Nijmegen, 27 mei 1996. Beste André, Deze week ontving ik van de Amsterdamse Kamer van Koophandel in het kader van een enquête enkele wijzigingsformulieren om daarin bestuurswijzigingen aan te brengen. Jouw verzoek om je uit het stichtingsregister te laten uitschrijven wil ik wel honoreren, maar ik ben van mening dat we hierbij de grootste zorgvuldigheid in acht moeten nemen. Uiteindelijk is in jouw persoon de hoofddirectie van de ABN AMRO in het bestuur vertegenwoordigd. Er zou voor mij slechts één reden zijn om de ABN AMRO-directie uit het SCB-bestuur te weren, t.w. de door de Parlementaire Enquêtecommissie gesignaleerde witwaspraktijken ten behoeve van de georganiseerde misdaad door een van de leden van jouw Raad van Bestuur. Ik heb inmiddels uit perspublikaties begrepen dat jouw directie daartegen inmiddels maatregelen heeft getroffen en de Nederlandse Regering heeft toegezegd aan de bestrijding van dat soort verschijnselen haar medewerking te verlenen. Vooralsnog zie ik dus geen reden om de ABN AMRO van haar bestuursverantwoordelijkheden te ontheffen. Ik zou het ook niet kies vinden gezien de toegenomen goodwill van de stichting en de uitgebreide naamsbekendheid die het Instituto Cervantes Benelux inmiddels in kringen van regeringen en werkgeversorganisaties heeft gekregen. Op 11 mei jl. heeft Koning Juan Carlos in Middelburg uit handen van onze Koningin de Four Freedoms Award in ontvangst genomen. Su Real Majestad heeft daarbij in zijn dankwoord de schrijver Cervantes en de don Quijote aangehaald. Op zich mag dit koninklijke bezoek al een historische gebeurtenis van de eerste orde worden genoemd. Tot voor kort was de provincie Zeeland nog officiëel met Spanje in oorlog, aangezien deze provincie geweigerd heeft de Vrede van Munster te tekenen in 1648. Hieraan zit een voor mij interessant stukje familiegeschiedenis vast. Op hemelvaartsdag heeft Koningin Beatrix in Aken de Karelsprijs ontvangen. Bij beide gebeurtenissen heb ik mij zeer betrokken gevoeld. We zijn op de goede weg. Ik vertrouw erop dat de regeringen van de Benelux zullen zorgdragen voor een goede samenwerkingsovereenkomst tussen het Instituto Cervantes Benelux en het Instituto Cervantes van de Spaanse overheid. Het gezag over het Spaanse instituut is vooralsnog onduidelijk. Kort na zijn installatie als Minister President van het Koninkrijk Spanje heeft José María Aznar López het bestuur te Alcalá de Henares aangeboden het presidentschap van "El Cervantes" over te nemen. Het zal nog wel enige tijd duren voordat Aznar die situatie onder controle heeft. Ik voorzie dat de nieuwe Spaanse Minister van Cultuur en Onderwijs, ESPERANZA AGUIRRE, zich van die situatie meester zal maken. Mevrouw AGUIRRE was op 11 mei ook in Middelburg aanwezig tijdens het diner tezamen met Mr. Hans van Mierlo, die ik om bemiddeling heb verzocht nadat ik de Minister van Economische Zaken had gemeld dat activiteiten van het Koninkrijk Spanje onder de naam Instituto Cervantes onrechtmatig zijn in de Benelux. Nochtans is het Spaanse Instituto Cervantes onlangs in Utrecht van start gegaan. Dit instituut beperkt zich thans tot culturele activiteiten, waartegen ik geen bezwaar kan aantekenen. Eind april, begin mei ben ik in het kader van het tienjarig bestaan van het instituut don Quijote een week in Salamanca te gast geweest. Bij mijn thuiskomst lag er een uitnodiging in de bus van de directeur van het Instituto Cervantes Utrecht voor een concert op 10 mei jl. in het Auditorium van de Utrechtse Universiteit. Deze uitnodiging heb ik in dank geaccepteerd en bij die gelegenheid de ooit in het kader van het Spanjeproject van Nieuw Elan namens de heer José María Cuevas ontvangen zilveren dasspeld van de Confederación Española de Organizaciones Empresariales weer eens opgespeld. In dezelfde week heb ik eveneens zorgvuldig de beleidsvoornemens van de nieuwe Spaanse Regering bestudeerd. De Heer Aznar heb ik in een brief medegedeeld dat zijn beleid mijn volledige vertrouwen geniet en op mijn ondersteuning kan rekenen. Het wordt nu zaak dat mijn plannen ook door brede lagen van de Nederlandstalige bevolking zullen worden gedragen. Ik heb José María Aznar ook laten weten dat ik vanaf oktober van dit jaar zal gaan werken aan de uitwerking van het organogram en ik niet uitsluit dat de Stichting Cervantes Benelux op termijn zal worden omgedoopt tot Stichting Cervantes Hispano-Benelux. Ik vertrouw erop ook van de Nederlandse Regering op ondersteuning van de verdere uitwerking van beleid te kunnen rekenen. Ik neem mij voor in ieder geval mijn oudste zoon Marcus Floris te vragen in het bestuur zitting te nemen zodra hij niet meer inwonend is bij mijn ex-vrouw. Mark wordt dit jaar twintig jaar, studeert natuurwetenschappen aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, is een veelbelovende intelligente jongeman en heeft zich voorgenomen in het komende collegejaar op kamers te gaan. Aangezien ik het onwenselijk vind dat er in deze ontwikkelingsfase nog een derde bestuurlijk bij mijn plannen wordt betrokken heb ik dat stukje tijdsoverbrugging dus nog nodig. Graag zie ik op korte termijn de jou toegezonden bescheiden van de ING-bank - al dan niet getekend - van je tegemoet alsmede jouw standpunt terzake, alsmede dat van de heer Kalff. Hartelijke groet, J.L. van der Heyden.

 

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN