Woensdag 18 februari 2004

LANDGENOTEN,

Met veel belangstelling kijk ik dagelijks naar het statistiekprogramma van deze website. Vandaag tref ik op de eerste plaats van de top 100 van 177 verwijzende pagina's het verslag aan van mijn reis naar Alcalá de Henares in de laatste week van juli 2003. Deze reis heb ik gemaakt om een belofte in te lossen aan de heer Philip Homer, de economic development manager van Stratford-upon-Avon, die ik op 28 april 1997 in de District Council van Stratford-upon-Avon heb gesproken. Op de tweede plaats staat mijn reisverslag door Spanje in 1992. Het is mij niet bekend of er voor het lezen van dit verhaal betalingen zijn verricht aan ons bedrijf en wie die gelden heeft ontvangen. De schilderijen van Rembrandt en Jan van der Heijden zijn ook pas in een later stadium tegen hoge prijzen verhandeld. Zoals bekend ben ik van plan de voetbalclub in Arnhem over te nemen en het stadion om te dopen in PRINSES DIANA STADION. Dat is wellicht de laatste redding voor de Arnhemmers. Het 'Dossier Vitesse' treffen wij derhalve op de vierde plaats. Mijn bezoek aan het Verenigd Koninkrijk rond kerstmis 1997 treffen wij op de zesde plaats. Op plaats negen volgt mijn betoog over de relatie tussen Van der Heyden en Cervantes in Alcalá. Van groot belang inzake de nalatenschap van Prinses Diana is mijn brief aan Lady Sarah MacCorquodale op plaats twaalf. Inmiddels heb ik uit de Daily Mirror vernomen dat zij thans samen met HRH The Prince of Wales tot executeur testamentair zijn aangewezen in overleg met Diana's advocaat Anthony Julius inzake het testament dat de heer Julius in december 1996 heeft opgemaakt. De ontwikkelingen die hieraan vooraf zijn gegaan zijn uitstekend beschreven door Diana's butler Paul Burrel in zijn boek In Koninklijke Dienst. Het ten behoeve van prinses Diana geschreven Business Plan treffen wij aan op plaats veertien. Vervolgens op vijftien mijn verzoek aan Koningin Elizabeth om toestemming voor een huwelijk met Diana op vijftien en op zestien mijn tweede brief aan Diana's broer Charles. In dit verband zijn mijn faxberichten aan Diana's lijfwacht David Sharp nog van belang. In mijn optiek heb ik aan alle wettelijke verplichtingen voldaan jegens de Moeder van de Britse Kroonprins. Dit geldt eveneens inzake de toendertijd noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Het management van Harrods en de Ritz in Parijs is op dit punt in ernstige mate tekortgeschoten. Ik heb gisteren vastgesteld dat de verbinding tussen de brief van 3 februari 1992 en 5 februari 1992 niet to stand is gekomen. Het brengt mij in gedachten terug naar de brief die ik op 12 februari 1992 uit Parijs heb verzonden. Het staat mij bij dat ik toen een boottocht over de Seine heb gemaakt, de Arc de Triomphe heb beklommen en nadien een bezoek heb gebracht aan de Sacré Coeur. Het staat mij bij dat ik toen heb geschreven dat ik de trappen van Montmartre heb beklommen. De trappen van de berg van de martelaren dus. En dat ik niet - zoals Vincent van Gogh - nog langer als martelaar door het leven wilde gaan. Ik heb in die brief ook geschreven dat ik een kaars heb opgestoken in Het Heilig Hart van Parijs en ik daarbij het Hart van een Nieuwe Organisatie voor ogen had. Datzelfde hart is ons ontnomen op 31 augustus 1997 in dezelfde stad. Kort na mijn bericht over Corporate Governance. That's the Truth and Nothing but the Truth.

19 FEBRUARI 2004 FRANSE KAAS EN SPAANSE WIJN IN HOTEL GVADALPIN TE MARBELLA