Nijmegen, 20 augustus 1993 Beste Tjitse, Op dezelfde dag dat ik een conceptbrief aan Liesbeth zat te schrijven schreef jij jouw reactie op mijn brief van 14 augustus. Hartelijk dank daarvoor. Eerlijk gezegd werd ik bij het lezen ervan enigszins geëmotioneerd. Tot op heden heb ik nog geen brief ontvangen die zo'n duidelijke betrokkenheid bij mijn problematiek aangaf. Ook deze keer weer een zeer scherpzinnige analyse van de situatie en naar mijn idee heb je je een zeer helder beeld gevormd van de situatie waarin ik verkeer en waarin ik heb verkeerd ten tijde van mijn verblijf bij Nieuw Elan. Ook jouw beschrijving van de symptomen die bij een depressie horen komen met mijn ervaringen overeen en men heeft mij nu in het ziekenhuis heel duidelijk te verstaan gegeven dat ik mij geen vierde depressie kan veroorloven. Die zou wel eens fataal kunnen zijn. Dat betekent natuurlijk ook dat we zeer omzichtig moeten omgaan met de materie die psychisch voor mij zeer gevoelig ligt en dat geldt vooral voor het probleem Liesbeth. Gisteren had ik een tweede gesprek met de maatschappelijk werker, de heer Hartman. In dat gesprek heeft hij mij verteld dat Liesbeth hem telefonisch had laten weten dat zij bereid was weer enige energie te steken in het oplossen van mijn probleem. In een eerder gesprek had hij mij dat nog niet laten weten, maar dat geeft natuurlijk wel een heel andere wending aan de situatie. Liesbeth had hem ook laten weten dat zij bereid was om naar Nijmegen te komen om met mijn behandelend team te spreken. Zij vond het in die fase echter onwenselijk dat ik bij dat gesprek aanwezig zou zijn. Op grond daarvan heeft Hartman haar aanbod als onethisch van de hand gewezen. Met mijn ex-vrouw heeft er echter wel een gesprek plaatsgevonden buiten mijn aanwezigheid. Ik heb daar toen speciale toestemming voor verleend. Ik overweeg dat nu ook te doen ten aanzien van een gesprek met Liesbeth. Haar aanbod ligt er en ik vind dat ik haar net als mijn ex dat vertrouwen moet geven dat zij mij ook altijd heeft gegeven. Hartman heeft mij afgeraden nu al aan een job te denken aangezien dat mijn genezingsproces kan vertragen. Ik ben te eager, te gretig en wil te snel resultaat zien. Dit heeft in voorgaande gevallen geleid tot situaties van overspanning. Jij hebt dat in de eerste alinea van je brief ook al aangegeven. Ik reageer nog even op jouw omschrijving m.b.t. het probleem Liesbeth. Jouw analyse komt sterk overeen met hetgeen ik voor mijzelf ook al eens in mijn dagboek heb opgeschreven. Liesbeth is inderdaad commercieel en strategisch genoeg om mij aan haar te binden uit zakelijke overwegingen. Zij heeft dat in een briefje aan mij ook eerder duidelijk gemaakt waarin ze mij schreef geen behoefte te hebben om over haar gevoel te praten. Mijn probleem daarbij was echter wel dat ik ook mijn voelsprieten heb en een situatie kan aanvoelen zonder dat daarover wordt gesproken. Er hebben zich na mijn ontslag verschillende situaties voorgedaan waarin ik tijdens bezoeken aan haar in NOORDWIJK heb gezien en gevoeld dat zij non-verbaal wilde aangeven dat ze me miste: vier maanden na mijn vertrek was mijn werkplek nog volledig intact, er stonden rozen op mijn bureau e.d. Zij speelde een zakelijke rol als manager, maar straalde wel warmte en belangstelling naar mij uit.

"Overigens vind ik het nog onbegrijpelijk dat er niet gesearched is voor een job binnen het brede terrein dat VNO bestrijkt, inclusief zakenrelaties-bedrijven. L. wou je kennelijk helemaal uit haar gezichtsveld hebben. Waarschijnlijk niet vanwege je persoon, maar de romantische gevoelens die haar dagelijks functioneren in gevaar zouden kunnen brengen."

Je bevestigt hiermee een van mijn vermoedens. Misschien kan zij alsnog iets in dat kader doen. Ik kan dat echter niet veroordelen omdat die gevoelens aan twee kanten groeien en ik mij dus ook in haar probleem kan verplaatsen. Een lang gesprek hierover in een rustige omgeving was naar mijn idee in die situatie niet mogelijk. De emotionele lading was inderdaad wel zwaar en verhinderde ook mijn functioneren. Uiteraard moet zij daar ook last van hebben gehad. Ik heb me door haar niet geplaagd gevoeld. Integendeel. Er ontstond op een gegeven moment in NOORDWIJK een situatie waarin we elkaar wat ontliepen, maar van de andere kant hield ik dagelijks de agenda bij om te zien of ze aanwezig was. Ik vond haar aanwezigheid wel belangrijk voor me. Na mijn ontslag heb ik Liesbeth in verschillende brieven enkele bekentenissen gedaan. Ik heb haar laten weten dat er in de loop van de tijd iets is gaan groeien en dat ik van haar ben gaan houden. Ik heb ook laten weten dat dat voor mij een groot gewetensconflict heeft opgeleverd, dat dat niet kon i.v.m. haar man, mijn vrouw en mijn kinderen. Daarna kwam mijn echtscheiding en ik kan mij voorstellen dat haar man haar tot het schrijven van de 'oorlogsverklaring' heeft geïnspireerd. Vandaar dat ik nu een conceptbrief aan haar heb klaarliggen die slechts zakelijke informatie bevat. In alle gevallen heb ik altijd zuiver en eerlijk met Liesbeth gecommuniceerd, haar altijd gesteund en hoog gehouden, zoals ik dat ook in mijn eerste brief aan jou heb gedaan (correctie 6 oktober 2003: derde brief). Ik apprecieer buitengewoon hoe je je in mijn probleem hebt verplaatst en praktische oplossingsmogelijkheden hebt aangedragen. Ik neem mij voor deze probleemoplossingen aanstaande dinsdag met Ferry Hartman, de maatschappelijk werker, te bespreken. Jouw briefconcepten zijn perfect. Ik laat je graag weten wanneer je zo'n brief kunt versturen. Zoals je weet heeft het bezoek van mijn ex-vrouw aan het ziekenhuis geleid tot mijn hernieuwde opname. Ik sluit niet uit dat een heropenen van de communicatie met Liesbeth een hernieuwde aanslag op mijn energetische vermogen zal betekenen. Dit proces wordt door het ziekenhuis nu zorgvuldig bewaakt, maar ik denk dat ik graag van jouw aanbod gebruik maak. In dit licht heb ik er overigens begrip voor dat Liesbeth in haar brief van november vorig jaar heeft geschreven: "Mijn vermogen om bij jouw denken aan te sluiten c.q. uit te leggen wat mijn/onze grenzen zijn is vanaf nu uitgeschakeld. Ik wil graag mijn energie gebruiken voor de Nieuw Elaners die hier nu werken." Zij zat ook aan haar grenzen en dat vind ik heel menselijk. Intussen ontvang jij ook een conceptbrief zoals ik mij die heb voorgenomen te schrijven. Jouw reactie hierop stel ik sterk op prijs. Wellicht is dit ook een aanzet tot iets meer. Ik zal hem niet verzenden voordat ik je commentaar heb ontvangen. Je brief van de heer Kortes is veelbelovend. Ik ben benieuwd naar verdere ontwikkelingen. Nogmaals bedankt voor je "involvement", prettig weekend en tot horens.

27 AUGUSTUS 1993 LIESBETH HALBERTSMA