De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Voor deze de directeur Geestelijke Gezondheidszorg, Verslavingszorg en Maatschappelijke Opvang De heer D.C. Kaasjager, arts Postbus 5406 2280 HK RIJSWIJK Datum: 15 augustus 1996 Betreft: Uw brief GVM/Vz/962394/BB Kenmerk: ICB/VWS960815. Geachte heer Kaasjager, Uw bovenvermelde brief heb ik in goede orde ontvangen. Ik dank u dat u van mijn schrijven heeft kennisgenomen. De brief is ingegeven door een oprecht gevoel van zorg dat handel in verdovende middelen - ook binnen de gezondheidszorg - in stand wordt gehouden ten behoeve van het handhaven van het marktaandeel. Het door u bepleite wetenschappelijk onderzoek m.b.t. de 'gecontroleerde' heroïneverstrekking op medische indicatie houdt de handhaving van dit marktaandeel in stand. Ik wijs dit derhalve van de hand. Dit neemt niet weg dat ik uw zorg voor uw huidige probleemsituatie respecteer. Vanaf heden zal ik mij niet meer in deze discussie mengen. De opbouw van het Instituto Cervantes Benelux vereist thans mijn volledige aandacht. Met vriendelijke groet.
7 MEI 1998: NIEUWE BESTUURSSAMENSTELLING TER ATTENTIE VAN FRACTIEVOORZITTER ELS BORST VAN D66