Nijmegen, 7 maart 1994 Beste Tjitse, Enkele uren nadat ik mijn brief 5 MAART 1994 MIJN DIERBARE COLLEGA EN DE HAKDAGPROCEDURE aan jou op de bus had gedaan heb ik Liesbeth een briefje geschreven waarin ik jouw naam heb genoemd. Ik hoop dat je er geen probleem mee hebt dat ik dat niet in vooroverleg met jou heb gedaan. De tekst is alsvolgt 5 MAART 1994 VERTREK BIJ NIEUW ELAN Wat ik hierboven heb geschreven meen ik ook uit de grond van mijn hart. Ik hoop dat zij het kan waarderen. Ik heb op eigen verantwoording de zin "De heer Breuker kan je daarvan getuigen" opgenomen omdat Liesbeth - voor zover ik het nu kan overzien - nu toch geen partij meer is in het geschil met Nieuw Elan. Kan het jouw goedkeuring wegdragen? Ik ben weer benieuwd naar je reacties. Vriendelijke groet.

11 MAART 1994 BERICHT AAN ERIK VISSER