Nijmegen, 20 november 1993 Beste Tjitse, Allereerst mijn oprechte deelneming met het overlijden van je moeder. Hoewel je er al lange tijd mee rekende is het moment van heengaan dan toch nog onverwacht gekomen. Je zult ook in deze situatie je verdriet moeten verwerken. Mem is natuurlijk een belangrijke bindende factor geweest tussen jou en je vijf broers. Ik kan me niet anders voorstellen dan dat je ook de tijd moet nemen om de rouw over dit verlies te verwerken. De service van de politie om jou naar Tsjom te brengen heeft mij in positieve zin verbaasd. Ik heb nu ook ervaren dat het een prettig gevoel geeft als de politie je steunt. Na mijn brief aan Roosenboom en mijn faxbericht aan politieman Wim Janssen heb ik van een van mijn voormalige medepatiënten vernomen dat de politie de diefstal van mijn polstasje in onderzoek heeft genomen. Het in de brief aan Roosenboom vermelde feitenmateriaal geeft mijns inziens een dusdanige heldere analyse dat hij er niet omheen kan om verder actie te nemen. Ik heb in de brief ook gesteld dat ik desgewenst de ziekenhuisdirectie, de Nijmeegse politie, de CRI of het medisch tuchtcollege zal inschakelen. De reactie van Roosenboom was dat hij de brief niet had gelezen en hij wilde hem z.g.n. aan mij teruggeven. Ik heb echter gesteld dat ik het belangrijk vind dat die brief deel uitmaakt van het medisch dossier. Ik wacht de ontwikkelingen verder nog even af.
1. Peter
Ottenhoff
Daags na mijn verjaardag ontving ik een
kaart in een gele enveloppe. De kaart draagt een klavertje vier
en heeft als tekst:
"Beste John,
Van harte proficiat met je verjaardag. Voor de toekomst wensen
we je veel geluk en met name sterkte met je gezondheid. Zorg ervoor
dat je de dingen positief blijft zien, dat is het enige dat mensen
op de been houdt en hen in staat stelt hun bestaan een zinvolle
invulling te geven. Groeten,
Gerda en Peter"
Je begrijpt dat ik erg gelukkig ben met dit teken van leven en ik ervoor heb gekozen om geduld te oefenen tot mijn verjaardag. Peter en ik zijn immers twee "brothers in arms" geweest in de periode 1987-1988. Uit NOORDWIJK heb ik helaas niets vernomen. Ook in die richting zal ik geduld betrachten tot na kerstmis. Een persoonlijk briefje van de Nieuw Elandirectie zou mij inderdaad erg veel goed doen. Ik vraag mij af of L. zich realiseert dat zij in mijn leven zo'n belangrijke rol heeft gespeeld omdat zij een soortgelijke "sister in arms" was als Peter voor mij was in die tijd ervoor. In de weinige ontmoetingen die ik na 1988 met Peter heb gehad heb ik natuurlijk ook over L. gesproken. Peter herkende in de relatie tussen L. en mij een opvallende gelijkenis in de werkrelatie die ik met hem had gehad: beiden hadden naar zijn zeggen hun positie als directeur voor een groot deel te danken aan mijn ondersteuning.
2. De therapie
De dagtherapie bevalt mij tot op heden
goed. Ik ervaar o.a. steeds meer duidelijkheid in de "beeldende"
therapie, de therapie waarin wordt getekend en geschilderd. Zoals
ik je al eerder heb geschreven begin ik zonder voorontwerp. Ik
start met een enkele penseelstreek en laat associatief een beeld
op het papier ontstaan. Zoals je weet is zo een schildering van
de tegen windmolens vechtende don
Quijote op het papier verschenen. De laatste schildering die
ik heb gemaakt geeft - in felle kleuren - wederom een weg weer
die leidt naar een door zonsopgang beheerste horizon. Op de weg
staan drie figuren, een gele mannenfiguur, een rode vrouwenfiguur
en een blauwe mannenfiguur. Zij zijn met hun drieën onderweg.
Ik heb achteraf de betekenis van deze figuren gededuceerd. Rood,
geel en blauw zijn de drie primaire kleuren. Ik herken in deze
kleuren ook de huiskleuren van Nieuw
Elan, SBO
en NIOW. Langzamerhand
beginnen de contouren van die instituten in mijn belevingswereld
iets te vervagen zoals dat met het NIOW-blauw
al was gebeurd. Afgelopen donderdag
ben ik met mijn vriend Loek
naar de sauna geweest. Ik heb voor het eerst ook met hem kunnen
praten over mijn relatieproblematiek en de spanningsvelden die
onder het dak van de Plattenberg 2 en 4 in Maarn waren ontstaan
in verband met de concurrentieposities van beide instituten. Ik
heb hem verteld wat de persoonlijke gesprekken op mijn werk met
L. voor mij hebben betekend. Loek
maakte mij erop attent dat jaloersheid onder dames ernstige
vormen kan aannemen. Hij was eveneens van mening dat mijn liefde
voor L. aantoonde dat mijn huwelijk waarschijnlijk nooit een goed
huwelijk is geweest. Deze mening deel ik echter niet helemaal;
in de tijd dat wij samenwerkten vormden E. en ik een goed koppel.
Van de andere kant heb ik mij met L. steeds een perfect team gevoeld:
een wederzijds invoelingsvermogen dat ik thuis niet meer kon vinden.
Helaas. Ik moet die periode met E. nu maar als definitief afgesloten
beschouwen. L. hoop ik ooit weer een keer te ontmoeten, als de
tijd daarvoor rijp is. Ik hoop
dat er weer een tijd komt dat ik met haar opnieuw kan samenwerken.
Ik heb Loek
ook verteld dat L. aan Ferry Hartman heeft laten weten dat
zij bereid is mij met mijn probleemsituatie te helpen, mits ze
geen persoonlijk contact met mij heeft. Loek
probeert in gesprek te komen met mijn behandelend team om
te praten over een bijdrage aan de oplossing van mijn vier probleemsituaties
- gezondheid, relatie, werk en huisvesting - door de Lionsclub
i.s.m. het behandelend team. Het maken van die afspraak verloopt
nog moeizaam, maar er zit nu enige beweging in. Het verbreken van mijn contact met L. weegt bij
mij nu ook nog steeds zwaar. Er zijn nog talrijke momenten dat
ik aan haar moet denken en nu vooral in relatie tot de zaak die
jij tegen Nieuw
Elan/de
Baak wilt gaan aanspannen. Ik kan jou helaas om de jouw bekende
persoonlijke redenen niet steunen in een procedure tegen L.. Ik
betreur het dan ook dat zij haar handtekening onder jouw ontslagbrief
heeft gezet. Ik neem echter aan dat ik jou en daarmee Mr. Rijpkema
over voldoende informatie heb doen beschikken en reken erop dat
de heer Rijpkema van mijn informatie slechts gebruik maakt in
overleg met mij. Ik houd mij verder bereid de heer Rijpkema desgewenst
nadere informatie te verschaffen die ertoe moet leiden dat er
voor jouw toekomst een goede regeling uit komt rollen.
Ik ben wederom benieuwd naar jouw schriftelijke
reacties op mijn brieven en je verdere ontwikkelingen.
Vriendelijke groet en sterkte.