J.L. van der Heijden NIJMEGEN Bestuur VBMO Ds. M.L. Kingweg 44 1444 EE PURMEREND Nijmegen, 15 augustus 1994 Geachte oud-collega's, Het is wellicht een open deur als ik u meld dat ik van 1981 tot 1988 van uw bestuur deel heb uitgemaakt, onder meer als directeur van NIOW-Talen B.V.

In 1983 hadden wij een conflict met het regulier dag/avondonderwijs. Mijn instituut heeft in dat jaar een onoverbrugbaar gebleken verlies geleden waardoor het in 1987 haar activiteiten heeft moeten beëindigen. Vorig jaar heb ik een nieuwe organisatie opgericht onder de naam Stichting Cervantes Benelux nadat ik de naam Instituto Cervantes, op basis van mijn afstudeerproject in 1977, als exclusief handelsmerk bij het Benelux-merkenbureau heb laten deponeren. Ik heb nadien met een aantal VBMO-leden naar samenwerkingsmogelijkheden gezocht. Aansluitend aan deze besprekingen verscheen er op zaterdag 24 april 1993 een artikel in de Telegraaf onder de titel "Gewonnen en toch zwaar verloren". Dit artikel heeft betrekking op de heer G.H. Kraij, voormalig rector van het Westfries Dag/Avondcollege te Hoorn. In gemeld artikel meldt de heer Kraij dat het onderwijs "gecriminaliseerd" zou zijn. Deze informatie heeft mij in hoge mate verontrust, los van het feit of de heer Kraij al of niet terecht van FRAUDE is beschuldigd. Het is u bekend dat ik binnen de VBMO initiatieven heb ontplooid om de kloof tussen VBMO en VAN te overbruggen teneinde een bijdrage te kunnen leveren aan het ideaal van toenmalig Staatssecretaris Ginjaar-Maas om te komen tot een samenhangend stelsel van educatieve voorzieningen in Nederland. Het bevreemdt mij eveneens dat het instituut NIOW-B.M.O. B.V. als een van de eersten erkend is door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen. Ik heb begrepen dat slechts VBMO-leden als eersten hun erkenningsaanvraag konden indienen en tijdens mijn bestuurslidmaatschap was slechts NIOW-Talen B.V. VBMO-lid. Teneinde meer duidelijkheid te verkrijgen m.b.t. deze aangelegenheid verzoek ik u mij mede te delen vanaf welke datum NIOW-B.M.O. B.V. lid is van de VBMO. Ik voel mij als (mede)initiatiefnemer tot de oprichting van de VBMO en mijn jarenlange samenwerking met mijn medebestuursleden mede-verantwoordelijk voor de totstandkoming van het erkend particulier mondeling onderwijs in Nederland. Ingeval er sprake is van 'criminalisering van het onderwijs' dient dit probleem te worden opgehelderd. Ik heb er behoefte aan te weten wat hieronder zou kunnen worden verstaan. Het is u wellicht bekend dat een conflict tussen NIOW-B.M.O. B.V. en NIOW-Talen B.V., later genoemd "Taleninstituut Maarn B.V.", in augustus 1989 in mijn voordeel is uitgevallen. Desgewenst zend ik u het vonnis van de arrondissementsrechtbank. Ik vertrouw op een collegiale reactie. Hartelijke groet.

CORRESPONDENTIE MET PROF.DR. J.G. KNOL

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN