FOTO BOVEN: 2005 LA PAZ DE VALLADOLID
Torremolinos vrijdag 26 april 2002 13.00 Computer geïnstalleerd. Terug van de excursie naar Sevilla. Ik trof een bericht van de AYUNTAMIENTO DE TORREMOLINOS, UNIDAD DE RECAUDACION: REQUERIMIENTO Nombre: JOHN L. VANDERHEYDEN. Domicilio: Cl. ROQUEDAL 17 704. Concepto: IBT, Ejercicio: 1998 al 2001. N° Referencia Recibo: 15957. Habiendo sido dictada Providencia de Apremio sobre el recibo referenciado, e intentada su notificación, por dos veces en día y hora diferentes, sin resultado positivo, se le requiere para que comparezca en la Unidad de Recaudación, a efectos de ser notificado de la deuda, informado sobre la misma y poder realizar, en su caso, las reclamaciones o recursos que procedan. Así mismo ponga en su conocimiento que transcurridos quince días sin comparecer por sí, o por medio de representante, se procederá a publicar la Providencia en el Boletín Oficial de la Provincia y en el tablón de anuncios de este Ayuntamiento. Torremolinos, a 18 del 3 de 2.002 EL NOTIFICADOR '. Dit schijnt iets met de belastingdienst te maken te hebben. Het briefje vermeldt eveneens: AT/Juan Luís (Oficina nº 1). Dat spreekt mij wel aan. Ik bespreek dit vanmiddag met Marjolein Bartelds. In 2000 heb ik met Bert Bartelds een gesprek gevoerd op het fiscaal adviesbureau Pioggio. Daags voor mijn vertrek naar Nederland ben ik bij de heer Bartelds langsgegaan, nadat was vastgesteld dat ik een 'pensión de invalidez' geniet en derhalve niet belastingplichtig ben in SPANJE. De heer Bartelds heeft daaraan toegevoegd dat ik niet genoeg verdien om belasting te betalen. De boodschap van 'Pioggio' was derhalve: "No tiene que declarar". De Spaanse overheid ofwel de ASOCIACIÓN INSTITUTO CERVANTES in MADRID is mij overigens nog een flink bedrag verschuldigd voor het gebruik van MIJN HANDELSMERK in Brussel en Utrecht. Als er iets verrekend dient te worden ben ik daar in principe toe bereid, nadat de samenwerkingsovereenkomst definitief is vastgesteld. Vanmorgen had ik om 10.30 ELKA STEGEMAN van KNIJFF & PARTNERS aan de telefoon in verband met het rekeningoverzicht d.d. 25-03-2002. Naar haar zeggen staat er geen post meer open en heb ik de bevestiging ontvangen van de aanvraag voor vernieuwing van het depot onder nummer 508277. 18.41 Kopie brief van het Ayuntamiento bij Marjolein afgegeven t.b.v. het dossier. Het betreft naar haar zeggen onroerend goedbelasting. Tot op heden heb ik alle rekeningen betaald. Marjolein geeft de reactie maandag op het gemeentehuis. Het is overigens wel een vreemd verhaal van die belastingdienst. Wellicht toch aanleiding om daar eens langs te gaan in de loop van de volgende week.
Terugblik op
Sevilla - woensdag 24 en donderdag 25 april
Wederom een perfecte vlucht op 23 april. Weinig tijd om bij te
komen thuis. Leuk briefje van de 'kinderen'. Om 7.00 uur ging
de wekker weer. Vertrek gepland om 8.20 Robert kwam echter al
om 8.00 aanrijden met Magda
Martijn uit Erm op de voorste bank.
Ik diende dus een vervolg te geven aan mijn verhaal over de BLOESEMTOCHT in De Vliegende Hollander,
24e jaargang - Nº 2. Maart 2002, pagina's 7 en 15 met referte
aan NIEUW ELAN.
Via RONDA
reden we naar het oude Hispalis. Tien jaar later opnieuw in de stad aan de Guadalquivir.
Na de middagmaaltijd begon het bezoek aan de stad met een rondleiding door La Maestranza. Leuk om weer terug te zijn na 31 jaar. Ik heb onze gids nog gevraagd wat er is gebeurd met Chubanga tijdens mijn vorige bezoek in 1971. Zij was toen echter nog niet geboren. Chubanga was de eerste stierenvechter die ik in Sevilla aan het werk heb gezien. Het gevecht duurde luttele minuten. Deze keer won de stier het van de torero en is de matador naar de operatiekamer gebracht. Het is mij niet bekend of hij het er levend vanaf heeft gebracht. Aardig is de buste van Don Angel Peralta. Ik heb hem in 1967 nog in Tarragona aan het werk gezien als 'rejoneador'.
Deze plaza de toros brengt ons in gedachten uiteraard ook terug naar de opera Carmen van Bizet en geschreven door Prosper Merimée. Een Fransman, uitvinder van het woord 'toreador', een samentrekking van 'matador' en 'torero'. Na een interessante rondleiding hebben wij ons om 16.30 uur ingescheept op een boot voor een tocht over de Guadalquivir. Oude herinneringen van 1992. Dat is alweer tien jaar geleden dat in dat verband het INSTITUTO CERVANTES BENELUX van start is gegaan.
Na de tocht langs het voormalige expoterrein heb ik een wandeling gemaakt met Liesbeth uit Bilthoven. Op het pleintje naast het Alcázar heb ik diepgaand met haar van gedachten gewisseld m.b.t. haar voornaam en de kleuren paars, rood en oranje. Nadien met haar nog even een bezoek gebracht aan de Plaza de España. De temperatuur was inmiddels opgelopen tot 37º. Vervolgens met de gehele groep gedineerd in een tapasrestaurant in Triana. Deze keer in gezelschap van een viertal volbloed Friezen, waaronder Anne Vellema en echtgenote uit Leeuwarden en Bas Aukema uit Almelo. De voornamen van de dames waren onuitspreekbaar. Spaans is iets eenvoudiger dan Fries.
De volgende dag - donderdag 25 april - werden wij al direct voorgesteld aan Chiel uit Geysteren. Chiel woont al negen jaar in Sevilla en wist veel extra informatie aan de bestaande kennis toe te voegen. Het verslag van deze tocht zal in de volgende Vliegende Hollander te lezen zijn. Ik maakte onderweg kennis met de heer Van Buuren uit Oosterbeek en zijn partner Jenny Boon. De heer Carl van Buuren heeft een interessant bedrijf in Lelystad dat thans door zijn zoon wordt gerund. Wij hebben onze visitekaartjes uitgewisseld. Wellicht weer een Nieuwe Start in Oosterbeek. Heel wat ervaringen uitgewisseld vanaf 5 MEI 1995 en mijn bezoek aan Hartenstein.
Na enige explicatie over de Torre del Oro bezochten wij het Alcázar ofwel 'Los Reales Alcázares'. Het bezoek aan de privévertrekken heb ik weer eens moeten uitstellen. Het leek mij ook niet het meest geschikte moment om met de hele groep de vertrekken van mijn vermoedelijke voorvader Karel V te gaan bezoeken. Nadien het Barrio de Santa Cruz, La Catedral en de Plaza de España. Waarna we van Chiel afscheid hebben genomen. De middagmaaltijd hebben wij genoten in Alcalá de Guadaira, bekend van Los Campos Eliseos van Hendrik Marsman. Ik citeer mijn dagboek van tien jaar terug.
Maandag, 25 mei 1992
De fenix is herrezen. Ik schrijf vanuit
Sevilla, de Calle Martínez Montañés, in het
oude hart van de vrolijkste stad van Europa. Op 800 meter van
de EXPO '92. Vanmorgen rond 10.00 uur vertrok ik uit Ruidera.
La madre en la abuela nodigden mij van harte uit nog een keer
terug te komen. En dat sluit ik niet uit. Dit onontdekte stukje
natuurschoon in het hart van La Mancha is een van de mooiste natuurgebieden
die ik ooit heb gezien. En nog onbedorven. Ik vervolgde mijn weg
door de rijke wijngaarden van Valdepeñas, de stad waar
ik een tussenstop maakte. Toen ik mijn weg vervolgde bleek dat
de autovía van Madrid tot voorbij Sevilla doorloopt. Ik
had me niet kunnen voorstellen dat grote afstanden nu zo snel
te overbruggen zouden zijn. Rond één uur bereikte
ik het hoogste punt van de Sierra Morena, de grens van La Mancha
en Andalusië. Hier eindigde mijn Ruta de Don Quijote en begon
mijn "Reis van de Fenix", te beginnen bij de EXPO van
Sevilla. Sevilla is ook de stad van Miguel de Cervantes. Hier
heeft hij lange tijd gevangen gezeten en een groot deel van zijn
meesterwerk geschreven.
CERVANTES HELVETIA SEGUROS heeft haar naam nog niet veranderd. Of de naam is teruggekeerd. Dat weet ik niet. In ieder geval heb ik ze nodig voor de HOLDING. Zo kwam het tafelgesprek met Jenny en Carl op mijn collega LIESBETH HALBERTSMA en het 'gevoel voor empathie'. "John zal als een fenix herrijzen" heeft zij laten weten.