Betreft: Brief 40 (duplicaat, verzonden 11-3-94) Nijmegen, 5 maart 1994 Beste Tjitse, Ik ontving jouw brief van 3 maart jl. en Petra Becks reactie van 2 maart op jouw brief aan L.. L.s vertrek bij Nieuw Elan verbaast mij niet, maar verontrust mij wel. Ik voel me nog bij haar betrokken. Ik hoop dat ze een goede andere baan heeft gekregen en haar gezondheid niet onder de moeilijke omstandigheden heeft geleden. Ook hoop ik dat zij van haar omgeving voldoende ondersteuning krijgt als ze dat nodig heeft. Zij is helaas niet mijn dierbare 'vriendin', maar mijn dierbare oud-collega. Je schrijft dat je je kunt voorstellen dat L.s vertrek een zekere opluchting moet betekenen i.v.m. jouw actie tegen Nieuw Elan. Het klinkt misschien paradoxaal, maar dat is niet het geval. Jij bent de enige van wie ik nog iets over L. vernam. Zij is nu helemaal uit de picture en ik zou niet weten op welke manier ik nog achter haar "where-abouts" zou kunnen komen. Ik vraag mij af of ik haar door mijn "Spider"-actie in de problemen heb gebracht. Hoe kom ik ooit nog eens met haar in contact? L.'s selffulfilling prophecy "Helaas, ik moet je teleurstellen. Wij zullen geen contact meer hebben" begint nu ernstige realiteit te worden en met dat idee heb ik het best zeer moeilijk. Ook frustreert het mij dat ik het al meer dan een jaar keihard voor haar heb opgenomen naar jou toe zonder dat zij daar enige weet van heeft. Misschien heb jij een idee hoe dat probleem kan worden opgelost. Het personeelsmanagement lijkt mij bij Petra Beck in goede handen. Ik heb goede ervaringen met haar. Zij is net als L. uit het goede hout gesneden en zeer betrokken bij hetgeen er bij cursisten en collega's leeft. Het verbaast mij niet dat L. juist aan Petra haar vertrouwen heeft gegeven om een aantal taken van haar over te nemen. Petra is oorspronkelijk afkomstig van het Stage Banen Bureau in Amsterdam. Ten tijde van mijn AtM-deelname heeft zij zich sterk ingezet om mij een op de Spaanse markt gerichte stageplaats bij Job Creation te bezorgen. Dit heeft toendertijd intern nogal wat strubbelingen gegeven omdat Jacobine van der Horn en Annet de Jong mij bij Tjeb's Spanjeproject wilden trekken. Nadien is Petra ook projectleidster geworden van verschillende projecten. Ik heb de indruk dat zij dat altijd naar volledige tevredenheid heeft gedaan. Petra is overigens via haar vader, die toendertijd bij het VNO in Den Haag werkte, een link met het VNO.

NIOW

Er is weer beweging binnen het NIOW-veld. Op mijn brieven aan Ger Boogaard kreeg ik d.d. 2 maart jl. een reactie die voor mij aanleiding is jou in beeld te brengen wat die brief bij mij heeft opgeroepen. Ik hoop dat ik je hiermee niet lastig val, maar de problematiek kan niet worden losgezien van de relatie Boogaard-Maris-Halbertsma, etc. Hier volgt mijn verhaal. Het begint met de brieftekst van Ger Boogaard.

"Beste John,

Hartelijk dank voor je brieven van 6 en 26 januari jl. Ik ben blij te vernemen dat je mijn poging je te bezoeken hebt gewaardeerd. Jammer alleen dat het contact toen niet lukte. Graag ben ik bereid een afspraak te maken voor een gesprek. Dezer dagen bel ik je om zo mogelijk plaats en tijdstip te prikken. Het komt me overigens niet zinvol voor je verzoek vervat in je laatste brief in te willigen. Om verschillende m.i. plausibele redenen waarvan ik me voorstel deze te kunnen uiteenzetten in ons gesprek. Met hartelijke groet, Ger"

Ik heb hier per kerende post op gereageerd met de volgende tekst: Nijmegen, 3 maart 1994. Ik heb de situatie met mijn groepscoördinator besproken. De conclusie van het gesprek was dat ik nog niet aan een gesprek met mijn zakelijke ex-partner toe ben. Ik wacht de schriftelijke reactie van hem af maar zet hieronder vast een aantal historische feiten op een rij die aanleiding kunnen zijn geweest tot Ger Boogaards initiatief om mij in Nijmegen - onaangekondigd - op te zoeken.

1. Verklaring J.L. van der Heijden m.b.t. arbeidsverleden

Op 30 november 1992 heb ik ten behoeve van het bestuur van de STICHTING CERVANTES BENELUX de volgende verklaring opgemaakt en in de bestuursvergadering van 2 december 1992 aan de heren Veltman (ABN-AMRO) en Van Aalst (voormalig directeur Philips Argentinië) uitgereikt. De tekst luidt alsvolgt:

"STRICT VERTROUWELIJK

VERKLARING M.B.T. VERLEDEN BESTUURSLIDMAATSCHAP VBMO T.B.V. HET BESTUUR VAN DE STICHTING CERVANTES BENELUX

Nijmegen, 30 november 1992

Geachte medebestuursleden,

De voor het aanbieden van sublicentie in aanmerking komende particuliere opleidingsinstituten zijn merendeels lid van de Vereniging van instellingen voor Buitenschools Mondeling Onderwijs (VBMO). De gegevens van de leden heb ik op 19 februari toegezonden gekregen.

Ik ben formeel bestuurslid van de VBMO geweest van 1981 tot en met 1988; van 1981 tot juli 1987 als directeur van het Nationaal Instituut voor Onderwijs en Wetenschappen, NIOW-Talen B.V. en van 1986 tot en met januari 1988 mede in de hoedanigheid van voorzitter van de Stichting Beroepsgerichte Opleidingen (SBO). Een groot aantal leden heeft ten gevolge van onze jarenlange gezamenlijke bestuursinspanningen het predikaat "Erkend door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen" verworven. In 1988 ben ik in verband met een conflict tussen NIOW en SBO uit het bestuur van VBMO en SBO teruggetreden teneinde de juridische afhandeling m.b.t. de beëindiging van mijn dienstverband als NIOW-directeur op een adequate wijze te kunnen afhandelen. Op 13 oktober 1989 ben ik door de arrondissementsrechtbank te Utrecht formeel van alle NIOW-directieverantwoordelijkheden ontheven. In deze zitting heeft de rechter mij in het gelijk gesteld ten aanzien van alle vragen, welke nog bij mijn voormalige medeaandeelhouders leefden. Mijn verbroken relatie met het NIOW is tijdens een diner te Noordwijkerhout op 29 mei 1991, op uitnodiging van mijn voormalige mede-aandeelhouders, hersteld. Ten aanzien van mijn relatie met de Stichting Beroepsgerichte Opleidingen heb ik op advies van de UNIE BLHP tijdens dezelfde rechtzitting van 13 oktober 1989 mijn medewerking verleend aan een schikkingsvoorstel waarin SBO en ik elkaar wederzijds finale kwijting en décharge hebben verleend en hebben afgezien van elke vordering die met de procedure kon samenhangen. Teneinde te voorkomen dat misvattingen in de markt van het particulier onderwijs met betrekking tot mijn arbeidsverleden een toekomstige, door mij op te starten, activiteit op een negatieve wijze zouden kunnen beïnvloeden, heb ik gedurende de maanden juli, augustus en september 1991 alle direct betrokkenen als voormalig NIOW-directeur en voormalig voorzitter van het SBO-bestuur geconfronteerd met een aantal uit de NIOW/SBO-periode daterende, hen regarderende, onopgeloste vragen die tot het conflict tussen NIOW en SBO hebben geleid. Ik heb hen schriftelijk verzocht hierop alsnog een antwoord te geven teneinde alle misverstanden uit de wereld te helpen. Niemand van de aangeschrevenen heeft hierop conform mijn verzoek gereageerd. Ik heb hieruit de persoonlijke conclusie getrokken dat zij zich voor de beschreven situatie verantwoordelijk hebben gesteld. Wanneer mijns inziens het belang van het Instituto Cervantes Benelux ermee wordt gediend verleen ik u desgewenst, onder condities van volstrekte vertrouwelijkheid, inzage in processtukken en de hiermee samenhangende door mij nadien gevoerde correspondentie. Hoogachtend, J.L. van der Heijden"

In de bestuursvergadering van 2 december 1992 heb ik naar aanleiding van deze verklaring vragen van het bestuur beantwoord. De goedgekeurde notulen van deze vergadering vermelden alsvolgt:

"Van der Heijden reikt de als bijlage 4 vermelde "Verklaring m.b.t. verleden bestuurslidmaatschap VBMO t.b.v. het bestuur van de STICHTING CERVANTES BENELUX" uit en licht deze aan de hand van enkele vragen toe.

Van Aalst: "Wat is het NIOW?"
Tot aan de beëindiging van Van der Heijdens dienstverband in juli 1987 bestond het NIOW uit twee B.V.'s, voortgekomen uit een reorganisatie in 1981 van drie bedrijven, t.w. NIOW v.o.f., Institute of English Studies B.V. (IES) en Frans-Spaans Instituut B.V. (FSI). Van der Heijden was van 1979 tot 1981 directeur van het FSI (een groeier). In 1980 werden NIOW en IES slachtoffer van een dramatische terugval in cursistenaantallen, hetgeen een reorganisatie van de NIOW-groep noodzakelijk maakte. Omdat het Frans-Spaans Instituut geen probleemposten kende werd deze B.V. omgedoopt in Linguarama Nederland, een 50-50-partnership met de Britse Linguarama-organisatie.
Alle cursusactiviteiten voor particulieren werden ondergebracht in de B.V. NIOW-Talen (voorheen I.E.S.) en de groeiende activiteiten ten behoeve van bedrijven in de B.V. NIOW-BMO. Van der Heijden kreeg de leiding over NIOW-Talen, met aanvankelijk 5800 cursisten en 400 free lance-docenten, verdeeld over zo'n 75 cursusplaatsen. In drie maanden tijd heeft hij dit nieuwe agglomeraat landelijk geherstructureerd tot 20 districten. De operationele activiteiten stonden onder leiding van free lance-districtleid(st)ers. De coördinerende werkzaamheden werden centraal uitgevoerd in ZEIST door en onder leiding van Van der Heijden. Enkele taken bleven in handen van NIOW-BMO, zoals de financiële administratie. De markt waarin NIOW-Talen zich bewoog werd steeds krapper en nieuwe activiteiten werden door veto's van de eigenaren van NIOW-BMO (voor tweederde eigenaar NIOW-Talen) geblokkeerd. Begin 1987 werd Van der Heijden ziek en verzocht zijn vakbond UNIE BLHP te bemiddelen teneinde de activiteiten van en voor NIOW-Talen te kunnen afbouwen. In 1986 had Van der Heijden de Stichting Beroepsgerichte Opleidingen (SBO) opgericht, teneinde hierbinnen in volledige vrijheid nieuwe activiteiten te kunnen ontwikkelen. Tijdens de onderhandelingen omtrent de beëindiging van zijn dienstverband bij NIOW-Talen heeft Van der Heijden op de SBO-bestuursvergadering van 14 mei 1987 laten weten zich uit het bestuur te willen terugtrekken om de onderhandelingen van de UNIE BLHP te vergemakkelijken. Van der Heijden had zich inmiddels (met de overige twee bestuursleden) als bestuurder voor fl. 25.000,- voor de stichting hoofdelijk borg gesteld voor een rekening-courantkrediet van fl. 150.000,- bij de RABO-bank om de operationele start van de stichting mede mogelijk te maken. (De RABO-bank droeg zelf het risico voor de overige fl. 75.000,-). Teneinde de kredietvoorziening niet in gevaar te brengen is Van der Heijden toen accoord gegaan met het bestuursvoorstel om hem vanwege zijn tijdelijke arbeidsongeschiktheid op bestuurlijk non-actief te stellen. Zo hield SBO zijn kredietvoorziening en kon Van der Heijden formeel lid blijven van het bestuur van de VBMO zodra zijn dienstverband bij het NIOW zou zijn beëindigd. In januari 1988 werd Van der Heijden geconfronteerd met een door de inmiddels leeggehaalde B.V. opgestarte civiele procedure. Deze is op 13 oktober 1989 beëindigd."

Gesprekken met directies van particuliere opleidingsinstituten

Kort hierna zijn de gesprekken met de particuliere opleidingsinstituten begonnen. Ik heb de desbetreffende directies - als oud-VBMO-bestuurder - mondeling van de hierboven geschetste situatie in kennis gesteld. Met enkele instellingen heb ik telefonisch gesproken en met onderstaande instituten had ik op vermelde data een gesprek

21-12-92 Centro de Estudios de Español - Leeuwarden (de heer P. Altenburg en mevrouw A. Fernández) i.a.v. A. Veltman
25-01-93 HOI Opleidingen - Den Helder (de heer G.M. van Essen)
26-01-93 Onderwijsinstituut MEAB - Leiden (heren A. Berhitu en C.L. van Veen)
28-01-93 STIVAR College - Barendrecht (de heer H.G.M. van Houcke en collega)
02-02-93 Instituut voor Taalhantering - Zwolle (heren H.J.A. van Boldrik en de heer A. Parejo) - plaats: Arnhem, i.a.v. A. Veltman
05-02-93 B&D Hulscher Opleidingen - Assen (de heer F. Buurke)
10-02-93 AAPEHA Talenacademie - Breda (de heer P. de Hesselle)
11-02-93 Interacademie Hulscher - Soest (mevrouw I. Neumann)
11-02-93 Instituut Mercuur - Emmen (de heer P.J. Hulscher) - plaats Soest
15-02-93 Instituut Notenboom - Eindhoven (de heer C.A. Notenboom)
19-02-93 Landa Language Studies - Kortenhoef (mevrouw M. Landa)
02-03-93 Onderwijsinstituut MEAB - Leiden (heren A. Berhitu)
10-03-93 HOI Opleidingen - Alkmaar (de heer G.M. van Essen)
11-03-93 Centro de Estudios de Español - Leeuwarden (de heer P. Altenburg en mevrouw A. Fernández) - plaats: Hotel Wientjes, Zwolle
15-03-93 B&D Hulscher Opleidingen - Assen (de heer F. Buurke)
22-03-93 DOC Opleidingen - Doetinchem (de heer E. Willemsen)
24-03-93 Instituut Notenboom - Eindhoven (de heer C.A. Notenboom) i.a.v. J.W. van Aalst
21-03-93 Instituut Röben - Leeuwarden (de heer W. van Tol)

Ten gevolge van de diefstal van mijn agenda's zijn de gegevens niet 100% compleet. In de gespreksverslagen van de eerste ontmoeting is o.a. de volgende tekst opgenomen:

"De heer Van der Heijden schetst de ontstaansgeschiedenis van het Instituto Cervantes Benelux uitgaande van zijn persoonlijke levensloop: docent Spaans (1e graads), directie NIOW, ontwikkeling NIOW-Talen-netwerk, initiatiefnemer cursussen Spaans in Spanje, bestuurslidmaatschap VBMO (gedurende zeven jaar meegewerkt aan de totstandkoming van de Wet op de Erkende Onderwijsinstellingen), oprichting Stichting Beroepsgerichte Opleidingen SBO (project tot Internationaal Stafmedewerker, omscholingsproject voor werkzoekende academici), managementfunctie bij de Baak/VNO, Nederlands-Spaans samenwerkingsverband Baak/NCH/VNO/Confederación Española de Organizaciones Empresariales, ontwikkeling opleiding Internationale Marketing gericht op Spanje, ontwikkeling beleidsplan Cervantes, merkdepot Instituto Cervantes, opbouw Cervantes-netwerk in Spanje, oprichting STICHTING CERVANTES BENELUX. Penningmeester is de heer A. Veltman. Hij is werkzaam als adviseur International Desk bij ABN-AMRO en tot voor kort verantwoordelijk voor de Dutch Desks van de ABN in Spanje, Italië en Portugal. Voorzitter van de STICHTING CERVANTES BENELUX is de heer J.W. van Aalst, voormalig commercieel manager Philips Chili en voormalig commercieel directeur van Philips Argentinië."

Instituut voor Taalhantering (ITH)

Begin maart kreeg ik een brief van de heer H.J.A. van Boldrik, directeur van het Instituut voor Taalhantering, waarin hij mij mededeelt dat hij na overleg met de dames E. Prins-Krikke en D.B. Parejo-Knottnerus besloten had niet deel te nemen aan de Cervantes-activiteiten. Het Instituut voor Taalhantering is een autonome voortzetting van het NIOW-district van mevrouw Prins in HARDERWIJK, al van vóór 1981 aan het NIOW verbonden geweest. Mevrouw Prins heeft altijd een goed contact gehad met Boogaard en De Vries. Genoemde brief van Van Boldrik geeft aan: "CC Mr. S.W. Mouw". Het ITH heeft bij deze zaak blijkbaar een advocaat ingeschakeld. In een gesprek nadien met de heer Veltman heeft de heer Van Boldrik echter nadrukkelijk laten weten dat hij niet twijfelde aan de integriteit van de heren waarmee hij had gesproken (Veltman en mij) en dat hij veel bewondering had voor de tijd en energie die wij investeerden.

Initiatief HOI-Opleidingen Alkmaar

Het gesprek op 3 maart vorig jaar met de heer Van Essen van HOI-opleidingen te Alkmaar heeft ertoe geleid dat ik contacten ben gaan leggen met de instituten Röben, Hulscher Soest, Mercuur, DOC en Notenboom en verder ben gegaan met de besprekingen met MEAB en Centro de Estudios. De directies van de eerstgenoemde instituten hadden al een intensief onderling contact en daarnaast treffen alle directies elkaar tweemaal per jaar op de ledenvergadering van de VBMO. Op grond van de usance om onderling informatie uit te wisselen over ontwikkelingen in de particuliere opleidingenmarkt neem ik aan dat ook de directie van VBMO-lid NIOW van mijn 'nieuwe avonturen' op de hoogte is gesteld. Opvallend is in dit verband de houding van de directeur van Hulscher Opleidingen te Assen, de heer Ben Buurke. Na onze twee gesprekken had hij mij toegezegd contact met mij op te nemen. Dat heeft hij nooit meer gedaan. In genoemde gesprekken had ik hem op de hoogte gesteld van de voorgenomen samenwerking van "Cervantes" met Iberian Trade Promotion (ITP), concurrent van International Venture Consultants (IVC) te Madrid (Van Goethem). Na mijn gesprekken met Buurke vernam ik van de heer Lindenborn (ITP) dat hij in diezelfde periode plotseling een groot aantal annuleringen voor de door hem georganiseerde handelsmissie naar Barcelona had ontvangen. De annuleringen kwamen alle uit het midden des lands. Het NIOW staat in het midden des lands. Ik vermoed een direct contact tussen Buurke en Boogaard. Je hebt inderdaad al eens eerder geconstateerd dat Boogaard werkt onder het motto "de eerste klap is een daalder waard" en ik vermoed vanuit Ger Boogaards positie een actie die erop gericht moest zijn de start van het Instituto Cervantes (een nieuwe concurrent) te torpederen, zoals hij dat ook bij de SBO heeft geprobeerd en ook andere concurrenten in het verleden het leven zuur heeft geprobeerd te maken (o.a. Eurodidakt Leiden gedreigd met een juridische procedure).

April 1993 - Maand van de waarheid

Alle plannen die binnen "Cervantes" zijn ontwikkeld heb ik - tot in de kleinste details - met mijn medebestuursleden Van Aalst en Veltman doorgesproken. Eind maart belde Bob van Aalst mij op met de mededeling "April wordt de maand van de waarheid". Op grond hiervan heb ik de heer Van Aalst van al mijn genomen stappen op de hoogte gebracht en mijn ervaringen met mijn partners medegedeeld. Op 4 april had ik ook een bezoek gebracht aan oud-collega en oud zakelijk partner Paul Karis en met hem herinneringen opgehaald over Ger Boogaard. Ik heb hem en Peter Ottenhoff daarna in vertrouwelijk geschreven brieven mijn gedachten naar aanleiding van dit gesprek doen toekomen. Zie mijn brief van mij aan jou van 18 april 1993. Het beeld dat ik daarin van Ger heb geschetst is niet al te vleiend. Ik zou zelf des duivels zijn als ik zoiets onder ogen zou krijgen. Ik ben benieuwd hoe vertrouwelijk Paul Karis en Peter Ottenhoff met deze informatie zijn omgesprongen. Reacties zijn er in ieder geval wel gekomen. Ik wijs je in dit verband op mijn brief van 29 april 1993. Een dag later schreef ik ook een brief aan de heer Van Aalst. Je ontvangt hieronder de tekst van deze brief. Ik heb jou in deze brief ook genoemd, maar jou anoniem gehouden: Nijmegen, 30 april 1993.

Hakdag

Mijn brief aan jou van 1 mei 1993 maakt melding van het bericht aan L. dat ik "Operatie Spider" had afgerond. De doelstelling van "Spider" is voortgekomen uit de in augustus 1991 uitgewerkte persoonlijke sterkte/zwakte-analyse. Ik ben toen tot de conclusie gekomen dat één van mijn allersterkste punten is: het onder controle brengen van een chaotische situatie. Dit heb ik wel geleerd van Karis, De Vries en Boogaard! Toepassingen van deze sterke eigenschap zijn o.a. samenvoeging van FSI, IES en NIOW, reorganisatie Nieuw Elan en de bij NIOW-Talen jaarlijks terugkomende "Hakdag". De "Hakdag" was een dag in het begin van september waarin werd besloten welke geplande cursusgroepen doorgang zouden vinden en welke niet. In de regel was één derde van de aangemelde hoeveelheid cursisten niet plaatsbaar wanneer zij zich hadden ingeschreven voor een niet rendabele cursusgroep. Tijdens de hakdag werd dan besloten welke geplande cursussen konden doorgaan en welke niet. Dit leidde dan gedurende een week tot een gigantische door mij in ZEIST geleide, centraal georganiseerde"ombelactie" waarin alle "vervallen" cursisten een alternatief kregen aangeboden. Mijn doelstelling was in die week met al die vervallen cursisten tot een overeenkomst te komen. Vaak betrof het duizend cursisten die moesten worden bereikt. Gedurende die week rinkelden de telefoons onophoudelijk van 's morgens tot 's avonds. Pas als ik bij de start van de cursussen alle telefoons tot zwijgen had gebracht had ik mijn doel bereikt. Het gaf mij altijd een kick als ik wist dat ik een organisatie met duizenden cursisten en honderden docenten in korte tijd onder controle had gebracht. Mijn actie naar de politie in het weekend van 1 en 2 mei kun je zien als een soortgelijke hakdag. Na de gevoelde dreiging op 26 april heb ik de politie het volgende faxbericht doen toekomen:

"VEILIGHEIDSMAATREGEL"

PERSOONLIJKE GEGEVENS OM VEILIGHEIDSREDENEN NIET VERMELD.

POLITIE NIJMEGEN

S.v.p. gaarne direct doorfaxen naar de CRI te Zoetermeer t.a.v. de heer J. Wilzing inclusief dit bericht en ontvangst aan mij bevestigen per fax.

De bedreigende situaties die zich nadien hebben voorgedaan heb ik persoonlijk met Jan Wilzing besproken en schriftelijk bevestigd. De CRI heeft nadien een "dossier John" aangelegd. De politie beschikt vervolgens over de sleutelinformatie m.b.t. "De zaak N.I.E.T.S. B.V. (gefaxt 3 mei 1993, 7.55 uur): 5 pagina's + sleutel van L.. Ik hoop niet dat L.s ontslag hiermee heeft te maken, maar het lijkt mij wel duidelijk dat er een nieuwe zet in de maak is binnen dit strategospel en dat Ger Boogaards initiatief daarvan de voorbode vormt. Ik ben alleen nog geïnteresseerd in positieve voorstellen. Op 22 mei heb ik deze zaak afgesloten met mijn berichtgeving aan de ministers Ritzen, De Vries en Hirsch Ballin. Ik hoop voor mijn zakelijke ex-partner dat hij met een gerust geweten zaken heeft gedaan, anders zou hij zich nog wel eens als een kat in het nauw gedreven voelen en die maken vreemde sprongen. Ikzelf heb mij voorgenomen positief te blijven denken. Ik ben benieuwd naar je reactie. Vriendelijke groet.

7 MAART 1994 KORT BRIEFJE AAN LIESBETH HALBERTSMA