Nijmegen, 23 mei 1994 Beste Tjitse, Ik schrijf nog even een brief achter mijn brief 56 aan. Ik hoop dat ik jou niet vermoei, maar ik ben bij nalezing achteraf geschrokken van wat ik je op blz. 270 heb geschreven. Ik kom daar direct op terug. Ik kom net terug uit Leersum. Ik heb Mark en Ramon daar afgezet. Ik heb de jongens in dit weekend, een jaar na dato, van enkele gebeurtenissen op de hoogte gebracht die ik vorig jaar heb meegemaakt. Ik vond dat hun moeder dat ook moest weten en had mij voorgenomen haar nu ook wat meer openheid van zaken over de politiezaak van vorig jaar te geven, zodat zij de jongens ook een beetje op dat punt kan opvangen. Toen ik in Leersum de oprit opreed stond de garage van E. open en lag er een man onder haar auto om de uitlaat te repareren. Ik wil geen voorbarige conclusie trekken, maar ik heb het gevoel dat mijn prophecy van maart 1991 al aardig begint uit te komen. Daags nadat E. zich op 3-3-91 in mijn berichtgeving aan mijn familie had gemengd m.b.t. mijn zakelijke plannen en enkele uren later de bijna fatale nachtelijke mokerslagen zijn gevallen, heb ik E. geadviseerd dat zij een andere man moest zoeken. Zij zou het meest gediend zijn met een "klusser". E. is een praktisch ingestelde vrouw met een enorme werkenergie met wie ik niet over diepzinnige thema's kon praten. Nu lag er zo'n klusser op Tweede Pinksterdag onder haar auto en op het terras stonden ook twee glazen. Het deed mij wel even pijn toen ik die situatie zo aantrof. E. zag er uiterlijk grandioos uit. Prachtig dik blond haar, goed verzorgd uiterlijk, prima figuur en als een jonge meid van 25 in een afslankend spijkerkostuum gestoken. Ik zou zo in de verleiding zijn gekomen om met haar de koffer in te gaan. Want erotische avonturen heb ik met haar wel gehad en nooit met iemand anders. Desondanks heb ik voor de eenzaamheid gekozen omdat ik geen klusser ben en de erotiek een tijd van ondergeschikt belang heb gemaakt aan mijn toekomstvisie. Ik ben me er wederom van bewust geworden hoe sterk die kracht van woorden is. Het zal mij niet verbazen als zij een relatie heeft of aangaat met een man die handig is en "niet moeilijk doet", een man die werkt voor de centjes en af en toe door dit prachtig vrouwelijk schoon - want dat is ze nog steeds - voor zijn werk wordt beloond met een keer per maand "van de kruk". Je begrijpt dat deze situatie eigenlijk wel een zware confrontatie was, maar tegelijkertijd een bevestiging van het feit dat uitgesproken woorden bij de ander een eigen leven gaan leiden en iemands handelingspatroon sterk kunnen beïnvloeden. Soms ben ik me daar sterk van bewust, soms helemaal niet. In dit verband denk ik aan wat ik je heb geschreven op blz. 270.: "Ik wil je wel zeggen wat ik haar geantwoord zou hebben als zij mij gevraagd zou hebben wat ik met een cursist zou doen die het onderwijsproces verstoorde. Ik zou dan gezegd hebben dat ze die cursist zou moeten verwijderen." Ik heb hier nadien verder over nagedacht. Bijna alles wat ik aan jou schrijf komt rechtstreeks uit mijn bewustzijn of onderbewustzijn voort. Tot op heden heb ik nog nooit mijn primaire schrijfimpulsen naar jou toe achteraf gecensureerd. Maar ik kan me wel voorstellen dat je van die uitspraak bent geschrokken en heb mij achteraf afgevraagd waar die standpuntbepaling vandaan komt en ik heb een aanknopingspunt gevonden in het Nieuw Elan-verleden. Ik heb je gescheven dat wij tijdens onze AtM-cursus een coach hadden met de naam Teun Leuftinck. Ik vond hem een goede coach, getuige zijn uitspraak dat ik meer in huis had dan Tjeb Maris. Binnen de groep AtM-ers ontstond er echter een stuk ontevredenheid onder de cursisten en ik heb dat groepsproces nadrukkelijk geobserveerd. Er was één cursist die goed bespraakt was en raadslid was van een stadsdeelraad (ik geloof Osdorp) in Amsterdam, een tandarts. Zijn naam: Reinoud van Wijck. Reinoud had problemen met Leuftinck en ik heb waargenomen hoe hij aan het werk is gegaan om de groep cursisten tegen Leuftinck op te zetten. Het was opmerkelijk hoe deze zorgvuldig uitgeselecteerde groep hoogwaardige 'human potentials' zich liet manipuleren door Van Wijck. De hetze tegen Leuftinck werd steeds heftiger en toen Teun, tijdens een sessie in ZEIST, afwezig was heeft Van Wijck een motie van wantrouwen tegen Leuftinck ingediend. De hele groep had zich daarachter geschaard, op één na. Jacobine van der Horn en José Ravenstein vormden toen de cursusleiding (cursusleiders zijn later pas projectleiders geworden). Ik heb José daarna hier stevig over onderhouden en haar mijn mening over die situatie gegeven. Ik heb haar gezegd dat zij met de gehanteerde procedure de geloofwaardigheid van het instituut op een onaanvaardbare wijze had geschaad. Ik sprak als oud-directeur van een particulier onderwijsinstituut die tien jaar keihard had gewerkt om zijn instituut in leven te houden, zonder daarbij gebruik te maken van gemeenschapsgelden. Sterker nog, die maandelijks bijdragen leverde aan de overheid in het kader van het sociale voorzieningensysteem. Alle cursisten zaten in de cursusgroep op onze (de gemeenschap) kosten. De overheid betaalde twintigduizend gulden per cursist voor het produkt dat door Nieuw Elan werd geleverd. Ik vond het een fundamenteel onjuiste keuze van Ravenstein en Van der Horn om de door de gemeenschap gefinancierde cursisten een hoogwaardige cursuscoach de laan uit te sturen. Een schande! Op deze wijze hebben José Ravenstein en Jacobine van der Horn de geloofwaardigheid van hun eigen instituut ernstig aangetast. Ik heb José gezegd dat ze die Van Wijck had moeten verwijderen. Een instituut zet een produkt neer en zorgt ervoor dat dat een goed produkt is. Met hun 'move' hebben José en Jacobine bijgedragen aan de ondergang van het instituut. Ik ben hier nadien niet verder meer mee bezig geweest. Ik was een gewone cursist zonder enige bevoegdheid, maar ik kan er nu nog niet over uit hoe het in dit land mogelijk is dat mensen op jouw en mijn kosten de dienst uitmaken. Daniëlle Roex heeft mij in een later stadium verweten dat ik Teun heb laten vallen. Daar kan ik me goed in verplaatsen. Ook José moet door het voorval met zichzelf zijn geconfronteerd. Als ik toen directeur van die tent was geweest had ik zowel Jacobine als José op het matje geroepen. Maar Tegels liet alles door zijn cursusleiders opknappen en nam geen verantwoordelijkheid voor hetgeen zich binnen de organisatie afspeelde. Ik sprak vorig jaar oud Shell-directeur Henry Lemey. Hij vond dat Tegels te licht was geweest voor zijn functie. Ik heb hem dat bevestigd. Naar aanleiding van jouw voortdurende vraag of ik al dan niet van jouw cursusverwijdering op de hoogte was heb ik de notulen er op nageslagen. Ik lees in de notulen van de projectleidersvergadering van 19 maart 1990 (door mij geschreven):

"José meldt dat P. Snel (GAB Utrecht) een gesprek heeft gevoerd met een overblijvende deelnemer uit de M/W-groep. De nieuwe groep van 32 cursisten wordt teruggebacht tot 31. Een van de deelnemers, waarmee in het verleden, mede door de Gemeentelijke Sociale Dienst, onduidelijke afspraken zijn gemaakt, vertoont geen zichtbare verbetering in zijn mobilisatiepatroon. Hij zal daarom worden verzocht zich uit de opleiding terug te trekken. Inmiddels hebben van deze groep 20 cursisten een praktijkplaats. Hiervan zijn er 6 geworven door TopCentre, 7 door het SBB en 7 door de cursisten zelf. Het is een actieve groep."

Een schandaal! Het TopCentre had niets met Utrecht te maken. Tijdens het schrijven van dit verhaal ontdek ik dit. Ik zie nu jouw cursusverwijderingsbrief voor me. Hij is van dezelfde datum als de door mij geschreven notulen!!!! Ik moet je eerlijk zeggen dat ik uitsluitend heb opgeschreven wat er is gezegd. In goed vertrouwen. Ik heb toen helemaal niet naar de naam van de cursist geïnformeerd. Dat was mijn taak niet en ik had mijn energie al behoorlijk nodig om letterlijk te noteren wat er werd gezegd. Het zou louter toeval zijn als op dezelfde dag, 19 maart 1990, zowel een cursist uit de groep M/W (Utrecht) als AtM Amsterdam II uit de cursus zouden worden verwijderd door één en dezelfde projectleidster. Het is een grote schande. Ik kan niet anders dan concluderen dat José Ravenstein in de projectleidersvergadering een valse verklaring heeft afgelegd. Een pittig detail is dat de desbetreffende notulen niet door Liesbeth zijn geaccordeerd. In de notulen van de projectleidersvergadering van 9 april 1990 lees ik naar aanleiding van de notulen van 19 maart: "José: de opmerking "Een van de deelnemers........uit de opleiding terug te trekken" vervalt. Proficiat. Ik denk dat dit het sluitstuk is van jouw onderzoek. Ik kan niet anders dan constateren dat ook José de kluit belazerd heeft en dat jij daarvan het slachtoffer bent geworden. Ook kan ik me nu verplaatsen in de theorie dat recht is psychologie. Ik heb José beïnvloed in verband met het probleem Van Wijck. José moet dit probleem op jou hebben geprojecteerd en ik ben dus - zonder het te weten - indirect verantwoordelijk voor jouw cursusverwijdering. Het verschil tussen José en mij is echter dat ik altijd - van binnenuit - mijn persoonlijke visie heb verkondigd vanuit mijn belevingswereld, maar nooit heb gelogen. Ik hoop dat je nu begrijpt hoe het komt dat ik van jouw problematiek niets heb gehoord. José heeft mij hoogstwaarschijnlijk op een dwaalspoor willen brengen door te verklaren dat de te verwijderen cursist uit de groep Midden/West kwam en ook Liesbeth moet ze hebben geadviseerd om hierover niet met mij te praten gezien mijn bekendheid met jouw situatie. Het doet mij echter wel pijn te moeten vaststellen dat Liesbeth zich door José heeft laten beïnvloeden. Ik wens je veel succes. Je kunt rekenen op mijn verdere steun. Tot 3 juni! Een fijne verjaardag.

29 MEI 1994 DE ZAAK NIETS BV