FOTO BOVEN: 2005 LA PAZ DE VALLADOLID

De MINISTER VAN FINANCIËN De heer WOUTER BOS Postbus 20018 2500 EA 's-GRAVENHAGE Datum: 25 oktober 2009 Betreft: BETALINGSHERINNERING 1 Kenmerk: 20091025SCBFIN Nijmegen zondag 25oktober 2009 Geachte Heer Bos, De ontwikkelingen rond de DSB-bank en het faillissement van DSB Beheer heb ik met belangstelling gevolgd. Ik deel uw standpunt dat het onverantwoord zou zijn geweest om de Nederlandse belastingbetaler het risico te laten dragen voor een vermogensinjectie van 100 miljoen euro aan de noodlijdende bank. Temeer daar DE STAAT DER NEDERLANDEN mijns inziens nog steeds een bedrag van soortgelijke omvang verschuldigd is aan de STICHTING CERVANTES BENELUX. Het betreft een factuur d.d. 23 JUNI 1995 aan de Divisie Centrale Recherche Informatie van het Korps Landelijke Politiediensten ten bedrage van 73,3 miljoen Nederlandse guldens in het kader van de indertijd vigerende Tip-, toon- en voorkoopgeldenregeling van het MINISTERIE VAN JUSTITIE. Ironisch genoeg kan de bevolking van ALKMAAR de rechtmatigheid van deze vordering volledig bevestigen. Aanleiding is de liquidatie van mijn naamgenoot Jaap van der Heijden, die op 10 april 1993 in het Luttik Oudorp te Alkmaar zonder vorm van proces om het leven is gebracht. Vanaf dat moment heb ik de activiteiten van de STICHTING CERVANTES BENELUX moeten staken en dit op 3 mei 1993 in een brief aan de toenmalige ministers van JUSTITIE, ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN en SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID gemotiveerd. Zij kunnen de rechtmatigheid van mijn vordering bevestigen. Op VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1996 - de vrijdag vóór PRINSJESDAG 1996 - heb ik toenmalig MINISTER-PRESIDENT WIM KOK een specificatie doen toekomen met verwijzing naar mijn brieven van 3 SEPTEMBER 1996 aan hem en 4 SEPTEMBER 1996 aan de toenmalige MINISTER VAN JUSTITIE. Vervolgens heb ik uw voorganger Minister GERRIT ZALM in chronologische volgorde de volgende brieven doen toekomen: VORDERING (1) d.d. 19 november 1996, UITSTAANDE VORDERING (1) d.d. 28 november 1996, UITSTAANDE VORDERING (2) d,d, 30 november 1996, SPECIFICATIE d.d. 30 december 1996 en BETALING d.d. 27 januari 1997. In laatstgenoemd bericht heb ik verzocht het verschuldigde bedrag ad Hfl. 80.184.176,-- over te maken op rekening 66834465 van de National Westminster Bank te Folkestone ten name van Instituto Cervantes Limited. Dit wijkt - in verband met toendertijd gewijzigde omstandigheden - af van de eerder genoemde bestemming STICHTING CERVANTES BENELUX. Ik had die rekening toen mede geopend ten behoeve van mijn toenmalige Britse partner Lady Diana Frances Spencer, Princess of Wales. Ten gevolge van Haar overlijden op 31 augustus 1997 is het mij niet bekend of dat bedrag ooit op die rekening is overgemaakt. Mocht dat het geval zijn dan verzoek ik u mij dat te laten weten. Zoniet dan verzoek ik u thans de somma van Hfl. 80.184.176,-- zijnde EUR 34.755.396,83 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 1997 over te maken op rekening nummer 4729266 van de ING. De kosten die ik vanaf 1991 tot en met 1998 voor de STICHTING CERVANTES BENELUX heb gemaakt bedragen EUR 47.149,99 (op 1 september 1998). Op persoonlijke titel maak ik uitsluitend aanspraak op laatstvermeld bedrag. De overige inkomsten kunnen als stichtingskapitaal worden aangewend onder verantwooordelijkheid van een terzake deskundig bestuur. Graag ontvang ik OMGAAND uw reactie. Met vriendelijke groet, STICHTING CERVANTES BENELUX J.L. VAN DER HEYDEN

Oprichter/secretaris

3 NOVEMBER 2009 BETALINGSHERINNERING 2 TER ATTENTIE VAN MINISTER WOUTER BOS VAN FINANCIËN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN