Nijmegen, 30 augustus 1994 Beste Tjitse, Jouw brief van 29 augustus met bijlagen heb ik ontvangen. Ik accepteer je excuus. L. zal inderdaad ook wel de eigen stijl van haar persoonlijke collega herkennen en het is natuurlijk wel de waarheid die ik heb geschreven. En nogmaals: het betreft een misleiding van mij door mijn collega. Je hebt in je brief 14 vragen gesteld. Voor het geval je een antwoord krijgt geef ik je hierbij al vast een antwoord voor het geval je de vragen aan mij gesteld zou hebben. Voor zover ze door mij te beantwoorden zijn.

2. Op 19 maart 1990 waren daar nog geen formele afspraken over gemaakt. Ik ben er dus verantwoordelijk voor.
4. Ik heb de definitieve versie van de notulen samengesteld en ze ook gedistribueerd.
Halbertsma en Ravenstein zijn daar niet bij betrokken geweest.
5. Van der Heijden.
6. Hiermee suggereer jij dat L. voor een leugenachtige optie heeft moeten kiezen. Dat heeft ze echter niet gedaan. Jouw ontslagbrief dateert van 19 maart 1990. Ik had de notulen toen nog niet uitgewerkt. Jouw opmerking dat L. van José's leugen op de hoogte zou zijn is dus volledig suggestief.
8. Hier spreek je L. ook weer ten onrechte aan voor een zaak waar zij naar mijn idee geen weet van had.
11. De Gemeentelijke Sociale Dienst heeft zich er niet van vergewist of de geplande MLP-opleiding waarvoor zij jou had ingeschreven daadwerkelijk doorgang zou vinden. Er was geen cursuscontract. Dit maakte de zaak uitermate onduidelijk. Ik vind het een fout van de Sociale Dienst dat zij bij jouw inschrijving uitsluitend op de goede naam van De Baak zijn ingegaan. Er zijn absoluut geen duidelijke afspraken gemaakt. Er bestond geen cursuscontract.
13. Het cursuscontract is eerst in een latere fase ten behoeve van individuele inschrijvingen ingevoerd (door mij!).

Vandaag heeft een delegatie van de Lionsclub het ziekenhuis bezocht. Ik had mijn vertrouwenspersonen eerder in kennis gesteld van:

- de aanleiding tot ziekenhuisopname: Telegraafartikel
- toezegging om 'low profile' te blijven
- met Hartman besproken persoonlijke koers
- loopbaanadvies Psychotechniek
- bief aan VBMO-bestuur
- contact met Breuker/Groningen (niet inhoudelijk)

Ik heb Loek vanmiddag telefonisch laten weten dat ik geen interne informatie van de CRI aan derden heb verstrekt. De delegatie is tot de conclusie gekomen dat zij mij geen verdere persoonlijke ondersteuning meer kunnen geven, tenzij ik een vette streep onder het verleden zet. Ik sta voor een zware keus. Ik heb duidelijk gesteld dat mijn persoonlijke koers mijn Cervantesplan is en dat ik daar zware beslissingen voor heb moeten nemen. Als vriend willen zij mij niet kwijt en ik hen ook niet. Het is een gouden club die veel voor mij overheeft. Ik heb hen bedankt voor hun duidelijkheid. Ik heb drie weken om een beslissing te nemen. In de therapie heeft zich thans een complicatie voorgedaan. Arts-assistent Thomas wordt vervangen door J. Roosenboom. Je voelt natuurlijk wel waar de schoen wringt. Denk aan mijn brief van 12 oktober 1993. Mijn moeder heeft vorige week - voor het eerst - aan mij laten weten dat Gilbert Thomas vorig jaar in een persoonlijk onderhoud aan haar had verteld dat ik aan 'hallucinaties' zou lijden. Ook Ferrie Hartman heeft dit woord vanmorgen in de mond genomen. Ik heb hem gezegd dat ik dat nooit meer van hem wil horen. Mijn observaties zijn gebaseerd op een driejarige observatietraining/asessment bij De Baak/VNO/Nieuw Elan. Ik heb helaas moeten vaststellen dat het misverstand in de wereld is gekomen door een uitspraak van mijn moeder naar aanleiding van de gebeurtenis op 5 mei 1993 m.b.t. de twee "heren" die mij tot in de hal volgden. Ik heb die situatie toen nadrukkelijk geobserveerd en zie hem nog als een film voor mij. Ik heb een zeer sterk visueel geheugen. Mijn moeder heeft die situatie vanuit een andere invalshoek waargenomen. Ikzelf stond toen op scherp om de reacties op mijn 'hakdagacties' goed vast te leggen. Thomas heeft mijn moeder doen geloven dat ik hallucineerde. Ze heeft dat steeds voor zich gehouden en er alleen met mijn zussen over gesproken. Die zijn dat ook gaan geloven. Het is onvoorstelbaar. Ze moeten toch met een beetje verstand kunnen nagaan dat ik niet voor niets in een goede positie bij De Baak terecht ben gekomen. Beroepsblindheid! Ik heb vandaag het medisch dossier opgevraagd en ben doorverwezen naar: Jim Roosenboom. Ik heb al vaker in de therapie aangegeven dat ik in mei vorig jaar door een overspannen crisismedewerkster van het Riagg ben benaderd en nadien gedwongen medicijnen te slikken. Het is goed dat jij me tegen de belevingswerelden in de psychiatrie hebt gewaarschuwd. Er is mij nog nooit een diagnose medegedeeld.

Jouw verzoek om een gesprek te voeren in Hotel Wientjes in Zwolle houd me nog wel bezig. Als mijn 'aftap'-vermoedens juist zijn zou dit ook spionnen naar Wientjes trekken. Ik zit dan echter direct in het rayon van Jan Wilzing en ik wil niet dat Jan door mijn handelingen in opspraak zou kunnen komen. Ik hecht veel waarde aan zijn vriendschap. De kopie van mijn brief aan het VBMO-bestuur ben ik inderdaad kwijt. Als ik verder mijn speculaties zou laten horen zouden ze mij helemaal voor gek verklaren. Ik snap zelf ook niet hoe die brief heeft kunnen verdwijnen uit mijn systeem. Ik ben - zoals je weet - een perfectionist en wanneer ik gegevens uit een systeem haal doe ik ze er automatisch ook weer in terug. Zo heb ik jarenlang duizenden cursistgegevens onder controle gehouden. Ik weet niet beter dan dat ik die brief, na doorlezing aan mijn zussen afgelopen donderdag, weer in mijn ordner onder pagina 342 heb opgeborgen. Ik constateer wel een fout in brief 76. Pagina 344 moet zijn 343. Wil je dat veranderen? Zie jij ook kans mij een kopie te sturen van de kopie van de brief aan het VBMO-bestuur? Deze brief is uiteraard van grote strategische waarde zoals dat ook voor brief 40 geldt. Hartelijke groet.

2 SEPTEMBER 1994 HET STADSHART VAN ZOETERMEER