FOTO BOVEN: 2005 LA PAZ DE VALLADOLID

J.L. van der Heijden NIJMEGEN Prof. Dr. H. de Schepper Postbus 9103 6500 HD NIJMEGEN. Nijmegen, 10 mei 1995. Geachte Heer de Schepper, In het kort bevestig ik u hiermee nog even enkele gesprekspunten van hedenmiddag en doe ik u enige, voor uw verdere afwegingen van belang zijnde, aanvullende informatie toekomen.

1. Stichting Cervantes Benelux
Uw voorstel om met het Instituto Cervantes te Alcalá de Henares te gaan samenwerken heeft mijn instemming. Ik stel echter voor vóórdien een gezamenlijk Nederlands-Belgisch beleid te ontwikkelen. In dit verband ontvangt u hierbij de tekst die de Ministers Sorgdrager en Kok van mij hebben ontvangen, alsmede de bestuursleden van de Vereniging Spaans op School. Op 23 februari jl. heb ik de Minister van Justitie onder meer het volgende bericht doen toekomen:

"Vanaf de oprichting van de Stichting Cervantes Benelux heeft het bestuur tot 28 april 1993 researchactiviteiten ontplooid teneinde in samenwerking met een aantal door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen erkende particuliere opleidingsinstituten opleidingsactiviteiten te ontwikkelen ten behoeve van het Nederlands-Spaanse bedrijfsleven. Op 28 april 1993 heeft het bestuur de activiteiten van de Stichting om m.i. zwaarwichtige redenen voor bepaalde tijd opgeschort." Het lijkt mij belangrijk dat er op korte termijn weer activiteiten binnen de SCB gaan plaatsvinden. Daartoe heb ik behoefte aan uitbreiding van het bestuur, zeker gezien het feit dat ik om gezondheidsredenen geen werkzaamheden voor deze stichting kan verrichten. Ik heb behoefte aan nieuwe bestuursleden die ik graag gerecruteerd zou willen zien uit de sectoren bedrijfsleven, onderwijs cultuur en wetenschap, economie, justitie en buitenlandse zaken in Nederland, België en Spanje."

Ik denk dat er politiek en economisch belangrijke motieven zijn om de Stichting Cervantes Benelux een stevige vermogensinjectie te geven, van waaruit verder beleid kan worden ontwikkeld, zowel vanuit de overheid als het bedrijfsleven. Als eerste activiteit denk ik aan een arbeidsbemiddelingsbureau voor hispanisten. De Stichting Cervantes Benelux is beschikbaar als overkoepelend orgaan van alle hispanistenorganisaties in de Benelux. Ik beschik over een reeds ontwikkeld bedrijfsplan. De stichting kan statutair in Amsterdam gevestigd blijven en in Nijmegen kantoor houden. Een kamer in het Erasmusgebouw lijkt mij een goede optie.

2. Dissertatie
Wij ontmoeten elkaar weer op de afgesproken datum. Een week voordien ontvangt u van mij een A-4tje met formulering vraagstelling, bibliografie en bronnenmateriaal. U bespreekt met de heer De Kort een eventuele brief aan het College van Bestuur, waarin u verklaart als mijn promotor te willen optreden. Ikzelf hecht sterk aan zo'n brief. Als voorlopige titel voor mijn dissertatie heb ik gekozen voor 'De van der Heijdens in de Neder-Duits-Spaanse betrekkingen en de invloed van het Geslacht Van der Heijden binnen het Nederlands-Spaanse conflict'. Hoogachtend. Bijlage: tekst brief aan bestuursleden VSOS.

Bijlage:
Op 30 april jl. zond ik de leden van het bestuur van de Vereniging Spaans op School een brief met de volgende tekst: "Geacht Bestuur, Gisteren verscheen in de Telegraaf een kort artikeltje met de volgende tekst: "VVD wijst EU-plan González af. Van onze parlementaire redactie. DEN HAAG, zaterdag. De VVD wijst het voorstel van de Spaanse premier González om alleen grote landen het voorzitterschap van de Europese Unie tweeënhalf jaar te laten bekleden faliekant van de hand. Nederland en andere kleine landen zouden alleen nog maar het vice-voorzitterschap in de voorstellen van de socialist kunnen bekleden. De liberale Kamerleden Hoogervorst en Weisglas willen van de staatssecretaris Patijn (Buitenlandse Zaken) en ministers Zalm (Financiën) en Van Mierlo (Buitenlandse Zaken) opheldering over de voorstellen van de Spaanse minister-president. Verder wil Hoogervorst dat minister Van Mierlo aan zijn Spaanse collega duidelijk maakt dat Spanje met dit voorstel "een te grote broek aantrekt"." Ik heb hierop de minister van Justitie verzocht Minister President Kok in kennis te stellen van de volgende tekst: "Nijmegen, 29 april 1995. Hooggeachte Heer Kok, Uit de pers vernam ik dat de Spaanse premier Gonzalez heeft voorgesteld om alleen grote landen het voorzitterschap van de Europese Unie te laten bekleden. Dit is een verontrustende ontwikkeling. In dit verband stel ik u graag van het volgende in kennis. Ik ben oud-stafmedewerker van het VNO-managementopleidingsinstituut De Baak/Nieuw Elan. Ik heb deze functie vervuld in de periode 1989-1991. Voordien heb ik in het kader van de opleiding Assistant-to-the-manager meegewerkt aan een samenwerkingsprogramma tussen De Baak, VNO, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Nederlands Centrum voor Handelsbevordering, Europees Sociaal Fonds, Confederación Española de Organizaciones Empresariales en het Spaanse Ministerio de Trabajo y Asuntos Sociales. In juli 1991 raakten mijn werkzaamheden bij De Baak ten einde ten gevolge van een noodzakelijke reorganisatie. Ik heb toen gekozen voor de oprichting van een nieuw instituut dat zich ten doel stelt samenwerkingsprojecten tussen Nederland en Spanje te bevorderen. In 1977 ben ik op de M.O.-opleiding op de Universiteit van Nijmegen afgestudeerd op de ideeënwereld van Erasmus en Cervantes en heb derhalve mijn toekomstige instituut de naam
Instituto Cervantes Benelux gegeven. De naam van dit instituut heb ik als handelsmerk gedeponeerd bij het Benelux-merkenbureau. In een later stadium is mij door de Spaanse cultureel attaché, mevrouw Alonso, medegedeeld dat de Spaanse overheid ook van plan is om een Instituto Cervantes in de Benelux van de grond te tillen. Hiertoe zou een aantal Spanjaarden in Nederland en België te werk worden gesteld. Ik heb dit beschouwd als een ernstige bedreiging van de arbeidsmarktpositie van in de Benelux afgestudeerde hispanisten. De opleidingsmarkt zou dan immers door Spaanse belangen worden gedomineerd. Ik heb hieromtrent ook overleg gevoerd met de secretaris van het Spaanse Instituto Cervantes in Alcalá de Henares, die zich bereid heeft verklaard te gaan samenwerken 'zodra het probleem van de naam is opgelost'. Ik ben hiertoe wel bereid, maar stel het belang van de Nederlandstalige hispanisten wel primair. En ik wil natuurlijk ook zelf eten. Dat is bij de Spaanse regering bekend. Het is mij duidelijk dat het voorstel van de heer González er op den duur toe kan leiden dat de Spaanse regering de mogelijkheid wordt geboden de functie van BRUSSEL als beleidscentrum van de Europese Unie uit te hollen. Ik kan u verzekeren dat dat beslist niet mijn bedoeling is. Ik verzoek u in deze situatie in het belang van de Nederlandstalige hispanisten te bemiddelen. Er zijn te veel afgestudeerde academici in de Spaanse taal die in de kaartenbakken van de Arbeidsbureaus terecht zijn gekomen. Ook heb ik reeds hoge kosten gemaakt ten behoeve van de ontwikkeling van het ICB. Ten gevolge van de grote spanning die de situatie heeft opgeleverd verkeer ik thans in de WAO. Ook hier wil ik weer een keer uit. Verder verwijs ik u naar het korte artikeltje "VVD wijst EU-plan González af" dat vandaag in de Telegraaf verscheen. Ik dank u bij voorbaat voor uw medewerking.

11 MEI 1995 GESPREK OP DINSDAG 27 JULI 1995 TER ATTENTIE VAN PROF.DR. HUGO DE SCHEPPER

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN