Nijmegen, 26 juni 1996 Beste Tjitse, Dit is wellicht de meest historische brief die ik je zend. Onze ontmoetingen in het Stadhouderlijk Hof te Leeuwarden beschouw ik als historisch. Onze gesprekken blijken voortdurend vruchtbaar. Zo heb ik nadien nog een tijd nagedacht over jouw opmerking om mijn adeldom goed te laten onderzoeken. Uitgaande van jouw opmerking dat de omstandigheden los staan van de bloedlijn ben ik zonder meer al van mijn adeldom overtuigd. Ik kan dit aantonen aan de hand van de brieven die ik van het Koninklijk Huis heb ontvangen en uiteraard in verband met mijn levenslange belangstelling voor de Nederlandse en Spaanse adel. Door de secretaris van Hare Majesteit de Koningin ben ik in brieven, conform eerdere brieven van de Kanselarij der Nederlandse Orden en de Nederlandse Ridderschap met de titel Heer aangeduid. Deze adellijke titel is vergelijkbaar met de Engelse titel Sir en de Spaanse titel Don. Door de directie van het Instituto Cervantes in Alcalá de Henares ben ik aangeschreven als Don J.L. van der Heyden. De range van adellijke titels verloopt van Heer tot Keizer alsvolgt: Heer - Jonkheer - Baron - Graaf - Hertog - Groothertog - Prins - Koning - Keizer. Met de titel Heer van der Heyden ben ik vooralsnog al zeer tevreden. Ik ben ook zeer gelukkig onder die hoedanigheid afgelopen zondag de preekstoel van Joost Halbertsma van de doopsgezinde gemeente te Grouw te hebben mogen beklimmen als vermoedelijk nazaat van Gaspar van der Heyden.

Gaspar was niet zozeer gesteld op de doopsgezinden. Voor hem was godsdienst een machtsinstrument dat ik met mijn nuchtere kijk uiteraard kan ontzenuwen. Als hij sprak in naam van de Heer sprak hij uiteraard in de naam van de Heer van der Heyden. De "Here Jezus" was daarvoor een uitstekend substituut. Gaspar had de oude bijbel goed bestudeerd en het moet voor hem een grote verlichting zijn geweest zijn ideeën op de gekruisigde te hebben kunnen projecteren. Als je eenmaal in het middelpunt van de belangstelling staat is het soms een goede weg de aandacht van het persoonlijke te transponeren naar het goddelijke. De gesprekken in de doopsgezinde kerk van Grouw hebben mij in die gedachte bevestigd. De meerderheid van de kerkgemeente denkt niet na bij wat ze zingen. Ze zingen gewoon. Dat hadden Willem van Oranje en Gaspar van der Heyden goed begrepen. Dank voor de tekst van de inaugurele rede van je broer Philippus voor de Universiteit van Leiden. Het schetst een aardig beeld van de machtsverhoudingen tussen de stadhouder, de adel en het patriciaat tijdens de republiek. Nog belangrijker vind ik echter de gesprekken die spontaan ontstaan, zoals op de vrijdagavond aan de bar, nadat ik je van de inhoud van zeer zwaarwichtige brieven in kennis had gesteld. In jouw situatie is uiteraard de oorsprong van de stad Vancouver in Canada van belang. Leuk is dat de stad genoemd is naar Coevorden, de residentie van de familie Van Heyden Reynestein, die op het kasteel Tho Vorden vanaf de middeleeuwen woonachtig was. Deze in Nederland uitgestorven familietak leeft thans nog voort in Rusland als nazaten van de Graaf van Heyden, halverwege de 19de eeuw admiraal van de Russisische vloot ten tijde van Koningin Anna Pawlowna, dochter van de Russische tsaar. Een van de familieleden heeft ook nog het landgoed Laarwoud te Zuidlaren bewoond. Naar mijn mening is ook de familie de Bourbon van ons familiegeslacht, in het Frans De la Bruyère, afkomstig. Het stamslot van de familie de Bourbon ligt in de omgeving van het Chateau de la Bruyère in de Mâconnais.

Een ander stamslot van de Van (der) Heydens was in de middeleeuwen de Olle Burg te Heyden in Westfalen. Nazaten van deze families vestigden zich in kastelen in omringende plaatsen en namen de naam van die plaatsen aan. Hieruit zijn geslachten voortgekomen als Van Raesfelt, Van Loon (Stadtlohn), Van Anholt, Van den Bergh en in het Franse gebied 'De Bourbon'. Deze week ontving ik nog een boekje over Wolter van Heijden, richter in Oldenzaal en Ootmarsum aan het eind van de 15de eeuw. Hierin wordt melding gemaakt van het feit dat het geslacht op zijn minst tot het jaar 1000 teruggaat in de annalen van de stad Münster. Het zal geen toeval zijn dat de vrede met Spanje daar in 1648 werd gesloten. Ik ben ook geïnteresseerd in Graaf Karel van der Heyden, die in de Napoleontische tijd nog deel uitmaakte van de Senaat te Parijs en over een uitgebreide boekerij beschikte. Het verhaal van de Halbertsma's wordt hierdoor wel enigszins naar de achtergrond gedrukt, maar dat neemt niet weg dat dit thema mijn hernieuwde belangstelling heeft gekregen. Zeker vanaf het moment dat ik zaterdag in het Fries Museum oog in oog stond met het portret van Joost Hidde Halbertsma, eind 18de begin 19de eeuw, en in dezelfde ogen keek als die van de nieuwe koningin Elisabeth uit 1989-1992.

Ik denk dat ik dit als ongekroonde keizer rustig zo kan stellen. De sleutel tot een Nieuw Europees Ordeningsconcept van vrede en politieke stabiliteit tussen Nederland en Spanje heb ik als eigenaar van het handelsmerk Instituto Cervantes in de Benelux in mijn handen. Dit laat een kritisch rapport van een organisatie-adviesbureau uit Bosch en Duin over het functioneren van de Arnhemse Justitie onverlet. Een antecedentenonderzoek naar de medewerkers en contacten van dit bureau zal noodzakelijk zijn teneinde te voorkomen dat de georganiseerde criminaliteit in het Nederlandse justitiële apparaat kan infiltreren.

Jouw idee om een verlovingsreceptie tussen Elisabeth Halbertsma en J.L. van der Heyden in 'De Vrijheid' te Grouw te organiseren staat mij wel aan ingeval mijn oud-collega, door welke omstandigheid dan ook, alleenstaand zou worden.

Hierop heb ik echter geen zicht. Als zij dat zou wensen zou ik die gedachte niet bij voorbaat opzij schuiven. Het Stadhouderlijk Hof biedt overigens uitstekende mogelijkheden om in romantische sferen te verkeren. Dit geldt ook voor Kasteel de Engelenburg te Brummen, ten tijde van de Bataafse Republiek eigendom van Jonkheer Theodorus Alexander Anthonius van der Heyden en zijn zusters Baronessen Anna Joanna Maria Tresia en Reyniera Maria Antonia van der Heyden. Ik vind echter wel dat ik niet te lang aan het lijntje gehouden kan worden. Thans heb ik (schriftelijke) contacten met het Nederlandse en Spaanse Koninklijk Huis en ik neem mij voor op korte termijn ook contact te leggen met Erfgroothertogin Maria Teresa van Luxemburg en haar echtgenoot Henri. Maria Teresa is van Cubaanse oorsprong en zal als Latina uiteraard in het Beleidsplan Instituto Cervantes Benelux zijn geïnteresseerd.

Aangaande mijn vordering op de Staat der Nederlanden zond ik op 29 februari jl. een aangetekende brief met ontvangstbevestiging aan de Minister van Justitie, verwijzend naar een brief aan de Minister van Binnenlandse Zaken met de volgende tekst: Declaratie. Het is goed dat je mijn correspondentie met jou in vier enveloppes hebt verstrekt aan Jelle, Hedwig, advocaat De Lange en advocaat De Ruyter de Wildt. Uiteindelijk gaat het erom de Europese Unie te verlossen van criminele netwerkorganisaties die hebben getracht systematisch de verworvenheden van onze democratie om zeep te helpen. Daar hebben wij samen hard aan gewerkt.

Zodra de declaratie zal zijn gehonoreerd zul jij ongetwijfeld door mij ruimhartig worden beloond. Dat is een erekwestie waarop je kunt rekenen. Ik hoop je de volgende keer ook in materiële zin in betere omstandigheden te kunnen ontmoeten. Wellicht is er voor jou nog een taak weggelegd als interim-secretaris van de Stichting Cervantes Benelux zodra ik het Presidentschap voor mijn rekening neem totdat de verantwoordelijkheden door Koninklijke partners kunnen worden overgenomen.

In concreto zou jij bij mij in Nijmegen een zitslaapkamer kunnen huren en van hieruit jouw procedure tegen de gemeente Groningen afwerken totdat jouw contacten met de heer Dechering tot een vruchtbaar resultaat hebben geleid. Ik kan je ook nog een goede computer/tekstverwerker ter beschikking stellen. Voor mij zal het een voordeel zijn om hierdoor de exploitatielasten van mijn huis te kunnen verlichten, waardoor ik mijn mobiliteit zou kunnen vergroten.

Tot op heden heb ik niemand op kamers genomen gezien alle vertrouwelijke informatie waarover ik hier beschik, maar die is jou bekend. Ik doe je graag dit aanbod, uiteraard wel onder de voorwaarde dat dit niet ten koste gaat van mijn goede verstandhouding met de Baak. Denk er eens over na en laat maar weten hoe je over dit idee denkt. Het is zoëven bij mij opgekomen.

Hartelijke groet.

Bijlage: Foto 'Breuker evenementenorganisatie' te Leeuwarden. Geen idee voor een joint-venture?

29 JUNI 1996 VERRASSINGSPAKKET ONTVANGEN