AANGETEKEND De Staatssecretaris van Justitie Voor deze het Hoofd van de Directie Bestuurszaken, de heer J. van den Broek Postbus 20300 2500 EH 's-GRAVENHAGE Datum: 23 augustus 1996 Betreft: Uw brief C 024/549568. Kenmerk: ICB/Justitie960823.
Geachte heer Van den Broek, Uw brief van gisteren heb ik in goede orde en dank ontvangen. Het doet mij deugd hierop per kerende post te kunnen reageren. Teneinde mijn verzoek om naamswijziging te motiveren ontvangt U bijgaand afschrift van mijn brief DECLARATIE (1) met bijlagen. Het is mij niet bekend of mijn achternaam in de akten van de burgerlijke stand sinds de invoering daarvan (1810-1838) onjuist is gespeld en in de juiste spelling sindsdien is gevoerd. Ik houd dit ook niet voor relevant. Met verwijzing naar mijn brief DECLARATIE (1) stel ik enkele zaken vast:
1. In 1989 heb ik voor Radio
Nederland Wereldomroep een in Spanje
en Latijns-Amerika uitgezonden interview afgegeven waarin mijn
naam is genoemd.
2. In 1992
heb ik het handelsmerk
'Instituto Cervantes' bij het Benelux-merkenbureau
gedeponeerd.
3. Op 10 april 1993 is in Alkmaar
mijn naamgenoot J.
van der Heijden geliquideerd. Uw directe baas, Mevrouw
Schmitz, is hiervan thans als voormalig burgemeester van Haarlem
en direct verantwoordelijk korpsbeheerder uiteraard tot in detail
op de hoogte gesteld.
4. De situatie staat beschreven im § 6.6.2.8. van het 'Rapport
onderzoek naar het functioneren van de RCID
KENNEMERLAND van het Fort-Team van de Rijksrecherche.
5. Vanaf april 1993 heb ik in een bedreigde situatie verkeerd.
Derhalve heb ik Mevrouw
Sorgdrager vanaf haar aantreden als Minister van mijn persoonlijke
ontwikkelingen in kennis gesteld. Gezien de relatie met het onderzoek
van het Fort Team beschouw ik deze informatie als staatsgeheim.
6. Het heeft er alle schijn van dat de heer J.
van der Heijden te Alkmaar
als 'schot voor de boeg' door de georganiseerde criminaliteit
is geliquideerd teneinde te voorkomen dat mijn Instituto Cervantes haar
activiteiten in de Benelux zou gaan
ontplooien.
7. Mijn 'Instituto Cervantes' heeft inmiddels - op bescheiden wijze - in de Benelux een permanent
rechtinstandhoudend gebruik van haar handelsmerk gevestigd.
8. Aangezien ik op 1 augustus jl. via de Kanaaltunnel naar Engeland
ben gereisd heb ik Mevrouw Sorgdrager op 29
juli jl. in de door U vermelde fax verzocht de schrijfwijze
van mijn naam met onmiddellijke
ingang te wijzigen, zodat permanente
bescherming en veiligheidsmaatregelen bij al mijn gangen door
de internationale veiligheidsdiensten vanaf 1-8-1996
ondubbelzinnig mogelijk konden worden gemaakt. Op 31
juli hebben de westerse veiligheidsdiensten besloten de rijen
te sluiten in hun strijd tegen de internationale criminaliteit.
De door U vermelde f 500,- kunt U in mindering brengen van mijn
vordering op de Staat
der Nederlanden, groot Hfl.
73.300.000,- plus wettelijke rente vanaf 23
juni 1995. Ik ga er thans vanuit dat mijn op 10 september
aanstaande geplande bezoek aan de Schedeldoekshaven, zoals gemeld
in brief EEN AVOND AAN ZEE...,
niet meer noodzakelijk is. Ingeval dat wel zo zou zijn verzoek
ik U mij dat omgaand te melden. Hoogachtend, J.L.
Van der Heyden Bijlagen:
Kopie brief ICB/Justitie960229
d.d. 29 februari 1996; Kopie brief d.d. 23
juni 1995 aan de kasbeheerder van de Divisie CRI van het Korps
Landelijke Politiediensten te Zoetermeer; Kopie faktuur 001 d.d.
23 juni 1995; Kopie verzendbewijs
d.d. 29-2-1996; Kopie ontvangstbevestiging van het Ministerie
van Justitie d.d. 4 maart 1996, ondertekend door J.F.J. Kornaat;
Tekst brief ICB/Justitie960814
aan de Minister van Justitie d.d. 14 augustus 1996; Tekst brief
ICB/Justitie960819 aan
de Minister van Justitie d.d. 19 augustus 1996 Totaal aantal pagina's
bijlagen: 9
27 AUGUSTUS 1996 BRIEF C 024/549568 (2) TER ATTENTIE VAN MINISTER WINNIE SORGDRAGER VAN JUSTITIE