23 augustus 1999. Betreft: ONTKETEND Kenmerk: JH/LH990823. Dear Elizabeth, Den Duckenborch, maandag 23 augustus 1999. Liefde is... ...samen een gat in de lucht springen. Ik hoop dat dat nog lukt deze week. Aan mij zal het niet liggen. Nadat ik zaterdag mijn brief aan jou op de post had gedaan kwam ik een oude klasgenoot tegen, de zogenaamde keurklas van de toenmalige Peter Kanis Kweekschool. We stonden daar te boek als de Top Tien van het Nederlandse Onderwijs. Het is de heer Jan Ariaans. Jan is hier directeur van de basisschool de Dukendonck in het plan Tolhuis. Hij liet mij weten dat er op 2 oktober op zijn school een reünie plaatsvindt van onze klas, waarin ik veel plezier heb beleefd van 1966 tot en met 1969. Ik heb Jan een uiteenzetting gegeven van mijn bezigheden onder het motto Ik ben geen onderwijzer, maar ik onderwíjs wél. Hij vindt het belangrijk dat ik op 2 oktober mijn verhaal kom vertellen op de reünie. Dat zal ik dus maar doen. Vervolgens ben ik over de Berendonck naar Sint Walrick gefietst om een begin te maken met het lezen van De Nieuwe Start. Bij het tafeltje naast mij - waar ik het convenant met Henk ben overeengekomen - waren de vier stoelen met ijzerdraad aan elkaar vastgeklonken tegen diefstal. Er waren echter twee mensen met veel belangstelling voor die plek: een heer en een dame met rood of kastanjebruin haar. Zij hebben de tafel samen ontketend. Daarop heb ik hen verteld dat zij op een historisch plekje zaten omdat daar een paar jaar geleden het noordelijk en zuidelijk halfrond zijn verdeeld. Ik denk daarbij natuurlijk niet aan Australië en Nieuw-Zeeland. Die gebieden zijn van jou natuurlijk. Daar kom ik ook niet aan. Zeker nu mijn jongste zus mijn moeder een paar knuffels cadeau heeft gedaan, waaronder een grote witte beer. Zuid-Afrika blijft gemeenschappelijk werkterrein. Ik heb het couple immers ook een kopie van de brief van Prins Charles laten zien en hen laten weten dat het mijn vaste voornemen was om met zijn ex in het huwelijk te treden.

"Daar is niets mis mee", heb ik hen laten weten. Daar waren zij het ook volledig mee eens. Ook heb ik hen laten weten dat ik Mohamed Al Fayed verantwoordelijk houd voor de dood van mijn partner. "Je kunt Al Fayed het beste te vriend houden" was de reactie van de dame met het rode haar. Ik wil daar wel over nadenken na het boek van de heer Andersen te hebben geanalyseerd. Vandaag staat er immers weer een artikel over mijn voorheen beoogde stiefzoon in de Telegraaf: Prins William nakomeling van Shakespeare. Uiteraard ben ik ook benieuwd naar de uitkomst van dit onderzoek. Mijn stamboomgegevens van de familie Spencer gaan niet verder terug dan Earl Henry Spencer (1620-1643), First Earl of Sunderland. Zijn familiegeschiedenis zoals ik dat at this juncture in mijn computer heb staan tref je hierbij aan als familiegeschiedenis 23 augustus 1999 (pagina 1-16). Daar kan ik mij wel iets van voorstellen zodra Christopher Andersen mijn boek heeft gelezen. Wat die defecte apparatuur betreft heb ik nu ook weer behoefte aan een goede snelle computer. Ik werk nu met drie exemplaren en veel schijfjes. 'Diskjockey spelen' noemde Paul Karis dat. Er is nog veel te doen. Deze tijd komt bij mij overeen met de opstarttijd van alle cursussen in de laatste week van september in de periode 1978-1987. Rond deze tijd placht ik de meeste besluiten te nemen rond het al of niet doorgaan van geplande cursusgroepen. Ook gingen rond deze tijd de draaiboeken al de deur uit voor mijn districtleiders, zodat zij wisten wat hen te doen stond zo rond 28 september en de week ervoor. Ik beperk mij vandaag en morgen tot de analyse van onze Nieuwe Start. Mijn rechterhand werkte in de beslissende momenten altijd tot diep in de nacht met mij samen om de zaak te klaren. Ik denk dat die pluim nog best op zijn hoed mag blijven staan. Als ik de steun van Peter Ottenhoff niet had gehad in de laatste jaren van NIOW-talen was mijn bedrijf al in 1983 failliet geweest. Zorg eerst maar dat het geld voor ons binnenkomt. Dan kunnen we nog heel wat ondernemingen van de grond trekken. Ik zal trachten zo weinig mogelijk mensen te storen die zich met de start van de cursussen en opleidingen moeten bezighouden. Ik weet goed welke hectische tijd nu aanbreekt voor eenieder die van cursusgelden afhankelijk is. Nochtans ga ik nu over tot mijn feedback op de belangrijkste passages uit

The Day Diana died:
Het beeld van de foto op de achterzijde van het boek kan ik mij nog goed herinneren uit de tijd dat zij een verrassingspakket had laten bezorgen waaruit bleek dat zij nog wel twee prinsesjes van mij wilde. Daar had ik uiteraard geen enkel bezwaar tegen.

Het beeld was wel spiegelbeeldig, want zij reed die keer in een Nederlandse auto met het stuur aan de linkerkant, maar ik kan mij die dag in de laatste week van oktober 1996 nog herinneren als de dag van gisteren (29 oktober 1996). Ik had zojuist alle presentjes uitgepakt en uitgestald op tafel. Toen ik uit het raam naar buiten keek zag ik Diana wegrijden in een groen autootje. Ze zwaaide mij op dezelfde wijze toe als op deze foto.

Zij droeg een nassaublauwe mantel. Enkele dagen later zag ik haar op de voorpagina van een Engelse krant tijdens haar bezoek aan Australië. Ik heb deze situatie zoëven (12.30) besproken in 'De Slijterij' hier in het winkelcentrum Dit vanwege het feit dat ik daar in gesprek raakte met José de Ridder, zuster van de heer Ben de Ridder, mede-oprichter van het Wijchens Talen Instituut en latere docent Engels aan het Institute of English Studies.

Ben de Ridder (l.) en Ernest Verver (1 mei 1969, Gent België)

Jan Aarians, Ben de Ridder en ik vormden indertijd een hospiteergroep op de school waar ik later als onderwijzer aan het werk ben gegaan.

Ik had José voor het laatst gezien op het pad langs het Maas-Waalkanaal, kort na mijn ontmoeting met Peggy Legge Bourke, voorzover ik haar goed heb herkend aan haar bontmuts en bontmantel. Dus nu passages uit het boek over mijn vorige geliefde. Helaas kan ik deze passages niet weergeven, aangezien het copyright bij de uitgever berust en ik geen toestemming heb gevraagd voor opname van deze tekst op mijn website. Tot zover de analyse van het eerste hoofdstuk. Morgen vervolg ik met de overige hoofdstukken. Vanmiddag bracht ik een bezoek aan Dr. Van Bergen en zijn collega Creemers. Zij hebben een medische geheimhoudingsplicht. Ik kan hen daarvan uiteraard ontslaan als dat nodig is. Tot morgen.

Opmerkingen:
(1) Ik begrijp niet waarom zij Diana niet op de voet gevolgd heeft toen zij in Frankrijk was en door haar echtgenoot niet de nodige veiligheidsmaatregelen heeft laten treffen.
(2) Ook premier Jospin is in dit opzicht ernstig tekort geschoten.
(3) Ik hoop daarom ook snel iets te vernemen van de Reverend David Brindley uit Warwick.
(4) Hij heeft ooit de winkel DUC geopend in de Slotlaan in ZEIST.
(5) Ik heb behoefte aan dat autopsie-rapport.
(6) The Queen was terecht bezorgd over de juwelen. Die behoren immers onze Company toe.

De heer Al Fayed had al aangetoond zich op onrechtmatige wijze met de bezittingen van mijn partner te hebben beziggehouden zonder mijn toestemming. In dat opzicht trek ik uiteraard één lijn met Her Royal Majesty.
(7) Waarvan acte 20-8-1999 (18.57) KUN.
(8) De werkelijke bestemming staat waarschijnlijk in haar testament van december 1996. Ook aan dit document heb ik behoefte. Dat geldt waarschijnlijk eveneens voor Lord Balfour van Christie's.
(9) Deze vorm van imitatie van 22 april daaraan voorafgaand stel ik op prijs. Nochtans blijf ik van mening dat de Franse president betere veiligheidsmaatregelen had moeten laten treffen. Dat was ook op 30 april gebeurd op het Gard du Nord. Daar ben ik hem uiteraard dank voor verschuldigd.
Bijlage: Familiegeschiedenis 23 augustus 1999 (pagina 1-16).

24 AUGUSTUS 1999 ROYAL TUDOR WARE