De heer J.W. van Aalst 's-GRAVENHAGE. Nijmegen, 12 augustus 1996. Beste Bob, Ik ontving op mijn antwoordapparaat de mededeling dat ons geplande etentje geen doorgang kan vinden. Hierbij denk ik ongetwijfeld even terug aan een eerdere avondmaaltijd waarin wij samen het glas hebben geheven onder jouw woorden "John, wij gaan door!". Deze ontwikkelingsfase is nu blijkbaar beëindigd. Reden waarom ik jou en Marlène hiermee van harte wil danken voor de warmhartige steun die ik van jullie heb mogen ontvangen. De afgelopen periode in Engeland beschouw ik als beslissend voor de verdere ontwikkeling van het Instituto Cervantes Benelux, dat in de Benelux inmiddels een permanent rechtinstandhoudend gebruik van het handelsmerk heeft gevestigd. Vanuit Henley-on-Thames heb ik je er deelgenoot van willen maken hoezeer ik het Britse volk als mijn bondgenoten beschouw. Met name heb ik stilgestaan bij de goede relatie met het Huis van Windsor en Her Royal Majesty Queen Elizabeth in het bijzonder. Graag laat ik je hiermee een bescheiden aandenken aan het Instituto Cervantes Benelux na waarmee ik tot uitdrukking wil brengen hoezeer het ridderlijk gedachtengoed van Don Miguel de Cervantes in de Benelux zal gaan postvatten en het Oranje van de Baak en het Paars van de Heide een dominante positie zullen gaan innemen binnen de strategische beleidsontwikkeling van de Europese Unie. Bob, nogmaals hartelijk dank voor de ontvangen steun, mede aan Marlène. Instituto Cervantes Benelux. John Van der Heyden.

9 JUNI 2009 DE ACHTERBAN IN BEWEGING

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN