Drs T. Breuker GRONINGEN. Datum: 16 mei 1998. Betreft: 'Stalking'. Kenmerk: JH/TBG980516. Beste Tjitse, Aansluitend aan mijn brief van 13 mei jongstleden laat ik je weten dat ik de afgelopen dagen behoorlijk heb nagedacht over het verhaal dat je mij vertelde aangaande de reactie van mijn collega inzake de huidige statutair directeur van de Baak. Gisteren heb ik in NOORDWIJK in alle rust de 'Vrede van Munster' herdacht. De festiviteiten rondom de 350-jarige herdenking van het einde van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) hebben gisteren namelijk een aanvang genomen. Het is voor mij een belangrijk punt van bezinning. Ik heb de dag doorgebracht in het Zon en Zeebad naast Huis ter Duin, met zicht op de Baak.

Tijdens zo'n moment van bezinning komen er vele beelden terug uit het verleden. Nog deze week heb jij klaarblijkelijk gesproken met mevrouw Karin de Winter. Toen ik gisteren zo bij de Baak voor de deur lag kwam bij mij weer dat instinct op van de trouwe waakhond van weleer. Mevrouw de Winter kan worden aangeduid als de beschermengel van Liesbeth Halbertsma, zoals ik mij die rol had toebedeeld in de periode 1989 - 1991. Een dergelijke 'waakhond' heeft een directeur van een dergelijk bedrijf immers nodig. In de tijd dat ik verantwoordelijk was voor mijn organisatie van 1979 tot en met 1987 had ik namelijk ook behoefte aan een aantal mensen om mij heen die mij beschermden tegen allerlei storende invloeden van buitenaf, die mij van mijn werk hielden. Bijgaand zend ik je een fotokopie van pagina 5 van het 'Overzicht 1997/98' van de Baak met een foto van het huidige directieteam in volgorde van belangrijkheid: 1. Mw. drs. Halbertsma (Liesbeth), 2. drs. H.G. Starren (Harry) - beiden statutair directeur - en R.L.I. van der Zalm ra. mga. (Ruud), stafdirecteur Financiën. Tevens trof ik in het NRC van 14 mei bijgaand artikel op pagina 7 'Belaagde Liesbeth L.. 'nam lot in eigen handen'. Ik doe je dit artikel toekomen omdat ik mij afvraag of jij het verhaal over 'stalking' niet hebt gedroomd of iets in die geest. Het artikel maakt melding van een dame met de naam Liesbeth die klaarblijkelijk zodanig door haar voormalige echtgenoot Johan L. permanent is belaagd dat het zelfs tot een schietpartij is gekomen. Hierbij is sprake van de term 'stalking'. Ik kan mij onmogelijk voorstellen dat Ruud van der Zalm mij een dergelijke grondhouding heeft toegekend. Ik denk dat Liesbeth dat zelf ook wel kan ontzenuwen. Ik heb haar immers sinds mijn vertrek in 1991 voortdurend geïnformeerd omtrent al mijn bezigheden. Er is een periode geweest waarin zij te kennen heeft gegeven afstand te willen blijven houden. Dat heb ik gerespecteerd. Zij had het immers veel te druk om zich nog met haar voormalige 'mentor' bezig te houden. Dat is immers de visie die ik jegens haar heb en ik zal je in deze brief laten weten waarom. Ik ga daarvoor nog verder terug in de tijd. Ik schrijf nu over het jaar 1988. In januari/februari van dat jaar heb ik mij bij de Kamer van Koophandel laten uitschrijven als bestuurder van de Stichting Beroepsgerichte Opleidingen omdat mijn voormalige partners - volstrekt ten onrechte - beslag hadden laten leggen op al mijn privé-bezittingen. Ik was toen veertig jaar en zat dus volop in de midlife crisis en hield mij verder bezig met een heroriëntatie op de toekomst. Het was een periode van even tot rust komen en herbezinning. Een goede mogelijkheid daartoe bood het Entrelanproject van onze goede vriend Tjeb Maris. Op basis van zijn project Zelfmanagement ben ik toen met mijzelf aan het werk gegaan. Ik heb ook verschillende psychologieboeken bestudeerd en boeken van Wayne Dyer over positief denken. Op het gebied van ontwikkelingspsychologie van een man van veertig jaar was nog niet veel wetenschappelijke kennis voorhanden. Het enige boek dat ik heb kunnen vinden was 'De ontwikkelingsfasen van de man' van Professor Lievegoed. Dit boek heb ik goed bestudeerd. Lievegoed stelde dat een man tussen zijn veertigste en vijftigste ervoor gaat kiezen om zijn ervaringen uit het verleden over te dragen aan een nieuwe generatie en ervoor gaat kiezen om een mentorfunctie te gaan vervullen. Hier heb ik dus ook voor gekozen. Het gaf mij namelijk veel voldoening om jonge mensen naar de top te helpen. Op de eerste plaats was dat Peter Ottenhoff. Ik heb hem jaren begeleid bij het ontwikkelen van zijn carrière tot directeur van de door mij opgerichte SBO. Dat was ook een weg van 'trial and error', zoals mijn gehele leven is gekenmerkt. Voortdurend pionieren. De SBO heb ik verlaten, mede ten gevolge van de fouten die Peter had gemaakt. Ik neem hem dat echter geenszins kwalijk. Het maken van fouten maakt deel uit van het leerproces. Zo kwam ik in november 1989 in contact met Liesbeth. Zij voldeed volledig aan het ideaalprofiel van de vertegenwoordiger van een nieuwe generatie managers. Na enkele gesprekken wist ik ogenblikkelijk dat ik weer een nieuwe uitdaging had. Het klikte geweldig goed tussen ons. In Hoofddorp kwam zij in de directiekamer en ik in het kamertje ernaast. Daar heb ik haar ook als een waakhond beschermd tegen eenieder die haar van haar werk hield. De rest van het verhaal is jou bekend. Ik betreur het nog steeds dat ik in 1991 moest uitstappen. In die tijd ben ik namelijk ook in contact gekomen met Harry Starren en Ruud van der Zalm. Harry was in die tijd nog verbonden aan het PAO (Post Academisch Onderwijs) hier in Utrecht en had een goede reputatie opgebouwd binnen onze gelederen. Met Ruud ben ik in contact gekomen nadat ik Liesbeth in kennis had gesteld van mijn ervaringen met het Management Informatie Systeem waarmee ik in het verleden heb gewerkt. Op haar verzoek heb ik Ruud de gratis adviezen gegeven waarmee hij de financiële problematiek van de Baak kon oplossen. Het bevreemdt mij derhalve dat hij de merkwaardige uitingen zou hebben gedaan als door jou verwoord. Uiteraard meld ik dit verhaal aan mijn Nummer Eén in Nederland. Met Harry Starren had ik aanvankelijk niet zoveel contact. Ik heb echter de indruk dat zich dat op dit moment positief ontwikkelt. Ik heb namelijk veel respect voor Harry. Hij is een harde werker en een goed communicator. Ook Henk Lulofs heeft zijn volledige vertrouwen in hem gesteld. Dat vertrouwen had ik ook van Henk. Ik had evenwel voor een andere koers gekozen in verband met mijn Spaanstalige achtergrond. Dat maakt het 'produkt' John van der Heyden immers anders dan het 'produkt' Starren of Van der Zalm. Ik ben uiteraard wel benieuwd of hij de door jou gemelde fantasieën heeft geuit en eventueel aan derden heeft medegedeeld. Mocht dat het geval zijn, dan zie ik het zwaar in voor de verdere loopbaan van de heer Van der Zalm en sluit ik niet uit dat ik zijn plaats weer inneem in de toekomst. Hij heeft zijn huidige positie immers voor een groot deel aan mij te danken. Daarbij vervul ik - in mijn perceptie - voor Liesbeth dezelfde steunfunctie als butler Paul Burrell voor 'My Lady'. Daar kan jij van getuigen. Met vriendelijke groet, JOHAN L. VAN DER HEYDEN. Bijlagen: 'Belaagde Liesbeth L. 'nam lot in eigen handen' (NRC Handelsblad 14-05-1998, pagina 7); Foto Directie de Baak, Management Centrum VNO-NCW.

18 MEI 1998 ERNSTIGE UITLATINGEN VAN EEN GEWAARDEERDE COLLEGA