7 maart 1998. Betreft: DE STOEL Kenmerk: JH/LH980307. Vrijdag 6 maart 1998. Vanmiddag ben ik op zoek gegaan naar een nieuwe stoel. Ik vond hem bij Christie's in Amsterdam. Kavel 79. De beschrijving is alsvolgt:
"A WILLIAM AND MARY WALNUT OPEN ARMCHAIR - The pierced arched toprail centred by an acanthus clasp and flanked by S-crolls, above a pierced vertical splat carved with a trellis cartouche between acanthus and S-crolls, flanked by detached and ring-turned and gadrooned uprights, the dished arms carved with acanthus, the rectangular seat covered in nailed brown leather, on ring-turned baluster legs joined by a scrolling channelled X-shaped stretcer, on bun feet, re-railed, restorations. Close connections were established between England and Holland in the second half of the 17th Century when the future King Charles II was in exile and subsequently when England had a Dutch King. As a result, an Anglo-Dutch style developed in cabinet-making, particularly due to the influx of immigrant craftsman, the most celebrated of whom was perhaps Gerrit Jensen (d. 1715), who was known for his furniture 'inlaid with metall', which appears in the Royal accounts on several accounts. The similarities in chair-making are particularly striking, and the nationality of several chairs remain ambiguous, mainly due to the scarcity of documented examples, although a large number of models seems to have originated from Holland. Ralph Edwards mentions that "The turning affords the most reliable guide to the nationality. The English spiral twist has a narrow rope with deep hollows, whereas in Dutch turning the rope is thick, the resulting twist being close and rapid.' (R. Edwards, The Shorter Dictionary of English Furniture, London, 1964, p. 125). The present armchair is closely related to an example, which the painter Nicolaas Pieneman (1809-1860) left to the Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (Royal Antiquarian Society) and is currently exhibited in the Rijksmuseum. R.J. Baarsen, Nederlandse Meubelen 1600-1800, Rijksmuseum Amsterdam, 1993, pp. 54-55) NLG 4.000 - 6.000." Die stoel wil ik hebben. Ik zal André maandag bellen dat hij hem vast kan aanschaffen. Ik heb een leuk gesprek gehad over die stoel met een blonde mevrouw die ooit een aantal jaren in Richmond (GB) heeft gewoond. Ik heb haar het scheertasje van Prins Charles laten zien. Ook het beeldje van de pauw met de twee gebroken paddestoelen, dat voor mij het teken was dat ik Earl of Warwick zou moeten worden. Ik heb haar ook over mijn limmerick verteld dat ik op 18 augustus vorig jaar in KENSINGTON PALACE heb geschreven in rode en paarse inkt. Ik herhaal deze limmerick, zoals ik die vandaag heb voorgedragen:
When William
and Mary went together
They saved Britain and Holland from bad weather
As from today in the
future
In our countries will not be a malicious creature
When Diana
and John get together
P.S. Red colours very well in the heather.
"Dat zal Dodi wel niet erg leuk hebben gevonden" zei de vriendelijke en belangstellende dame. "Dat denk ik ook niet, maar dat was niet míjn probleem" was mijn antwoord. Dat heb ik nog van jou geleerd. Dank, dank, dank! Voorts hebben wij samen vastgesteld dat Diana's échte testament nog moet uitkomen. Zij had immers een PLAN. Dat plan leek erg veel op dat van mij. Daar komt bij dat zij naar alle waarschijnlijkheid in haar testament van december 1996 zal hebben vermeld wat er met de opbrengst van haar geveilde jurken zou moeten gebeuren. Christie's heeft er dus duidelijk belang bij dat dat testament openbaar wordt. Het was de betreffende dame niet ontgaan dat Di's favoriete kleuren rood en paars waren. "Zo ging dat" zei ik haar "Zij was rood en ik was paars. Samen vormden wij de ideale combinatie". Ik kijk nog even naar het bruin leren tasje met het opschrift "28" en kan mij thans voorstellen waarom Martine van Loon-Labouchere de opmerking over die aangenaaide oren zo aardig vond. Charles mag wel uitkijken. Ik ben benieuwd hoe Juan Carlos daarover denkt. Ik ben overigens geen paars petje meer gaan halen in het Park Plaza Hotel. Ik kreeg immers al een mooie paarse brochure mee van Christie's. Hier staan mooie juwelen in. Zoek er maar vast een paar uit en vergeet niet bij Anthony Julius op bezoek te gaan. Het is maar een wip vanuit NOORDWIJK. Voorts zag ik een prachtige afbeelding van een schitterend zilveren bord met het wapen van Gaspar van der Heyden (een schaap met de vlag van Engeland in de hand) en het opschrift "A rare and fine Dutch octagonal silver Dis, Middelburg, 1629. Estimate NLG 80.000-120.000. Sold for NLG 276.768 on 25 November 1997".
Ik schrijf dit hier op, want dit stuk komt ongetwijfeld weer terug in de familie, als je meewerkt althans. Gaspar woonde als predikheer ook lange tijd in Middelburg. Daar heeft Juan Carlos nog goede herinneringen aan zoals je weet. Ik heb ook een stukje stamboom van Gaspar. Dat ziet er alsvolgt uit. Ter voorbereiding van ons bezoek aan de koning verstrek ik je hierbij enige uitgebreide informatie over mijn vemoedelijke voorvader. Het is op de eerste plaats een buitengewoon interessant stuk Vaderlandse Geschiedenis. Ik hoop dat je de gelegenheid hebt die met belangstelling door te nemen. Ik heb hier hard aan gewerkt.
1. Gerard van der Heyden "HET GESLACHT EN DE NAKOMELINGEN VAN GERARD VAN DER HEYDEN Samenvatting van Bijlage C van Gaspar van der Heyden 1530-1586. Door de grote uitgebreidheid van de aantekeningen betreffende het geslacht Van der Heyden, verstrekt door de Heer Joh. Hendr. Veldhuyzen was het de heer Van Lennep onmogelijk die in haar geheel in de bijlage op te nemen. Een uittreksel dus van de resultaten van de nauwkeurige naspeuringen van de heer Veldhuyzen. Volgens Smallegange (Cronyk van Zeeland) stamden de Van der Heydens af van een jongere zoon uit het geslacht Wassenaar, die tot zijn erfdeel de Heerlijkheid ter Heyde onder Breda zou krijgen en daarvan de naam hebben aangenomen. Het eerste moge waar zijn, het laatste echter is minder waarschijnlijk; de Van der Heydens waren al lang als een edel geslacht in Brabant bekend, vóór dat de Baronie van Breda, met de daarvan afhankelijke heerlijkheden, waaronder "ter Heyde", door koop eigendom was geworden van het geslacht Wassenaar, in de tak Duyvenvoorde-Polanen, waaruit het bij erfopvolging aan de Nassau's en Prinsen van Oranje is gekomen. Die verkoop en overdracht van Breda door Hertog Jan III van Brabant aan Jan van Polanen had plaats in het jaar 1350, terwijl Gerard van der Heyden, een der meest beroemde leden van dat geslacht, Ridder en Drost van Brabant, mede met andere edellieden, namens de Hertog, de acte van verkoop van genoemde Baronie bezegelde. Het wapen van deze Van der Heydens was, volgens de beschrijving die Smallegange er van geeft, "zilver met drie wassende manen van rood", hetgeen duidelijk op een afkomst uit Wassenaar wijst, welk geslacht drie zilveren manen op een rood veld tot wapen voerde. Reeds het onnatuurlijke van die kleuren in het wapen van de Van der Heydens, die tot geen voorstelling aan de werkelijkheid ontleend zijn terug te brengen, spreekt duidelijk voor een verandering in een reeds bestaand wapen, en dus voor de afkomst uit een ouder geslacht, waarvan door een jonger zoon de naam is prijsgegeven bij het aanvaarden van een zelfstandig bezit, aanzienlijk genoeg om voor hem en zijn nazaten daarvan de naam aan te nemen en zo de stamvader te worden van een nieuw geslacht. Men nam dan meestal niet een geheel nieuw wapen aan, maar veranderde slechts door enige toevoeging of wijziging in de kleuren het voorvaderlijk wapen, en behield zó de herinnering aan zijn afkomst. Hebben de Van der Heydens hun naam ontleend aan enige bezitting, hun in het gebied der Wassenaars toebedeeld, dan moet daarbij waarschijnlijk niet gedacht worden aan "ter Heyde" bij Breda, maar eerder aan de voormalige heerlijkheid in Delfland, het tegenwoordig kleine zeedorp "Ter Heyde" of "de Heyde" onder Naaldwijk, dat in het verre verleden veel aanzienlijker moet zijn geweest, maar grotendeels door de zee verzwolgen is. Het voert nog als wapen: "drie wassende manen van zwart op zilver" evenals het geslacht Polanen, waaraan het ook gedurende lange tijd heeft toebehoord; de eerste bezitter heeft het wellicht ook snel afgestaan en slechts de naam er van behouden, toen hij zich in Brabant is gaan vestigen, waar hij waarschijnlijk tot groter aanzien gekomen was door huwelijk met een erfdochter uit een aanzienlijk geslacht. Het wapen van van der Heyden, zoals het voorkomt op de wapenkaart bij Smallegange, wettigt alleszins dit vermoeden; daarop is het niet alleen gekwarteleeerd, en bevat in het eerste en vierde, dus in de voornaamste kwartieren, de "drie wassende manen", het beschreven wapen van van der Heyden, en in het tweede en derde "drie hanen van zilver op blauw", terwijl er vele Brabantse geslachten gevonden worden die hanen in hun wapen voeren, zoals de Cocq, Sandelin, Coutereau en anderen. Zoveel is dus zeker, dat wanneer het wapen van de van der Heydens van Hollandse, het ook tevens van Brabantse afkomst getuigt; daargelaten nu of zij hun naam door bezittingen in Brabant gekregen hebben of die daar al hebben meegebracht, is het niet onwaarschijnlijk dat zij de stichters zijn geweest van het kasteel "der Heyden" of "ter Heyen" in het gebied van Rotselaar, tussen Leuven en Mechelen, wat hun stamhuis kan zijn geweest, hetgeen dan tevens hun verwantschap verklaart aan de meest aanzienlijke geslachten uit de kwartieren van Leuven en Mechelen, waar zij ook in verschillende betrekkingen voorkomen. Daar zijn zij ook in enkele, zij het ook minder aanzienlijke, takken blijven voortbestaan, terwijl de voornaamste of oudste tak, bezitter van het kasteel, in manlijk oir zal zijn uitgestorven, wellicht niet lang na deze Gerard van der Heyden. Daardoor is het naamdragend kasteel en de bezitting aan andere geslachten gekomen, misschien door het huwelijk van een erfdochter of, wat meer waarschijnlijk is, door het kinderloos overlijden van de laatste bezitter, die het aan zijn natuurlijke erven, neven of nichten, zal hebben nagelaten. Dezen hebben dan de titel daarvan aan hun eigen naam toegevoegd, terwijl daarnaast het naamdragend geslacht in jongere takken, maar zonder de voorvaderlijke bezitting, bleef voortbestaan, evenals dit bij verschillende oude geslachten heeft plaatsgevonden. Misschien is het kasteel der Heyden wel aan andere geslachten gekomen door het huwelijk van Angela van der Heyden, die omstreeks 1450 geboren is. Uit haar huwelijk met Pieter van der Noot, 1487-1489 Pluimgraaf van Brabant, had zij o.a. een dochter, Catharina, die met Roeland Absolons huwde, uit een der oudste ridderlijke geslachten van Leuven gesproten, dat in de regering van die stad van 1388 tot 1586 gemeld wordt en door huwelijken aan de aanzienlijkste geslachten verbonden is geweest. Van Roeland Absolons en Catharina van der Noot staat vermeld dat zij een talrijke nakomelingschap hadden, en waarschijnlijk was dan François Absolons, die van 1551 - 1572 Woudmeester van Brabant is geweest, een van hun zoons. Hij was in die waardigheid de opvolger van Quentin Hubertsz. van der Noot, een volle neef van Catharina. François Absolons, schildknaap, Heer van der Heyden, 1593 Schepen en tot 1596 "Superintendant du Rivage" van BRUSSEL, was hoogstwaarschijnlijk dan weer een zoon van genoemde Woudmeester François en dus een achterkleinzoon van Angela van der Heyden. Door het kinderloos overlijden van een van haar broers of neven kan het kasteel van "der Heyden" aan de Absolons zijn gekomen; zij zelf is er waarschijnlijk niet bezitster van geweest, aangezien zij niet Vrouwe van der Heyden wordt genoemd. Nadat de hoofdtak van het geslacht was uitgestorven, bleef dit in Leuven, Mechelen, Breda, Bergen op Zoom en verder in Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland in verschillende zijtakken voortbestaan, terwijl de meest aanzienlijke vertakking zich weer in Antwerpen schijnt te hebben voortgezet, misschien als de afstammelingen van Jan van der Heyden (1346), door Smallegange gemeld als Heer van Rilland in Zeeland, maar later weer naar Brabant teruggekeerd. Deze Jan van der Heyden Willemsz. is dan misschien de grootvader geweest van Jan v.v.H. tot 1408 schepen te Antwerpen, de eerste van die naam die daar in de regering gemeld wordt (de regeringslijsten beginnen eerst met 1392). Achtereenvolgens komen zij daarna voor tot aan het jaar 1557, tot de al genoemde Ridder Jacob van der Heyden, die tussen 1550 en 1569 burgemeester van Antwerpen was.* Zijn broer Jan is zeker dezelfde die in 1584 met verschillende andere bloedverwanten getuige was voor de bruid, bij het huwelijk van Antonie van Duvenvoorde Heer van den Bosch, met Margaretha van Halmaele, uit Antwerpen. De aan de Duvenvoordes vermaagschapte geslachten waren ook onderling, en velen van hen met Van der Heydens verwant. Hieruit, en uit de verdere nasporingen op dit punt ingesteld, blijkt met voldoende zekerheid dat de van der Heydens te Antwerpen, Leuven, Mechelen en Bergen op Zoom allen tot éénzelfde geslacht behoorden. Zij waren allen strenge katholieken, hoe nauw ook dikwijls aan Geuzen verwant. Van de leden van het geslacht van der Heyden die in Brabant vermeld worden en meest allen tijdgenoten van Gaspar van der Heyden zijn geweest, noemt van Lennep nog: Cornelis van der Heyden, een priester, in 1544 de schrijver van een boekje dat veel besproken is geworden. Jan van der Heyden, geestelijke, in 1526 Rector magnificus aan de Hooge School te Leuven; van hem wordt vermeld dat hij van een oud en edel geslacht was; "misschien was hij wel de laatste der Heeren van der Heyden" aldus Van Lennep. Gaspar van der Heyden, 1538-1562 Schepen te Leuven. Hendrik van der Heyden, 1581 Schepen te Mechelen, slechts één jaar vermeld, bij een verandering van regering. Op welke wijze nu ook Gerrit van der Heyden te Mechelen aan deze personen verwant is geweest, in alle gevallen is het duidelijk dat zijn zoon Gaspar, toen hij de nieuwe leer toegedaan werd, weinig steun bij hen zou hebben kunnen vinden. Het lag niet op zijn weg zich op zijn voorzaten te verheffen, zodat hij wellicht weinig van zijn geslacht aan zijn nakomelingen zal hebben overgeleverd. Toch schijnt dit weinige er aanleiding toe gegeven hebben, dat bij alle geschiedschrijvers, van zijn aanzienlijke afkomst gesproken wordt. Opmerkelijk is, en het kan wellicht tot bevestiging van die aanzienlijke afkomst strekken, dat aan een van de brieven van Gaspar van der Heyden het lak, waarmee deze door de schrijver gesloten werd, bewaard bleef en de afdruk vertoont van een zegel (of zegelring) met een wapenschild. Volgens het daarop prijkend wapenfiguur, dat geheel afwijkt van de beide reeds beschreven wapens van van der Heyden, zou de Hervormer behoord hebben tot een tak van dat geslacht, die een 'gaand lam' of 'schaap' (voor zover men onderscheiden kan, op een 'grondje')
in hun wapen voerden, indien dit althans niet door hem zelf, na zijn verbanning, (met verwerping van een ander voorvaderlijk wapen) is aangenomen, met zinspeling op zijn naam, of op "het Lam, voor de zonden geslacht", aan de prediking waarvan hij zijn leven had toegewijd.* Ditzelfde wapen hebben zijn nakomelingen laten blijven voeren*. Kinderen: Gaspar 1.1 Gaspar van der Heyden. Geboortedatum: 1530. Geboorteplaats: Mechelen Overlijden datum: 7 mei 1586. Overlijden plaats: Bacharach am Rhein. De strijd, die in de Nederlanden tachtig jaren lang tegen Spanje om de vrijheid van geweten en godsdienst gestreden werd, is niet uitsluitend met de kracht der wapenen gevoerd. In dit conflict blinkt de kracht van de geest ver boven de schittering van de wapendos uit. Gaspar van der Heyden was een van die strijders met de wapenen van de geest. Gaspar heeft zich noch als dogmaticus, noch als bijbelvertaler een naam verworven. Vanaf het moment dat hij zich realiseerde dat de kerkelijke werkwijzen in zijn omgeving niet in overeenstemming waren met hetgeen hij zelf als juist ervaarde, heeft hij zich gedurende bijna 40 jaren toegewijd aan de zaak die hem boven alles ter harte ging. Ternauwernood aan het hachelijkst doodsgevaar ontkomen, moest hij jaren lang als balling in het buitenland vertoeven, maar ook daar vergat hij zijn kerk niet en bleef haar belangen trouw behartigen. Ik voel mij zeer aan hem verwant. Dr. M.F. van Lennep gaat in zijn proefschrift over Gaspar uit van een chronologische levensbeschrijving. Allereerst treffen we Gaspar aan in de kruisgemeente te Antwerpen. Een tweede levensfase brengt hij in ballingschap door, afgewisseld met een kort verblijf in Vlaanderen. Zijn laatste levensfase werkt hij in de gevestigde kerk te Middelburg en later weer in Antwerpen. Zie verder de beschrijving van Van Lennep. Zo heb ik nog een vervolg, maar dit geeft je wellicht al een beeld van degene waarmee men mij aan het Spaanse hof zou kunnen vergelijken. Gaspar was gehuwd met Catharina Goethem. Hier zijn de problemen wellicht begonnen. Ik zie nu mijn goede oud-collega Prof. Dr. Cees van Dam als directeur van het IBO op een prachtige brochure. Cees heeft dezelfde problemen met die familie gehad als ondergetekende. Ik beschik niet over de volledige gezinssamenstelling van Gaspar en Catharina. In het boek van Van Lennep staan slechts enkele nazaten vermeld. Uiteindelijk neemt de onderstaande tak de Latijnse naam Heydanus aan. Deze familie is hoofdzakelijk in Leiden actief geweest. Hier volgt de informatie die ik van hen heb. Ik ben nog steeds op zoek naar de genealogische aansluiting. Wellicht kan Henk Lulofs mij verder helpen. Hij is immers zeer geïnteresseerd en ik vind het nog steeds leuk werk om dit uit te zoeken. Op grond van de in het proefschrift beschreven familiecultuur ben ik ervan overtuigd dat Gaspar mijn voorvader is. Dat voel ik aan mijn genen. Je ziet wel onze familietrek: Altijd het laatste woord hebben. Dus The Prince of Wales weet wat hem te doen staat voordat hij opnieuw in grote problemen komt. 23.15 Kom terug van Florin and Firkin en King Arthur's. Daar heb ik nog even gesproken over the big joke in Britain. Eerst met Ed. Ik heb hem laten weten dat ik Diana heb geadviseerd niet met Dodi Fayed bij Bill Clinton op bezoek te gaan, aangezien hij het al moelijk genoeg had met Paula Jones. Dat vond Ed een goed advies. Hetzelfde thema heb ik uiteraard ook met Ron St. John besproken. Ik heb daartoe The Mirror er nog op nageslagen. De paraplu van The Royal Shakespeare Company had ik meegenomen. Ik heb Ron gewezen op zijn stuk Much ado about nothing. Het echte werk begint dus pas. Dat heeft Russell Grant ook goed gezien in zijn horoscoop: Scorpio: 'Some kind of celebration is about to be held and you're a guest of honour. Whatever the happy occasion for throwing a party you'll be in the thick of it. Turn your thoughts to house decoration with blue and greens at the centre of any new colour scheme. Daarom kijk ik nu naar mijn schilderij aan de muur en mijn groene schriftje met het opschrift British School System. Jouw horoscoop is echter nog veelzeggender. Virgo: 'Just when you've had enough and are ready to give everything up your knight in shining armour dashes to your rescue - substitute knight for princess where applicable. The point is this. Friday you'll find unexpected loyalty and love from someone you know. Ik mag aannemen dat je begrijpt wie met die 'knight in shining armour' is aangeduid. Hij zou immers ooit Earl of Warwick worden. Dat was ook bekend bij Christie's. I love You.
Zaterdag 7 maart 1998. In dit verband denk ik aan de wenkbrauwen van Trevor Rees-Jones in het Telegraafartikel DIANA'S LIJFWACHT SPREEKT. Vertrouw niet op Henk van der Meyden. Uiteindelijk zijn jij, Trevor en ik de enigen ter wereld die het probleem écht kunnen oplossen. Ook heb ik vertrouwen in Trevor's psychiaters. Henk van der Meyden spreekt nog steeds over de witte Fiat Uno waarna zou worden gezocht, terwijl er in eerdere berichtgeving al sprake van is geweest dat die auto was gevonden en dat men moet zoeken naar een witte Citroën. Daarom haal ik uit dit artikel enkele fragmenten aan die ik wél van belang acht voor een zuivere weergave van de gebeurtenissen. Ik heb in mijn therapie namelijk laten weten dat ik dat ongeluk vaak heb beleefd tijdens mijn slaap. Diana was immers deel van mijn bewustzijn en onderbewustzijn geworden en alles wat Trevor Rees-Jones nu vertelt heb ik al gedroomd. Ik denk dat het daarom goed is dat de volgende keer het gesprek wel wordt opgenomen. Ik krijg daartoe nog een uitnodiging. Trevor weet niet wat de oorzaak was van het ongeluk met de Mercedes, maar hij herinnert zich wel enkele dramatische details van wat eraan vooraf ging. Hij weet nog dat hij met Dodi van mening verschilde over hoe zij het hotel het beste konden verlaten. Dit geeft wederom aan hoe eigenwijs en onverantwoordelijk de Egyptische schaker heeft gehandeld. Ik heb deze week ook een artikel over Trevor gelezen in The Mirror. Deze man komt mij zeer betrouwbaar en professioneel over. Hij lijkt mij een uitstekende inlichtingenman die weet wanneer hij zijn mond kan opendoen en dichthouden. Hij is van de gehele escapade vanaf half juli tot eind augustus persoonlijk getuige geweest. Het is mijns inziens dus buitengewoon onverantwoordelijk geweest van de schaker om zijn adviezen te negeren. Ik denk dat het een goede zaak is dat je de kam door jouw afspraken haalt. Jij zult ongetwijfeld ook een helder licht op deze situatie kunnen laten schijnen. Zelfs Koningin Elizabeth. Dat zie ik aan het artikel BUCKINGHAM PALACE hijst de Union Jack. "Volgens een woordvoerder van het paleis is de dood van prinses Diana de 'katalysator' voor de opmerkelijke breuk met de traditie geweest. Op 6 september vorig jaar, de dag van Diana's begrafenis (moet zijn: 5 september, de dag vóór Diana's begrafenis), hing voor het eerst, onder druk van de publieke opinie (Daar heb ik mijn twijfels over. Ik denk eerder dat mijn brief daartoe aanleiding is geweest), de Union Jack halfstok op het paleis terwijl Elizabeth in Schotland was." Ook dat laatste is onjuist. Op het moment dat de vlag halfstok ging was Hare Majesteit al onderweg naar BP. Een ander "poppetje" binnen ons dreamteam is Sylvia Tóth. Ik lees vandaag dat zij bij Content vertrekt om "persoonlijke redenen". Volgens de Telegraaf legt zij op 20 mei haar functie als directeur neer. Dat is dan het moment dat zij in onze organisatie kan stappen. Zij gaat zich onder meer toeleggen op de Wereldtentoonstelling in Nederland en Lissabon. Verder zal zij aan Content verbonden blijven als lid van de raad van commissarissen. Tot half mei zal zij zich blijven buigen over de strategische richting die Content op moet gaan. Dat valt dus te combineren met de strategie-ontwikkeling van Cervantes Recruitment & Selection. In dit verband lees ik ook nog in het NRC van gisteren Zalm geeft dertigjarige lening uit. Wellicht kunnen we daar dan gebruik van maken. Dan heb ik niet voor niets voortdurend GEROOKTE ZALM gegeten. Ik zou William en Harry zo mee willen nemen naar Spanje, maar ik denk dat het beter is dat iemand van de familie Quarles van Ufford zich daarmee bezighoudt. En wat die stoel betreft. Ga maar eens kijken. Je weet de weg. Wij zijn er samen wel eens langs gereden met ons tweeën.
Ik heb mij toen beter gedragen dan Bill Clinton, voor zover ik mij nog kan herinneren. Doe maar een bod op die stoel. Hartelijke groet. Bijlagen: A William and Mary walnut open armchair; CHRISTIE'S Jewellry Review 1997 .