13 september 1998. Betreft: IVO Kenmerk: JH/LH980913. Beste Liesbeth, Zaterdag 12 september 1998. Ik ben blij dat Harm Wessels op bezoek komt. Ik heb van jou immers geen kaartje ontvangen. Daar kan ik me wel in verplaatsen. Jouw verjaardag vier je uiteraard met je eigen mensen. Het meest overtuigend klonk Burgemeester Opstelten zoëven hier voor de deur. Het kruisvuur werd gisteren al afgeschoten op de Bernhard.
Hoewel de prins het heeft laten afweten was het toch een zeer bijzondere bijeenkomst met zo'n 700 oudgedienden. Ik mag dan wel niet lang op de SROC hebben vertoefd, maar dat lag aan mijn opvoeding. Mijn vader was een notoire pacifist. Ik heb in die tussentijd echter aardig wat bijgeleerd op strategisch niveau en voelde mij uitstekend thuis tussen al die baronnen en jonkheren. Om er enkele te noemen: Jonkheer Boreel, Baron van Heeckeren, Baron Van Heemstra thoe Slooten, Baron van Rijkckevorssel, Baron van Wyck, Jonkheer Beelaarts van Blokland en als meest innemende verschijning Baron van Pallandt. Hij had wel iets van Prins Charles weg. Daarom ben ik uiteraard direct naar hem toegegaan voor het maken van een praatje. "Ik kan wel zien dat we familie zijn". Hij was buitengewoon geïnteresseerd. Want het schijnt inderdaad te kloppen dat wij zijn geparenteerd. Hij is goed bevriend met Cees van der Heyden uit ZEIST die hij aan mij heeft voorgesteld. Cees is uit het goede hout gesneden, want hij zong de huzarenmars mee uit volle borst. Het appél verliep echter niet geheel zoals ik had verwacht. Het was buitengewoon moeilijk om de heren officieren in het gareel te krijgen (de overste - luitenant kolonel - ALEXANDER). Gelukkig was er nog een goede commandant op het veld aanwezig die de troepen tot de orde wist te roepen. Bij het zingen van het Wilhelmus wisten ze weer hoe het hoorde. Van mijn lichting '70-1' trof ik ook nog twee oude bekenden. Het meest intensief heb ik van gedachten gewisseld met de heer Aart Korteland uit Krimpen aan den IJssel.
Aart heeft regelmatig gesprekken met prinses Margriet. Ik heb hem daarom verzocht haar de groeten over te brengen. Dat geldt ook voor de luitenant T.J.M. van der Schilden uit Putten. Hij was ook weer van de partij. Leuk, want ik had nog iets met hem recht te zetten. Ik vond hem een uitstekend militair, maar ik kan nu eenmaal niemand bóven mij verdragen, zoals je weet. Dat probleem uit het verleden hebben we dus maar rechtgezet en onze visitekaartjes uitgewisseld. De heer Van der Schilden is thans gepensioneerd, maar is verbonden aan de Stichting Nationaal Centrum Paardrijden voor Gehandicapten. Prinses Margriet is zijn beschermvrouwe. Wellicht is dit voor jou ook een leuk contact. Vandaar dat ik zijn gegevens in deze brief opneem: T.J.M. van der Schilden Putten. Zijn stichting is gevestigd aan de Wekeromseweg 12 in Arnhem. Ik heb hem ook in kennis gesteld van mijn Stichting Cervantes Benelux en het kaartje verstrekt van CERVANTES HOLDING. Ik blijf er dus op vertrouwen dat je die zaak rond hebt. Aart Korteland is ook lid van de SER en ik heb hem mijn plannen uiteengezet m.b.t. het Cervantes Management Centrum in Noordwijk. Hij reageerde hierop zeer enthousiast. Tijdens de maaltijd kwam toevallig ook nog een oud-klasgenoot naast mij zitten van het Nijmeegs Lyceum. Zijn naam: Simon de Stigter. Ik heb vijf jaar bij hem in de klas gezeten. Er was dus heel wat bij te praten. Er waren echter geen dames genood. Jij hebt altijd respect voor mij getoond. Dat heeft wellicht ook wel met mijn SROC-verleden te maken en jouw liefde voor paarden natuurlijk. Het gisteren uitgegeven, door reserve luitenant-kolonel bd A. Rens geschreven, herdenkingsboek vermeldt dat leerlingen van die opleiding 'uit een goed nest' kwamen. Het is wel jammer dat we nog maar één baron in de familie hebben. Wie weet is daar ook nog wel iets aan te doen. Fouten kunnen altijd worden goedgemaakt. Ik ben bovendien bereid mijn appartement hier op de Neude voor twee ton van de hand te doen, zodra hier iemand kan worden gevestigd die de contacten met de Spanjaarden op het Domplein wil onderhouden. Dan zal het geluk in de zaken niet zó lang meer op zich laten wachten.
Zondag 13 september 1998. Bijkomend van al het kruisvuur boven mijn appartement blik ik nog even terug op gisteren. Nadat Liesbeth van de Solex haar laatste kreten over het plein had laten schallen barstte het VUURWERK los hier boven mijn huis. De Neudeflat stond in lichterlaaie en ik vroeg mij af of ons gezamenlijk bezit - althans als jij de holding rond hebt - nog wel op zijn fundamenten zou blijven staan. Het leek wel oorlog! Vandaar dat ik mij ogenblikkelijk naar het dakterras heb begeven om de vluchtroute te testen via het kantoor van de Landelijke Studenten Vakbond. Daar trof ik de nieuwe voorzitster aan en heb haar het verhaal verteld van wat mij bezig hield op 12 augustus vorig jaar toen ik daar in het holst van de nacht bij een temperatuur van rond de dertig graden een diepgaand gesprek heb gevoerd. Na middernacht - ook het plein was inmiddels in lichterlaaie gezet - ging het feest weer gewoon verder met een optreden van Caesar. Een groot aantal megawatts producerende popgroep uit onze vaderlandse hoofdstad in de uitdossing van een kolenboer. Daar heb ik enkele omstanders enige beschutting geboden onder mijn oranje paraplu toen het hemelwater met bakken op de goegemeente nederdaalde. Ook had ik er een gesprek met een collega van Cécile. Hij werkt bij Tivoli. Je weet wel, van het geheim van Utrecht. Dat is inmiddels niet meer zo geheim nu ik ben gaan downsizen en inmiddels op het niveau van de burgemeesters ben aangeland.
Dat proces is in gang gezet na de komst van Mr. Wessels uit DELFZIJL. Hij arriveerde klokslag 14.30 uur. Wij hadden een buitengewoon informatief onderhoud. Uiteraard maakte ik hem deelgenoot van mijn belangrijkste rituele wandeling van de Neude naar het Domplein. Daar stond de beheerder van de Spaanse concurrent al voor de deur. Ik heb hem laten weten dat ik bezig ben met het opzetten van een Instituto Cervantes de Gestión Empresarial en als die zaak rond is we kunnen gaan samenwerken. "¡Muy bien!" was zijn antwoord "Tenemos un nuevo director" (We hebben een nieuwe directeur) vertelde hij. Hij wist alleen niet hoe zijn achternaam luidt. Ik heb hem in ieder geval laten weten dat ik mij heb voorgenomen met hem te praten zodra de business draait aan de kust "¡Aquí!". Voorts hebben we echtgenoten van de late zomerzon op een terras hier aan de gracht en ons wederom naar het Plein voor de deur begeven.
De Burgemeester stond reeds klaar om ons in zijn vaderlijke armen te sluiten. "U kent mij toch wel?" vroeg ik hem. "Ja zéker wel!" antwoordde hij met een brede grijns op zijn gelaat.
Veel tijd kon hij echter niet aan ons schenken, aangezien zijn aandacht werd opgeëist door enkele notoire spiritusdrinkers, die zich regelmatig onder het afdak van 't Neutje ophouden. Daarom zijn we nog even bij Ed gaan praten in de Florin & Firkin over de uitspattingen van zijn president.
Wij waren het er samen over eens dat ik hem voor niets heb laten waarschuwen inzake Paula Jones. Ik vraag mij af of er over jou en mij ook dergelijke geruchten de ronde hebben gedaan als over Bill en Monica. Het lijkt mij aardig om dat eens uit te zoeken. Ik lees nu ook het artikel Is Amerika helemaal gek geworden? in het NRC van gisteren. Het is inderdaad niet handig wat Bill allemaal heeft uitgespookt. Het enige wat telt voor míj, is dat hij ervoor heeft gezorgd dat ik veilig naar de overkant kon op 1 agustus twee jaar terug.
Daarom heb ik ook nog even de andere jarige gebeld op de Veluwe. Hij heeft de zaak thans goed op orde in Zwolle. Dat is Jan wel toevertrouwd. Even terug naar gisteren. Uiteraard ook nog even bij Oudaen en King Arthur's langsgegaan. Ik vind het geen verbetering dat de Engelse pub in Nederlandse handen is overgegaan. Het geeft de indruk of we samen in een Duitse Rolls Royce moeten rijden. Alleen Marjory uit Dundee is er nog werkzaam als Britse. Ik heb niet de indruk dat zij daar erg gelukkig mee is. Uiteindelijk Zuid-Afrikaans gedineerd in The Ostrich. Je kunt immers niet altijd struisvolgelpolitiek blijven spelen. Ik ben er immers van overtuigd dat Johannesburg naar Johannes Van der Heyden moet zijn genoemd en dat weet Charles óók in South Africa. Uiteindelijk ben ik ingeslapen onder de tonen van het huzarenlied:
Wij zijn huzaar
Wij zijn huzaren van Boreel
Trouw aan elkaar
En voor ons is niets te veel
Onze vorstin
Zullen wij altijd vereren
Wij zijn huzaar
Wij zijn huzaar
Wij zijn huzaren van Boreel
Degene die het meest overtuigend heeft geklonken gisteren was uiteraard: IVO!
HAPPY BIRTHDAY!