Nijmegen, 18 april 1993 Beste Tjitse, Ik kom net terug van een weekend dat ik met de leden van de Lions Club Maarn-Maarsbergen in de Ardennen heb doorgebracht. Na een uitgebreide ballotage ben ik in 1990, onder betere omstandigheden dan nu, tot deze club toegetreden. Ik ben erg gelukkig met het voorrecht om lid van deze vereniging te mogen zijn. Het is een zeer hechte vriendenclub van zeer vooraanstaande, integere, leden uit de - laten we zeggen - jet set van de Utrechtse Heuvelrug. Qua positie heb ik momenteel niet veel, of eigenlijk helemaal niets, te bieden, maar in deze moeilijke persoonlijke situatie heb ik thans voor het eerst ook vanuit de interne servicegedachte sterke steun uit deze club ontvangen. Voor mij is het belangrijkste dat ik in deze club te maken heb met gelijkgeaarde mensen uit verschillende disciplines met wie ik op een bij mijn belevingswereld aansluitende wijze kan communiceren. Het gastronomisch weekend dat wij achter de rug hebben heeft de club ten aanzien van mij financieel geheel voor eigen rekening genomen. Ook heb ik binnen de club nu enkele vertrouwenspersonen waarbij ik met mijn eigen problemen terecht kan. Een van mijn medeleden is directeur van de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) te Zoetermeer. Ik heb met hem een leuk persoonlijk contact. Hij heeft altijd als hobby gehad om "boeven te vangen" en ik vind dat best wel een leuk gespreksthema. Gisteren heeft hij mij nog uitgenodigd om eens een keer op zijn nieuwe vestiging in Zoetermeer een kijkje te komen nemen.
In jouw gedachte dat niets zeker is in het leven, behalve doodgaan, kan ik me heel goed verplaatsen. Ik hoop dat jouw moeder gauw uit haar lijden zal zijn verlost. Dat zal ook jullie lijden verzachten. En dan praat ik over jou en haar overige kinderen. Je zult dan nog wat tijd nodig hebben om ook dat verlies weer te verwerken, maar het hoort allemaal bij het leven. Jij slaat jezelf daar wel doorheen. Daar heb je al genoeg voor meegemaakt.
Ik heb voor mijzelf nu ook besloten om de voornaamste prioriteit aan mijn gezondheid te geven. Tot nu toe heb ik al mijn persoonlijke gevechten voortdurend op leven en dood moeten voeren, maar vorige week had ik een gesprek met mijn huisarts in verband met de toenemende pijnen in mijn voorhoofd. Hij had mij in een eerder stadium laten weten dat ik hiermee moest leren leven, maar heeft me nu een verwijsbrief gegeven voor een uitgebreid neurologisch onderzoek in het Radboudziekenhuis hier in Nijmegen. Dit academisch ziekenhuis staat binnen medische kringen wereldwijd goed bekend zoals je waarschijnlijk wel weet en ik hoop dat er een oplossing voor dit probleem wordt gevonden. De ontstane handicap maakt het me praktisch onmogelijk te lezen, schrijven en televisie te kijken. In feite kan ik mijn ogen niet meer dan 7 uur achtereen openhouden. Daarna moet ik ze enige tijd rust geven.
Ook is me na een intensief intakegesprek bij het RIAGG een psychotherapie toegezegd. Ik hoop hiermee ook gauw van mijn spanningen af te komen en tot meer geestelijke rust te komen. Een stuk professionele begeleiding op dit gebied is voor mij een absolute voorwaarde om binnen een op hoog niveau uitgespeelde belangenstrijd staande te blijven.
Je bent op 1 en 2 mei van harte welkom. Ik reserveer een slaapplaatsje voor je, zodat je niet midden in de nacht nog een keer naar Groningen hoeft te rijden. Laat maar weten wanneer je komt.
Leuk dat je van de heer Kortes zelf een briefje hebt ontvangen. Zo hoort het ook. Wat hij naar jouw zeggen heeft geschreven over T. Maris verbaast mij in hoge mate aangezien er hier sprake is over uitsluiting van verdere deelname. Deelname waaraan? Hij zou in die fase alleen maar onderhandeld kunnen hebben over een plaats voor jou aan het MLP-project en daarvoor had jij niet eens een selectieprocedure doorlopen. Als dat gesprek heeft plaatsgevonden in maart 1989 zou dat formeel naar mijn idee ook nog wel hebben gekund. Voor zover ik mij kan herinneren is Hortensius na mijn brief van 6 maart per 1 april tot directeur benoemd. Nadien is Maris nog een aantal maanden als adviseur aan de organisatie verbonden gebleven. Toen ik in oktober tot office-manager was benoemd heb ik hem nog een keer in Hoofddorp gezien. Nadien is hij definitief van het toneel verdwenen. Zijn naam hoorde ik voor het eerst weer eens uit de mond van Ger Boogaard, directeur van het NIOW te DRIEBERGEN.
Toevallig is deze situatie op zondag 4 april jl. nog eens ter sprake gekomen toen ik een bezoek bracht aan mijn voormalige collega Paul Karis, tot voor kort directeur van LINGUARAMA Nederland. Naar aanleiding van dit gesprek heb ik Paul - vertrouwelijk - wat persoonliike memoires doen toekomen. Voor jouw beeldvorming lijkt het mij ook wel aardig als ik je hier enige fragmenten uit beschrijf:
"De eerste keer dat ik jullie naam hoorde, was uit de mond van Marina Beckers tijdens een bijeenkomst van docenten Spaans. Ik had bij het NIOW gesolliciteerd als districtleider en zij vertelde me dat er een kans bestond dat ik zou worden aangenomen als een soort "super DL". Ze zei er ook bij: "Maar kijk uit voor Ger Boogaard en zorg er wel voor dat jou niet hetzelfde overkomt als Paul Karis. Bij alles wat Paul doet staan Ger en Leo over zijn schouders mee te kijken". Ik heb dat toen niet helemaal begrepen, maar na 15 jaar is mij de betekenis van deze uitspraak nu in zijn volle omvang duidelijk geworden........
Uit humane overwegingen, of eerder nog vanuit een diep religieuze beleving, heb ik Ger kunnen vergeven en hebben wij ons conflict van drie ton op een gepaste wijze tijdens een door Ger en Leo aangeboden diner in mei 1991 in Noordwijkerhout kunnen afsluiten, nadat ik het initiatief had genomen om de strijdbijl neer te leggen. Maar al bij al heeft het feit dat deze man absoluut blind is voor hetgeen in mensen omgaat er uiteindelijk toe geleid dat ik, na mij voor meer dan 200 procent voor NIOW-talen te hebben ingezet, eerst arbeidsongeschikt ben geworden, daarna allerlei valse beschuldigingen heb moeten ondergaan, twee jaar in mijn eigen huis gevangen heb moeten zitten en uiteindelijk door de druk van die omstandigheden mijn gezin heb moeten ontbinden en nu als fysiek gehandicapt door de wereld moet gaan. Daarvoor draagt Ger Boogaard de persoonlijke verantwoordelijkheid. Het is triest dat er een rechter aan te pas heeft moeten komen om hem dat een beetje duidelijk te maken.
Na die procedure heb ik nog eens een gesprek gehad met Boogaard. Ook vanuit een religieuze beleving heb ik twee jaar geleden op witte donderdag om zeven uur 's avonds op het NIOW-kantoor in DRIEBERGEN een fles wijn met hem leeggedronken. Hij had nog een opmerking over de procedure: "Die vrouw - de rechter - had er helemaal niets van begrepen". En nu vraag ik me af of een mens wel continu vergevingsgezind moet zijn, als een soort heilige, een martelaar en kluizenaar, in de wereld te blijven staan.
Natuurlijk heb ik van hem geleerd onder de grootste druk staande te blijven en daar hou ik het nu maar bij. Van de andere kant denk ik dat het goed is dat mensen weten met welke figuren ze te maken hebben als ze werken met Ger Boogaard en Tjeb Maris, zijn soortgenoot, die net als hij gewend was de boterham te verdienen door de kluit te belazeren.
Maris heeft pech gehad dat hij mij bij de Baak heeft binnengehaald toen ik zag dat hij er dezelfde praktijken op nahield als Boogaard. Zoals ik je heb gezegd kon ik bij de Baak het werk afmaken wat Boogaard mij bij het NIOW verhinderd had en daardoor is naar mijn idee door mijn toedoen "de heer Maris" op een flatje terechtgekomen. Van beide heren kan nog wel een boekje worden opengedaan. Ik denk dat Roel van Beelen jullie ook nog wel het een en ander daarover kan vertellen. Met Maris hebben Bert Hortensius, Liesbeth en ik afgerekend. Ger Boogaard loopt nog op vrije voeten en het is opvallend hoeveel vijanden hij inmiddels in het leven heeft geroepen........
Bij Nauta Dutilh heb ik nog een advies van fl. 900,- ingewonnen om te beoordelen of ik juridisch nog iets uit die situatie kan halen, maar de hele zaak is per 1 januari 1993 verjaard. Dat betekent ook dat ik geen belemmeringen meer heb om mijn mond open te doen, hoewel ik wel uitkijk tegen wie ik mijn verhalen vertel, want de vijand is zeer creatief in het vinden van hem passende tegenmaatregelen. Maar ik denk dat het goed is als degenen die het slachtoffer van deze 'ondernemer' zijn geworden elkaar weer eens op een positieve manier ontmoeten.......
Leo (voormalig partner De Vries) is ook een slachtoffer van 'ondernemer' Boogaard. Ze zijn overigens rond die tijd met zijn tweeën nog een keer op 'zakenreis' naar Colombia geweest (Medellín geloof ik) en hebben daarna een gratis vakantie doorgebracht op Aruba. Leuk hè? Ik denk dat dat soort snoepreisjes slechts voorbehouden blijft aan mensen die zelfs een officier van justitie om de tuin kunnen leiden.
Nu zit Leo op een eilandje in de Ierse Zee en loopt zijn "partner" hier nog vrij rond. Eigenlijk zou het omgekeerd moeten zijn.
Peter Ottenhoff is ook zo'n slachtoffer geweest van Boogaards praktijken. Voor zover ik kan overzien hebben hij en zijn echtgenote een beslaglegging op zijn persoonlijke bezittingen gehad en is er zelfs beslag gelegd op de salarisrekening van Peters echtgenote.
Ook Cees van Dam van het IBO kan hierover meepraten..... (Professor Cees van Dam, directeur van het Instituut voor Bedrijfskundige Opleidingen te Slot ZEIST) en het verhaal van de Ring van Rotterdamse Repetitoren, die, voor zover mij bekend kort na de overname van de SNO Rechtenopleiding (verkocht door Boogaard), de geest heeft gegeven. En wat hij met de Erasmus Universiteit heeft uitgespookt is voor mij nog een duister verhaal. Op de een of andere manier heeft hij mij er wel in willen trekken en zo heb ik nog wel andere geluiden o.a. ten aanzien van de omgang met de fiscus.
"Het NIOW" is als een
van de eerste instituten in Nederland erkend door de Minister
van Onderwijs en Wetenschappen, nadat NIOW-Talen, jouw voormalige
IES, in mijn persoon in het bestuur van de VBMO
vertegenwoordigd is geweest. NIOW BMO heeft de erkennig gekregen,
maar had daar formeel absoluut geen recht op, omdat BMO geen VBMO-lid was.
Zelfs de Minister
van Onderwijs en Wetenschappen is in de listen van Boogaard
getrapt toen Boogaard NIOW-Talen had leeggeroofd en daarna had
omgezet in Taleninstituut Maarn BV om mij een loer te draaien.
Eigenlijk is het een grove schande dat het in Nederland mogelijk is dat een officier van justitie toestemming kan geven voor een beslaglegging op privé-bezittingen van een onschuldige, hardwerkende familie, terwijl de verantwoordelijke procuratiehoudster gehuwd is met degene die om dat beslag verzoekt. Ik vind dit een pure rechterlijke dwaling die eigenlijk aan de kaak gesteld zou moeten worden.
Boogaard heeft nu connecties in Oost-Europa. Zo heeft hij naar zijn zeggen ooit nog persoonlijk gesproken met voormalig president Havel van Tsjecho-Slowakije. Wellicht kan hij naar deze contreien vertrekken om eventueel de laatste communistische restjes op te ruimen. Hij heeft nu inmiddels ook een grote hoeveelheid management know how bij de Baak weggehaald en ik vraag mij af of hij daar net zo'n hoge fees voor heeft betaald als ik met het FSI en jij met het IES.
Toen ik Liesbeth vertelde dat ik weer contact met Boogaard en De Vries had gehad, vroeg zij mij alleen naar het waarom, maar ik kon aan haar ogen zien dat ze daar grote vraagtekens bij zette. Liesbeth is een vrouw uit één stuk, die naar mijn idee niet voor niets het vertrouwen van VNO-man Cees van Lede had gekregen om met mij samen de ontspoorde Nieuw Elan-trein weer op de rails te krijgen. Ik vraag me af hoe lang Boogaard nog in staat is om op een handige manier de know how bij de Baak weg te halen. Hij heeft daar beslist wel een aardige manier op gevonden, want ik heb hem ooit eens met een lachend gezicht van Baak-directeur Lulofs afscheid zien nemen. In ieder geval heeft hij oud "Baakman" Robert Turk in de zaak opgenomen en die weet natuurlijk ook wel waar hij zijn interne informatie vandaan moet halen en die is op managementgebied natuurlijk wel te vinden in het VNO-opleidingsbolwerk".
In bovengenoemd gesprek met Boogaard op Witte Donderdag 1991 vertelde hij mij dat Tjeb Maris een kantoortje had op kasteel Hoog Moersbergen bij Doorn en dat hij goede contacten met hem had. Na mijn ontslag heb ik een analyse gemaakt van het relatienetwerk. Ik denk dat het goed is dat ik je daar nog wat meer zicht in verschaf als je op 1 mei hier komt. Jouw brieven lezende begin ik het nu steeds aardiger te vinden.
Jouw stuk lezende ben ik van mening dat het toenmalige R.P.A. in Groningen in jouw richting uitermate onbehoorlijk heeft gehandeld. Ik vraag mij zelfs af of hier al dan niet sprake is van onbehoorlijk bestuur. Bij het nemen van een fundamentele beslissing ten aanzien van het verdere verloop van het leven van een van haar cliënten had het R.P.A. naar mijn mening op zijn minst het beginsel van hoor en wederhoor moeten toepassen. Mij hebben geluiden bereikt dat de heer Snippe een "vriendje" was van Nieuw Elan en "Nieuw Elan" was in die tijd Tjeb Maris. Snippe heeft zelf ook nog wel eens een keer zelf geblunderd. Ik heb daar ooit zelf van geprofiteerd (de eerlijkheid gebiedt mij dat te zeggen). Zo heeft het GAB Groningen ooit eens landelijk cursisten geworven voor Entrelan (ook een vondst van Maris) via een advertentie in de Volkskrant, terwijl de subsidiegelden slechts voor de bewoners van Regio Noord bestemd waren. Als bewoner van de provincie Utrecht werd ik Entrelancursist via het GAB te Groningen. Dit was mijn eerste kennismaking met Maris en Snippe.
Jouw term "onbeschoftheid" t.a.v. Maris' interventie op het GAB Groningen vind ik nog zeer zachtzinnig uitgedrukt. Ik zet door de door jouw beschreven situatie ook zeer grote vraagtekens bij de betrouwbaarheid van Jan Willem Snippe!
Inhoudelijk ben ik het overigens met de eerste bladzijde van je brief voor honderd procent eens. Ik ben overigens zeer benieuwd naar alle andere reacties die jij van cursisten hebt ontvangen m.b.t. de betrouwbaarheid van Maris. Hoe hij met Julio Sampedro uit Madrid is omgesprongen is ten hemelschreiend. De goede man zit met een persoonlijke rentelast van tonnen opgescheept ten gevolge van de onjuiste voorlichting m.b.t. ESF-subsidies die hij van Maris heeft gekregen.
Of Annet de Jong een willoos voorwerp was in de handen van Maris durf ik niet te stellen. Annet is wel geruime tijd ziek geweest nadat Maris voor het laatst de deur bij Nieuw Elan achter zich had gesloten. Zoals ik je al heb verteld stond ze sterk onder zijn invloed.
Jouw opmerking m.b.t. het "creatief" met publieksgelden omgaan kan ik me weer enigszins voor de geest halen. Had dat niet te maken met de door mij opgestelde begroting voor het Spanjeproject? Ik had daar een behoorlijk bedrag in opgenomen ten behoeve van de dekking van de overheadkosten van het instituut, zoals ik dat bij het NIOW ook altijd gewend ben geweest. Mij is later gebleken dat alle projectleiders verantwoordelijk waren voor het opmaken van de projectbegrotingen op grond waarvan de offertes werden aangeboden. De meeste projectleiders zagen de post "bijdrage aan de overhead" over het hoofd, met het gevolg dat de organisatie in de laatste jaren voor tonnen tot enkele miljoenen het schip in is gegaan. Liesbeth heeft de projectleiders op mijn advies geleerd hoe ze een begroting moeten opstellen.
Ik denk dat je gelijk hebt dat intuïtie een legitieme informatiebron is. Zelfs Mintzberg geeft dit als een van de belangrijkste managementtools aan. Van belang is wel dat deze maatschappij alleen gediend is met feiten wanneer het erom gaat het handelen van bepaalde figuren aan de kaak te stellen. Ik ben dus benieuwd naar nog meer ondersteunend feitenmateriaal, want als ik op mijn intuïtie afga is er wel een schandaal binnen de wereld van arbeidsvoorziening en particulier onderwijs op komst en dan kon het wel eens zijn dat mijn "Zaak NIETS" toch nog wel IETS kan betekenen. Misschien helemaal niet zo gek dat het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en de Centrale Recherche Informatiedienst tegenover elkaar liggen aan de Europaweg in Zoetermeer. Bij beide instellingen ben ik een goede bekende en het is misschien wel leuk eens een bezoek aan beide instanties te combineren. Zoals gezegd, Jan Wilzing (directeur CRI) heeft me al gezegd "Als je nog eens op het ministerie moet zijn kom dan maar eens bij me langs".
Natuurlijk ben ik, met name door Maris, misbruikt voor mijn inzet en expertise. Ik denk dat het aantoonbaar is dat hij op de hoogte was van mijn juridische problematiek en daar heeft hij zeer handig gebruik van gemaakt. Er is zelfs ooit de gedachte bij mij opgekomen dat Maris het "Spanjeproject" heeft opgezet om mij op een handige manier de organisatie binnen te halen. Al tijdens de AtM-cursus heb ik vaak gezegd dat ik voortdurend het "beeld van de hondekar" voor me zag. Ik was dan de hond en Nieuw Elan zat in de kar met een hengel met daaraan een grote worst. Maar dat zijn slechts speculaties. Het enige aantoonbare is dat Annet de Jong de heer Te Winkel, toenmalig directeur bij Job Creation, heeft gebeld met het verhaal dat ik bij Nieuw Elan ging werken. De heer Te Winkel heeft haar toen - naar haar eigen zeggen - gezegd "maar Nieuw Elan heeft Van der Heijden nog geen tien mille (per maand) geboden". De Jong/Maris hebben in dit sollicitatieproces persoonlijk geïnterveniëerd.
Ik denk dat het mij nu duidelijk wordt waarom Liesbeth mij heeft geschreven dat wij geen contact meer zullen hebben. Ik heb me nooit kunnen voorstellen dat het mogelijk zou zijn dat je van een collega waarmee je een perfecte werkrelatie hebt gehad nooit meer contact zou kunnen hebben. Liesbeth heeft ook zo'n enorm intuïtief vermogen en als ik deze shit zo weer eens op mijn beeldscherm zie verschijnen kan ik mij heel goed voorstellen dat zij hier niet bij betrokken wil zijn. Ik was overigens geen piloot, maar copiloot, maar hield de koers die de piloot moest vliegen wel zorgvuldig in het oog.
Als office-manager hield ik mij niet met details bezig, maar met procedures. Mijn hoofdtaak was het stroomlijnen van administratie- en communicatieprocessen. Ik had in de fase dat jouw zaak speelde met Liesbeth de afspraak dat ik mij als office-manager binnen de organisatie bezighield met al hetgeen samenhing met het secretariaat en Liesbeth met de projectleiders. Het probleem Ravenstein/Halbertsma/Breuker viel in het geheel niet binnen mijn werkveld en dus ook buiten mijn gezichtsveld. Wij moesten met zijn tweeën een tekort van 1,8 miljoen wegwerken en dat kon alleen door sterk te centraliseren, standaardiseren en het invoeren van uniforme werkprocessen. Elk uur dat ik daarvan afweek kostte geld en het was mijn doel Nieuw Elan te redden in bedrijfseconomisch opzicht. Het klinkt misschien wat onaardig Tjitse, maar bedrijfsmatig gezien had ik geen enkele interesse voor cursistproblemen. Jouw zaak was inderdaad een verantwoordelijkheid van Liesbeth en José en daar had ik niets mee te maken.
Denk niet dat Maris ook maar enige invloed heeft gehad op de besluitvorming van Liesbeth Halbertsma. Zij is net zo'n "goede vriend" van Maris als jij en ik. Er was haar echter veel aan gelegen de vuile was niet buiten te hangen gezien de negatieve effecten die dat voor de Baak, Nieuw Elan én het VNO (Van Lede) zou kunnen opleveren. Nee, Maris had geen enkele invloed op haar. Dat geldt wel voor Bert Hortensius die haar coachte. Maar dat vind ik op zich niet onterecht. Hortensius is een ervaren manager die er de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor droeg dat ook Liesbeth haar taken zo goed mogelijk kon uitvoeren.
Zoals gezegd kon Maris in maart 1989 nog wel zaken voor Nieuw Elan doen omdat hij toen formeel nog niet was verdwenen. José's opmerking "Het wordt moeilijk, Tjitse" (baan) kan vele gronden hebben. Ik noem er enkele:
1. Je wist inderdaad te veel
van de shit uit de Maris-tijd.
2. Het TopCentre beschikte niet over bedrijfsgegevens. Ik heb
Liesbeth geadviseerd
het Arbeidsbureau Amsterdam (Martin Meijer) niet kostenloos het
bedrijvenbestand van het toenmalige StageBanenBureau beschikbaar
te stellen. De opbouw van dit bestand heeft tienduizenden tot
honderdduizenden guldens aan manuren gekost en de heer Meijer
wilde daar kosteloos over beschikken. José had, denk ik,
wel enig zicht in het aanbod van het Top Centre en dat droeg de
verantwoordelijkheid voor de stagewerving voor jouw cursusgroep.
Begrijp je haar probleem?
3. Je paste niet in het profiel van de cursusgroep.
Ik denk zeker dat Maris jou als een bedreiging heeft gevoeld. Hij was voor mij ook als de dood. Hoe kan het anders dat hij nooit een gesprek met mij persoonlijk heeft durven aangaan in de tijd dat hij me wilde binnenhalen?
Mijn persoonlijke, aan het Koninklijk Huis verbonden, vriend kan ik helaas niet bij deze aangelegenheid betrekken. Ik wil wel eens een keer een balletje opgooien, maar dan denk ik dat ik beter bij Jan Wilzing van het CRI terecht kan. CRI en BVD hebben inmiddels een goede samenwerkingsrelatie waarin Wilzing naar mijn idee het voortouw neemt. Hij weet ontzettend veel over detective/onderzoekstechnieken en beschikt zelfs over een van de meest geavanceerde opsporingsprogramma's ter wereld. Als ik over meer feiten beschik wil ik wel eens kijken of Jan Wilzing hiervoor gevoelig is. Maar dan moeten er wel feiten op tafel liggen, bijvoorbeeld feiten die aantonen of genoemde personen contacten onderhouden met de Maffia-organisatie.
Jan Wilzing is voor mij overigens op de eerste plaats een goed clublid waar ik veel plezier mee heb en hartelijk kan lachen en dat vind ik persoonlijk voor mij op dit moment ook heel belangrijk.
In alle gevallen ben ik geïnteresseerd in alle beschikbare stukken waar we samen iets aan hebben, want in feite zitten we allebei nog steeds in hetzelfde schuitje.
De voorlaatste alinea van jouw brief spreekt mij zeer sterk aan. Op basis van hetgeen we tot nu toe samen hebben gedaan denk ik dat je op mijn steun kunt rekenen wanneer je een rechtszaak wilt gaan aanspannen die de 'nationale' beerput wil opentrekken.
Hieronder geef ik je jouw gevraagde commentaar op je brief aan Halbertsma en Ravenstein.
1. Brief: in orde. In hoeverre
ik hierin anoniem wil blijven wil ik met jou op 1 mei nog overleggen.
Ik wil me in principe wel aanpassen bij de strategie van mevrouw
Meulenbroek, maar zie op dit moment geen aanleiding meer om anoniem
te blijven.
2. Citaten van een Nieuw
Elan-kenner (1): Ik heb een probleem met het noemen van de
term "maffiapraktijken". Gezien het bovenstaande m.b.t.
het NIOW en de persoonlijke dramatische afloop voor mij en mijn
huisgezin kan deze term wat mij betreft worden gehandhaafd, doch
uitsluitend gekoppeld aan mijn persoonlijke situatie. Met "maffiapraktijken"
kan ik geen directe koppeling leggen met de Maffia-organisatie,
terwijl de term wel een dergelijke koppeling suggereert. Mag ik
van jouw kant een commentaar hierop van mevrouw Meulenbroek?
Ook verneem ik graag van mevrouw Meulenbroek haar commentaar op
het door mij hanteren van de term 'wanprestatie'. Ik heb vernomen
dat er ten aanzien van 'wanprestatie' bij de veranderingen in
het Burgerlijk Wetboek per 1-1-92 op dit gebied juridisch iets
veranderd is. Verder accoord.
3. Citaat van overheidsfunctionaris: Hier heb ik moeite met de
term "extra winst". Ik heb je dat hierboven al uiteengezet.
Ik noem het liever een gebrek aan managementinzichten van de kant
van Maris. Zijn persoonlijke interpretatie lijkt op een poging
tot verduistering. In ieder geval is er naar mijn idee hier sprake
van mismanagement van de eerste orde.
4. Citaten van Nieuw
Elan-kenner (2): Pas de problèmes. Prima!
Tjitse. Ik heb op jouw brief onmiddellijk gereageerd omdat je uitstekend op weg bent. Op mij kun je verder rekenen. Zoals de zaken nu staan ben ik in principe ook bereid mijn stuk van 6-3-89 vrij te geven wanneer we de reactie van Halbertsma en Ravenstein hebben ontvangen.
Hartelijke groet en tot horens!
28 september 2003: Hier laat ik het voorlopig bij. Vele brieven zijn hierop gevolgd. Vandaag is het zes jaar geleden dat ik een feest had gepland op Paleis Het Loo in APELDOORN. Gisteren vernam ik in Ellecom dat er opnieuw een boek is uitgebracht waarin men zou hebben gesteld dat Diana om het leven zou zijn gebracht. Ik heb hier als "UNCLE JOHN" mijn duidelijke mening over gegeven. Men heeft mij als eigenaar van het Instituto Cervantes Benelux en de Limited Company Instituto Cervantes England & Wales geen toestemming gevraagd om Haar naar de Champs Elysées te vervoeren. Diana had daarbij ook het recht op Haar eigen beslissingen. Die zijn klaarblijkelijk niet gerespecteerd. Alleen door de chauffeur. Het wordt nu eens tijd dat de heer Al Fayed met DE WAARHEID voor de dag komt en zijn fantasieën laat varen. Ik heb hem immers redelijk volledig geïnformeerd. En onze organisatie moet nog steeds van de grond.