Nijmegen, 26 april 1994 Beste Tjitse, Vandaag ontving ik jouw brief van 24 april jl. Deze heeft mijn brief 25 APRIL 1994 HISTORISCHE STAP gekruist. Je bent op de goede weg met je gesprek van a.s. vrijdag. Mij ontbreekt de tijd om uitgebreid op je brief in te gaan, maar vind het wel belangrijk je op de hoogte te brengen van mijn persoonlijke ontwikkelingen. Afgelopen donderdag 21 april is een van mijn medepatienten niet op de therapie verschenen. De volgende dag bleek dat hij 's nachts niet was thuisgekomen. Ik vermoedde een samenhang met mijn probleem. Op mijn instigatie is de politie ingeschakeld. De ME van Nijmegen heeft hem uiteindelijk in een bos bij Nijmegen aangetroffen, naar eigen zeggen. 's Middags had een van de medepatiënten verklaard dat zijn broer hem donderdagmiddag nog in Nijmegen in de stad had gezien. Nadat hij was gevonden is hij rond 14.30 u. in het Radboudziekenhuis gearriveerd. Na een gesprek met zijn behandelend team heeft hij van 15.30 tot 15.45 een verklaring in de groep afgelegd op grond waarvan ik heb moeten opmaken dat hij geen contact heeft gehad met mijn politieke tegenstanders, waar ik bang voor was. Ik kan me nl. goed voorstellen dat de Van Goethem-groep graag wil weten wat ik in de groepstherapie naar voren heb gebracht. Daar kan die club gerust in zijn: ik belast mijn medepatiënten niet met een problematiek die zij niet kunnen bevatten. Van 15.45 tot 16.00 uur had ik een gesprek met mijn arts Gilbert Thomas. Ik heb hem toestemming gegeven mijn brief aan dokter Roosenboom d.d. 12 oktober 1993, waarvan jij op diezelfde dag een kopie hebt ontvangen, in te zien. Zaterdag 23 april heb ik de afspraak schriftelijk bevestigd met de volgende tekst:

"Nijmegen, 23 april 1994 Beste Gilbert, Naar aanleiding van ons gesprek van gisteren geef ik je hiermee - met inachtneming van je medische geheimhoudingsplicht - formeel toestemming tot inzage in mijn brief aan Jim Roosenboom van 12 oktober 1993, dat hij op mijn verzoek in het medisch dossier heeft opgenomen. Het lijkt me waardevol dat het begeleidend team - onder condities van volstrekte vertrouwelijkheid - van hoofdpunten uit deze brief op de hoogte wordt gebracht teneinde te voorkomen dat ik in de groep niet ongewild wordt uitgenodigd in de huidige fase uitspraken te doen met een mogelijk boemerangeffect.

In de groepsevaluatie van dinsdag 12 april jl. heb ik aan de hand van de tekening "Plus Ultra" de contouren geschetst van mijn maatschappelijke positie. Daar moet de groep het voorlopig maar mee doen. Voor het probleem ? voelde ik mij mede-verantwoordelijk. Ik heb grote waardering voor de wijze waarop dit probleem door het team is opgelost. Uit de gistermiddag door ? in de groep afgelegde verklaring heb ik opgemaakt dat er geen samenhang bestaat tussen zijn en mijn problematiek. Met dank voor je gisteren getoonde bezorgdheid. Hartelijke groet John"

Gisteren heb ik in de weekendbespreking laten weten dat ik de brief van 24 april jl. genoemd in mijn brief 25 APRIL 1994 HISTORISCHE STAP aan jou aan de desbetreffende directies van erkende particuliere opleidingsinstituten heb verzonden. Vanmiddag werden er om 15.40 uur bij de achteringang van het Sint Radboudziekenhuis politiefunctionarissen waargenomen. Mijn groepscoördinator deelde daarop mede dat er door de directie van het Radboudziekenhuis nieuw beleid is ingevoerd: In verband met de diefstallen in het ziekenhuis houden de portiers regelmatig "toezichtsronden". De Nijmeegse politie houdt de zaak naar mijn idee nu voortreffelijk in de gaten. Voor het eerst sinds lange tijd hoorde ik weer eens een helicopter op het ziekenhuis landen en zag ik hem weer vertrekken. Er is dus weer actie. M.b.t. jouw opmerking "Het is mij onduidelijk waarom NE nu tot de conclusie komt dat het 'voor de hand liggend' is dat Liesbeth tijdelijk bij NE was gestationeerd 'om orde op zaken te stellen'. Dat is nieuw voor mij." verwijs ik naar mijn opmerking in 25 APRIL 1994 HISTORISCHE STAP. "Ik vond ook een notitie d.d. 15 oktober 1990 waarin mededeling wordt gedaan van het overlijden van de heer Mr. J. van Dijk. De heer Van Dijk was volgens het bericht al geruime tijd ernstig ziek. Na twee jaar ernstige ziekte is oud Baak-directeur Van Dijk in 1990 heengegaan. Hij is dus in 1988 ziek geworden, het jaar waarin Maris en Tegels hebben besloten Nieuw Elan te verzelfstandigen. Een zeer trieste aangelegenheid. De ene zijn dood is de ander zijn brood. Dit is onacceptabel. De grenzen van de betamelijkheid zijn daarmee in hoge mate overschreden. Om met Liesbeth te spreken: "Het is een schande!!!" Hartelijke groet.

29 APRIL 1994 EEN INGEVING