Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem-Alexander Prins van Oranje-Nassau Noordeinde 66 2514 GL 's-GRAVENHAGE Nijmegen, 11 augustus 1996
Koninklijke Hoogheid,
Van uw Particulier Secretaris, de heer J.W. Leeuwenburg, ontving ik Uw reactie van 8 augustus op mijn brief van 31 juli jl..
Uw beweegredenen om niet in het bestuur van de Stichting Cervantes Benelux zitting te nemen en voorlopig de nodige terughoudendheid in acht te nemen bij het aangaan van diverse functies ontvangt mijn volledig begrip en respect. U staat voor ingrijpende keuzemomenten waarin een consistent beleid maatgevend is voor Uw toekomstige loopbaan. Zo acht ik eveneens een consistente beleidsontwikkeling van de Stichting Cervantes Benelux van historische betekenis voor de toekomstige verhoudingen tussen de landen van de Benelux en Spanje binnen het perspectief van de Europese eenwording. In de afgelopen periode, waarin U in Atlanta vele Nederlandse topsporters tot unieke prestaties heeft weten te inspireren, bezocht ik in Engeland onder meer HAMPTON COURT, WINDSOR CASTLE, BLENHEIM PALACE, BUCKINGHAM PALACE en Stratfort-upon-Avon, de stad van William Shakespeare. Zoals het gedachtengoed van William Shakespeare de protectie geniet van het Britse Koninklijk Huis acht ik eveneens een participatie van het Nederlandse Koninklijk Huis in de Stichting Cervantes Benelux noodzakelijk. Ik zal thans de voorbereidingen treffen om Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Johan-Friso in het bestuur uit te nodigen. Ingeval dat niet op korte termijn mogelijk zal blijken te zijn, zal ik naar een tussenoplossing zoeken. Ik hoop in de toekomst op Uw verdere betrokkenheid - zij het op een andere wijze - te mogen rekenen. Met gevoelens van de meeste hoogachting, J.L. van der Heyden