J.L. van der Heijden. Zwanenveld 91-21. 6538 SH NIJMEGEN. De heer G.P. Boogaard BOSCH EN DUIN. Nijmegen, 6 januari 1994. Beste Ger, Van mijn goede Lions-vriend Erik Visser uit Maarn vernam ik dat je tevergeefs een poging hebt ondernomen om mij in het ziekenhuis te Nijmegen te komen bezoeken. Ik heb dit gebaar ten zeerste gewaardeerd. Erik heeft je waarschijnlijk wat meer over mijn problematiek verteld. Beëindiging van NIOW-Talen en de wijze waarop dit is verlopen, mijn ontslag bij de Baak en de hieropvolgende echtscheiding hebben mij tot drie keer toe in een depressie gebracht. Gebleken is dat ik de traumata uit het verleden nog niet geheel verwerkt heb. Het ware beter geweest als ik mij in januari 1987 al meteen in het ziekenhuis had laten opnemen, dan was de onduidelijkheid niet ontstaan die mijn ziekmelding toen heeft opgeroepen met alle belangentegenstrijdigheden die daarvan het gevolg zijn geworden. Ik realiseer mij dat ik mij in 1987 in een loyaliteitscrisis gemanoevreerd heb gevoeld. Elly had al in 1986 te kennen gegeven dat zij niet meer zo'n zomer wilde meemaken als we vanaf 1981 gewend waren geraakt. Voor haar was de druk te groot geworden. Ik heb echter nooit plezieriger gewerkt dan die tijd van 1981 tot 1986, ondanks de grote druk. NIOW-Talen was mijn leven. Ik was een workaholic. Na mijn dagtaak ging mijn werk thuis gewoon door. Ik betreur het ten zeerste dat mijn voorstellen in het voorjaar van 1987 niet zijn overgenomen en ik niet in staat ben gesteld op gepaste wijze een bijdrage te kunnen leveren aan de afbouw van NIOW-Talen. Het conflict tussen jou en Peter Ottenhoff bracht mij ook in een loyaliteitsprobleem. Ik betreur het dat er geen regeling tot stand is gekomen waarbij Peter toendertijd mijn taken had kunnen overnemen. Hij was toen de meest aangewezen persoon om mijn ziekteprobleem op te lossen. Ten gevolge van de beslaglegging op onze bezittingen op 28 januari 1988 - Elly's verjaardag - is onze gezinssituatie onder grote druk komen te staan. Ook heeft mijn gevoel van eigenwaarde een zeer gevoelige deuk gekregen ten gevolge van de beschuldigingen die ik onder ogen kreeg. Dit gevoel van eigenwaarde had ik weer teruggekregen nadat de jou bekende directeur Lulofs van de Baak en de huidige directeur van Nieuw Elan, Liesbeth Halbertsma, hun vertrouwen in mij hadden uitgesproken. Toen ik bij de Baak mijn draai weer had gevonden ontstonden de problemen thuis. Na een jaar relatietherapie hebben Elly en ik, mede omdat ik met mijn uitkering de lasten van het huis te Maarn niet meer kon opbrengen, ons huwelijk moeten ontbinden. Gedurende de eerste maanden van dit jaar heb ik met een aantal particuliere opleidingsinstituten gesprekken gevoerd om een gespecialiseerde activiteit op te zetten waar ik mijn specifieke deskundigheid in kwijt zou kunnen. Ik merk echter dat ik ten gevolge van de tegen mij opgestarte procedure in 1988 een stigma heb opgelopen. Nadat ik in mei van dit jaar de officier van justitie te Utrecht om een onderhoud heb verzocht in verband met de verjaarde procedure werd mij medegedeeld dat ik verdachte was. Ik heb toen in boosheid geantwoord dat ik verdacht was gemaakt. De spookbeelden achtervolgen mij nog steeds. In augustus 1991 heb ik alle betrokkenen geconfronteerd met een aantal voor mij onopgeloste vragen die zijn blijven hangen. Met Peter en Henk Neuman heb ik daarover nog kunnen praten, maar ik heb de relatie daarmee niet verbeterd. Het is voor mensen vaak moeilijk om met de realiteit te worden geconfronteerd. Het door jou en Leo aangeboden diner in Noordwijkerhout is een goed begin geweest om het ontstane communicatieprobleem tot het verleden te rekenen, maar nadat ik in de situatie terecht ben gekomen waarin ik thans verkeer is mij toch nog een grote frustratie overgebleven. Als VBMO-bestuurder heb ik een gigantische hoeveelheid tijd en effort gestoken in de wettelijke erkenningsregeling van het particulier buitenschools mondeling onderwijs om NIOW-Talen erkend te krijgen. NIOW-B.M.O. werd als een van de eerste instituten erkend en toen Minister Deetman in 1988 de VBMO-vergadering kwam toespreken zat ik overspannen thuis met een claim van drie ton aan mijn broek. Het hele SBO-gebeuren is een verantwoordelijkheid van Peter Ottenhoff en Toby Neuman. Ik hoop dat je dat inmiddels is duidelijk geworden. Lies van der Linden heeft mij eens gezegd: "Ger was erg op jou gesteld". In de tijd dat het goed ging met NIOW-Talen heb ik dat inderdaad ook zo ervaren. De moeilijke periodes tracht ik nu te verwerken onder deskundige begeleiding in het ziekenhuis waar ik tot minimaal april in dagtherapie ben. Nogmaals Ger. Ik heb je geste gewaardeerd. De problematiek van toendertijd was voor jou ook niet eenvoudig. Als voornemen voor 1994 heb ik "vergevingsgezindheid". Wellicht kunnen we de draad ooit weer eens oppakken en kun jij iets doen aan de verbetering van mijn imago als voormalig NIOW-directeur, want dat heeft nogal wat geleden. Vriendelijke groet, ook aan Marianne, Mariëtte en Elinoor.

26 JANUARI 1994 EERHERSTEL

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN