behartigen, op dat moment niet aanwezig is, zal ik, belastingdeurwaarder, vergezeld door een Inspecteur van Politie en een sleutelsmid, op zeer korte termijn daarna uw woning alsnog betreden. Ik doe dat dan om tot een daadwerkelijke beslaglegging over te kunnen gaan. Belastingdienst/Particulieren Utrecht, de belastingdeurwaarder, Behandeld door: S. Roekalea."
Men wordt dus steeds roekelozer bij de belastingdienst. Vandaar dat ik hier op de eerste plaats telefonisch op heb gereageerd en alsvolgt schriftelijk: REKENINGNUMMER 2445588 De Minister van Financiën heeft de grondslag voor mijn vordering laten ontkennen door een medewerker. Daar heb ik echter vorig jaar de volgende reactie op doen toekomen: FAXBERICHT In de Telegraaf van vandaag lees ik in het artikel Het sprookje is uit, dat baron Thierry van Zuylen van Nijevelt vanwege financiële problemen genoodzaakt is een deel van de inboedel van Kasteel de Haar te verkopen. Aangezien de familie Van Zuylen aan de Van (der) Heydens is geparenteerd acht ik het aan mijn eer verplicht de baron hierbij te hulp te schieten. Zodra de problematiek rond het testament van mijn verongelukte partner is opgehelderd in Londen en Parijs en de Nederlandse regering aan haar verplichtingen heeft voldaan jegens The Business, ben ik bereid in de exploitatie van De Haar te investeren. Het pand lijkt mij zeer representatief om hierin onze zakelijke en persoonlijke relaties te ontvangen. Bovendien is het zeer geschikt voor de voltrekking van een huwelijk. Met vriendelijke groet,
John L. Van der Heyden
Van Utrecht tot Noordwijk
18 OKTOBER 1998 DE VIJFDE ZUIL TER ATTENTIE VAN DRS P. OTTENHOFF