J.L. van der Heijden NIJMEGEN Arrondissementsparket Utrecht Officier van Justitie T.a.v. Mr. M. Visser Postbus 16005 3500 DA UTRECHT Nijmegen, 10 juni 1995 BESCHIKKINGSNUMMER: 8509286 Geachte heer Visser, Hartelijk dank voor uw brief van 9 juni jl. Uit dit schrijven meen ik op te maken dat u in de veronderstelling verkeert dat ik beroep wil aantekenen tegen de beschikking van het Centraal Justitieel Incasso Bureau. Daar draait de zaak niet om. Op 31 maart 1995 had ik een afspraak met een van de medeoprichters van de Stichting Cervantes Benelux. Ik heb de stichting in oktober 1992 opgericht teneinde mogelijkheden te onderzoeken om Spaanse taaltrainingen aan managers binnen het Nederlands-Spaanse bedrijfsleven te verzorgen conform een loopbaanadvies dat ik bij mijn 'ontslag om zwaarwichtige redenen' bij het VNO-Managementopleidingsinstituut 'de Baak' te NOORDWIJK had gekregen. Vanaf april 1993 heb ik die activiteiten moeten staken ten gevolge van daadwerkelijk gevoelde dreiging vanuit de drugscriminaliteit. Ik heb mij vanaf die datum beziggehouden met het bijhouden van een dagboek. Enkele Telegraafjournalisten hebben hiervoor reeds dertigduizend gulden geboden. Ik ben echter van mening dat dit leesvoer eerder geschikt is voor gezagsfunctionarissen van justitie dan voor het lezerspubliek van de Telegraaf. Centraal thema van het dagboek is de praktijk van een organisatie-adviesbureau aan de Loonsebaan te Vught dat in 1986 een organisatie-advies aan de mede-aandeelhouders van mijn toenmalige opleidingsinstituut heeft afgegeven met de naam "Verbeter de creativiteit door een schop onder de kont". Mijn excuses dat ik dat hierbij op papier stel. Het is niet mijn stijl. Gemeld adviesbureau had reeds in de periode 1984/1985 aan mijn mede-aandeelhouders het advies gegeven na gereedkoming van de Anti-misbruikwetgeving hier gebruik van te maken teneinde het financiële probleem, dat in 1983 was gerezen door marktontwikkelingen en wanprestatie van het automatiseringsbedrijf MINIHOUSE, op te lossen. In de tijd dat Officier van Justitie Mr. Jo Valente door criminelen werd bedreigd is blijkbaar ook mijn telefoon afgetapt. Ik weet niet in hoeverre dat nu nog het geval is. Ik heb Interpol persoonlijk toestemming gegeven mijn telefoon af te tappen, ingeval dat voor hun onderzoek van belang kan zijn. Ik weet echter niet of mijn telefoon nu door criminelen wordt afgetapt. Ik heb daar geen zicht op. Daarom verzoek ik u de Officier van Justitie - in afwijking van de gebruikelijke gang van zaken - te bemiddelen bij de CRI teneinde mijn declaratie vergoed te krijgen. Ik heb twee reiskostendeclaraties ingediend bij de heer Zeeman, hoofd personeel. Op de Loonsebaan te Vught is onlangs het herdenkingsmonument, met daarop de namen van meer dan 350 zonder vorm van proces neergeschoten mannen en vrouwen met een vette soort teer van boven tot onder ingesmeerd. Ik heb uit de pers begrepen dat een speciaal rechercheteam van 25 man is ingezet om de daders op te sporen. Nochtans heeft dat tot op heden geen resultaat opgeleverd. Ik ben gaarne bereid aan dit onderzoek een bijdrage te leveren. Gisteren is er blijkbaar een rapport verschenen van het WODC, dat - na de talloze oprolacties van criminele organisaties - glashard stelt dat er geen georganiseerde misdaad bestaat. Ik vind dit opnieuw een zeer verontrustende tendens. Het zal mij niets verbazen als men de Nederlandse burger thans wil doen geloven dat het om 'spookverhalen' gaat. Dat heeft men mij ook gedurende lange tijd willen doen geloven. Nu de Telegraaf fl. 30.000,- voor mijn dagboek heeft geboden denk ik dat ik de zaken wel degelijk scherp heb geobserveerd. De verschuldigde fl. 50,- kom ik gaarne persoonlijk aan de officier van justitie in Utrecht afdragen. Ik heb er zelfs een investering van een treinkaartje Nijmegen-Utrecht v.v. voor over omdat mijn auto, voor de tweede keer in drie jaar, door een criminele bende is gestolen. Gaarne verneem ik van u op korte termijn bij welke officier ik mij kan vervoegen, alsmede tijd en plaats. Mocht één van zijn collega's behoefte hebben om mij thuis te bezoeken, dan is hij of zij van harte welkom. Uiteraard wel ná schriftelijke overeenstemming. Met de meeste hoogachting, J.L. van der Heijden P.S. Uit uw brief heb ik begrepen dat het CJIB m.b.t. mijn verzoek geen relatie heeft met de CRI. Ik maak hieruit op dat er nog veel werk te doen is om de justitiële diensten nog beter op elkaar af te stemmen. Dit zal zeker in het landsbelang een goede zaak zijn. Ik verzoek u hiermede uw Openbaar Ministerie succes te wensen bij de pogingen om tot een hechte eenheid van de justitiële diensten te geraken. Uw minister doet daar alle moeite voor.

16 JUNI 1995 BESCHIKKINGSNUMMER 8509286 (2) TER ATTENTIE VAN OFFICIER VAN JUSTITIE MR M. VISSER TE UTRECHT

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN