Nijmegen, 27 oktober 1993 Beste Tjitse, Na jouw telefoontje van vanavond, waarin je me vertelde dat Nieuw Elan Noord ermee moet stoppen, ben ik gruwelijk boos geworden. Niet op jou natuurlijk, maar wel op de gehele situatie zoals die nu in het noorden des lands m.b.t. Nieuw Elan is ontstaan. Ik heb mij daar keihard voor ingezet en ik ben misschien wat te vroeg met mijn reactie, want ik weet nog niet hoe de SBO op dit moment in deze marktsituatie gepositioneerd is, maar ik zou mij goed kunnen voorstellen dat Peter Nieuw Elan op punten heeft geklopt. Dat was al zo in Nijmegen gebeurd en ik kan me niet voorstellen dat Peter zich in zijn geboortestad Groningen op dezelfde manier laat onderschoffelen als nu met Nieuw Elan Noord is gebeurd. Het was naar mijn idee een stuk verstandiger geweest als met name Bert Hortensius beter naar mij had geluisterd en dat geldt nu ook voor L.. Ik verkeer nu in een "estado de ánimo" waarin ik inderdaad zeer zakelijk kan denken en de situatie kan abstraheren van de gevoelens die ik jegens L. heb gekoesterd nadat ik haar voor het laatst had gesproken. L. heeft altijd 'zakelijk' met mij willen omgaan en dat had zij met een beetje inspanning van haar kant ook goed kunnen doen. Hortensius had veel meer aandacht aan mijn persoonlijke situatie moeten schenken en meer met mij hebben moeten praten, want ik had de oplossing op een presenteerblaadje liggen. De SBO stond mij in de personen van de heren Neumannen en OTTENHOFF moreel behoorlijk in het krijt en wanneer L. en Bert voorzichtiger waren omgesprongen met mijn positie binnen de Nieuw Elan-organisatie dan was nu mijn gezin waarschijnlijk nog intact geweest en had ik mijn buurman kunnen bewegen om Nieuw Elan en SBO te laten samensmelten. Maar ook hier weer blijkt het persoonlijke belang zwaarder te wegen dan het gezamenlijke belang, dat ik altijd heb nagestreefd. Het had zo mooi kunnen zijn: L., Peter en ik met ons drieën als managementteam, dat was mijn ideaal. Nu kan ik niet anders dan de vergelijking trekken met de soapserie The Bold and the Beautiful. Deze serie gaat, zoals je waarschijnlijk weet, over de concurrerende activiteiten van het modehuis Forrester en het huis Garrison. Beide bedrijven beconcurreren elkaar op leven en dood. En dan denk ik weer aan die situatie in Maarn. Ten behoeve van SBO én Nieuw Elan heb ik mijn huis moeten verkopen en mijn gezin moeten ontbinden. Niet ten gevolge van wat ik wilde, maar vanwege de te slappe houding van de besturen van SBO en Nieuw Elan op een moment dat ik had aangegeven om het contact met elkaar te leggen. In plaats van zoeken naar synergiebevorderende samenwerking hebben de dames en heren van rood en geel het gezocht in het hanteren van afweermechanismen en is de pion John van der Heijden door strateeg Bert Hortensius buiten het strijdtoneel geplaatst. Hij had toch beter moeten weten, zeker gezien de naamsbekendheid die ik in het veld van het particulier onderwijs had opgebouwd. Nee, Bert heeft naar mijn idee, zoals ik daar nu op terugzie, niet al te zuiver gehandeld. Hij is niet eerlijk tegenover mij geweest. Ik ben slechts een pion geweest in het schaakspel dat hij speelde en die pion moest worden uitgeschakeld, anders werd Entrelan nog eens door de rood-gele brigade buiten gevecht gesteld. Wat me nu in mijn hoofd opkomt durf ik niet aan het papier toe te vertrouwen, maar het is niet mis te verstaan. Het had nooit mogen gebeuren dat Nieuw Elan zijn invloed verloor in nota bene Hortensius' woonplaats Nijmegen. Groningen is ook een van de belangrijkste Entrelan-plaatsen geweest. Wat heeft Hortensius gedaan om de concurrentie met de SBO in jouw woonplaats op een goede manier om te buigen naar een goed strategisch uitgangspunt? De man heeft als aanvulling op zijn pensioen 60 mille per jaar in zijn zak kunnen steken en wat heeft L. daar aan gehad? Hij heeft geluisterd naar Annet de Jong. Op de dag van de IMS-certificaatsuitreiking in kasteel Oudaen in Utrecht in maart 1991 heeft hij voortdurend met Annet zitten praten. Hij is toen ook naar mij toe gekomen met de vraag hoe ik mij voelde in NOORDWIJK. Naar zijn zeggen moesten we toen maar eens gauw samen een gesprek hebben. Dat gesprek heeft nooit plaatsgevonden, op 21 mei kreeg ik mijn ontslagaanzegging. Het beginsel van hoor en wederhoor heeft ook Bert Hortensius niet toegepast. Hij heeft me de laan uitgestuurd en nu zitten ze zelf met de gebakken peren. Als hij verstandig was geweest had hij mij goed gehoord en had hij ook intensieve gesprekken met mijn buurman gevoerd. Nu is hij er mede voor verantwoordelijk dat Nieuw Elan Noord naar de filistijnen is, mijn huwelijk naar de knoppen en twee instituten waarschijnlijk nog steeds als rivalen tegenover elkaar staan. Peter is echt niet beducht om "de Baak" eenzelfde dolksteek toe te dienen als hij het NIOW heeft gedaan. PETER OTTENHOFF hanteert altijd het gezegde "If you can't beat the enemy, join him". Dit had Hortensius ook moeten doen, dan was er nu een krachtige organisatie geweest die een prachtig opleidingspakket over geheel Nederland had uitgestrekt ten behoeve van werkzoekende academici en HBO-ers. Daar ben ik van overtuigd. Dat zegt mijn intuïtie en mijn ervaring op dit terrein. Ik denk dat Hortensius ook teveel naar Annet en José heeft geluisterd. Onvoorstelbaar. Die man had als directeur toch moeten weten wat hij in huis had gehaald. Of zou hij gedacht hebben dat ik vanuit een vijandelijke organisatie in de Nieuw Elan-oranisatie zou hebben geïnfiltreerd? Dat zou ik me best wel kunnen voorstellen als ik nu bekijk wat er in de Nederlandse politiek gebeurt. Het is uitstekend dat Jan Wilzings collega Northolt de massa erop attendeert dat er vanuit het criminele circuit in de Nederlandse politiek wordt geïnfiltreerd. Misschien heeft Hortensius mij ook wel gezien als zo'n criminele infiltrant. Hortensius is immers een oude vriend van Henk Lulofs en Henk kende het NIOW, met al zijn ins en outs. Zou Kraij in zijn Telegraafartikel over de criminalisering van het onderwijs dan toch op het NIOW hebben geduid? Ik weet niet wat Ger Boogaard allemaal uitspookt, maar ik denk dat er wat dat betreft door Northolt of Wilzing nog wel een soortgelijke verklaring komt die een infiltratie van criminele elementen binnen de sectoren Onderwijs, Arbeidsvoorziening en Justitie zullen gaan aantonen. En dan hebben we de poppen aan het dansen. Ik denk dat ik nu gelukkig mag zijn dat ik in de zes maanden durende therapie ben geplaatst. Ik had vanmiddag een gesprek met de controlerend arts van de Gemeenschappelijke Medische Dienst (GMD), de heer J.J.J. Hagenbeek. Dit gesprek heeft totaal een uur geduurd en ik heb zeer openhartig met deze GMD-arts gesproken. Uit de medicijnen, die ik had meegebracht, heeft hij kunnen concluderen dat er nog heel veel woede in mij zit en dat met name in de richting van Marianne Boogaard-Mackay, die ooit, in 1987, aan een BVG-medewerker had verklaard dat ik bij het NIOW op staande voet zou zijn ontslagen wegens "frauduleuze handelingen". Het document waarover de heer Hagenbeek beschikte gaf als tekst te zien "Mevrouw Boogaard-Mackay heeft deze woorden in boosheid geuit en trekt deze hierbij in". Hagenbeek en ik kwamen hierdoor in feite tot de kern van mijn probleem en dat is soortgelijk aan dat van jou. Mijn procuratiehoudster Marianne Boogaard heeft bovengenoemde mededeling aan een BVG-man gedaan. Alleen deze situatie heb ik kunnen weerspreken omdat hij op schrift was gesteld en ik de opmerking dus heb kunnen lezen en weerleggen. Maar aan hoeveel relaties zou deze "Joan Macnee" niet hetzelfde gerucht hebben verspreid? Misschien zien ze mij wel voor een maffioso aan en de enige buitenissigheden die ik heb begaan zijn een pannekoekje voor mijn kinderen omdat ze twee dagen lang brochures hadden ingepakt en een afscheidsmaaltijd aan mijn beste collega Peter Ottenhoff. Ik denk dat ik nu weet tegen welk syndroom ik moet gaan vechten in de komende therapie: de verkeerde beeldvorming die door derden tegen mij in de wereld is geholpen. Als Hortensius mij in dienst had gehouden als een semi-beleidsmedewerker en een semi-projectleider (beide functies waren naar mijn idee combineerbaar geweest), dan had ik het snel op een fusie tussen Nieuw Elan en SBO kunnen aansturen en dan zou ook de spanning op de Plattenberg 2 en 4 in Maarn verdwenen zijn geweest. Hortensius had uit het rapport van Research voor Beleid aangaande het Spanjeproject duidelijk zijn consequenties moeten trekken en zakelijk gezien tot de conclusie hebben moeten komen dat medewerkster De Jong in dat project had gefaald. Binnen het bedrijfsleven gelden harde wetten: als je faalt ga je eruit. Als directeur van Nieuw Elan had Hortensius maar één ding goed kunnen doen: de verantwoordelijkheid voor het falende beleid inzake het Spanjeproject neerleggen bij degene die daar ook werkelijk verantwoordelijk voor was, en dat was de projectleidster Annet de Jong en wellicht ook voor een deel Tjeb Maris. Je hebt gelijk door te stellen dat ook vrouwen niet mogen worden ontzien. Ik ben nog sterk geneigd om vrouwen als lieve wezentjes te behandelen, maar in het kader van de emancipatie dienen zij uiteraard aan dezelfde wetten te voldoen als de heren. Als een trainer van een voetbalclub niet voldoet gaat hij de laan uit. Dit soort wetten kan natuurlijk ook op de carrièrejagende dames worden toegepast, en in dat verband had Hortensius Annet de Jong op de ontslaglijst moeten plaatsen in plaats van Van der Heijden.

28 oktober 1993

Het verhaal hierboven is een verhaal vanuit een sterke emotionele opwelling. Ik heb je hierin willen laten meebeleven wat jouw mededeling over de sluiting van Nieuw Elan Noord bij mij heeft losgemaakt. Ik zou deze tekst echter niet zo snel aanhalen t.b.v. jouw zaak, tenzij we het daar beiden over eens zijn. Op dit moment ben ik alweer wat ontnuchterd en kan wat objectiever ingaan op je brief met bijlagen d.d. 26 oktober. Ik ontving vandaag het pakketje met inhoud. Hartelijk dank voor de perfecte afwerking. Je brieven van de heer Taatgen (is dat je vriend Dick?) en je kinderen Remco en Marijke vond ik aangrijpend. Ik geloof alles wat hierin over jou geschreven is. Tot nu toe heb ik nog maar weinig mensen getroffen die zo met andermans problemen kunnen meeleven en voortdurend op zoek zijn naar de waarheid.

1. Brief van drs J.M.C. Meulenbroek d.d. 14 oktober 1993

Jouw acties richting Drs. Meulenbroek hebben in ieder geval succes: zij dient het eindrapport niet bij B&W in vóór 20 oktober. Ik denk dat het belangrijk is dat het eindrapport wordt ingediend op het moment dat jij het volledig eens bent met de inhoud ervan. Accepteer geen autonome acties meer zonder jouw toestemming. In mijn proces tegen het NIOW heeft mijn advocaat altijd zijn concept-pleitnota's aan mij ter verificatie aangeboden. Eerst bij volledige consensus gingen de stukken de deur uit. Zorg dat mevrouw Meulenbroek niet aan jouw touwtjes trekt, maar jij aan die van haar. Het gaat hier inderdaad ook niet om een kilo suiker. Het lijkt me in dat verband ook goed haar conceptbrief met bevindingen te checken aan jouw brief van 13 oktober. Waarschijnlijk had zij die brief nog niet gelezen toen zij haar brief op 14 oktober naar jou toe stuurde. Het lijkt me in ieder geval voor jou van groot belang dat je mevrouw Meulenbroek te vriend houdt, niet tegen haar schenen trapt en met haar afspreekt dat jij de eindcontrole wilt over de stukken die in jouw naam de deur uitgaan. Op die manier heb ik ook mijn zaak gewonnen. Een advocaat of ombudsvrouw is slechts een verlengstuk van jouw handelen. Ik vind haar brief van 14 oktober overigens een goede brief. Hij geeft echter alleen aan dat zij van zins is autonoom actie te nemen naar het College van B&W en dat moet je zeker verhinderen.

2. Brief van Mr. J.B. Rijpkema d.d. 19 oktober 1993

Ik wens je geluk met deze reactie. De heer Rijpkema heeft zich in jouw omvangrijke dossier verdiept en hierdoor heb je weer een belangrijke gesprekspartner. De materie is immers niet eenvoudig gezien de grote hoeveelheid teksten en hij heeft geconstateerd dat jouw probleem is terug te voeren naar twee probleemvelden:

a. t.a.v. de gemeente Groningen
b. t.a.v. Nieuw Elan

Hij gaat systematisch te werk. Ik mag dat wel. Hij stelt dat het belangrijk is om eerst vast te stellen welke activiteiten door de gemeente Groningen zijn verricht, alsmede welke verzoeken jij aan de gemeente Groningen hebt gedaan. Omdat hem naar jouw mening stukken ontbreken kan hij echter geen volledig beeld geven. Nieuw voor mij is dat betaling van de cursus aan jou heeft plaatsgevonden. Terugvordering van het cursusgeld lag dus niet op de weg van de gemeente Groningen. Dit is een verantwoordelijkheid van jou, waarbij de gemeente Groningen het geld direct zou kunnen opeisen en dit volgens Mr. Rijpkema ook zal doen. In dit licht verwijs ik je naar mijn brief van 17 maart 1993, punt 3.e.

"Nieuw Elan heeft ten behoeve van jou een cursusplaats gereserveerd in de groep AtM-Amsterdam II en daarmee een oplossing gezocht voor een probleem dat in de periode Maris is ontstaan. Daartoe heeft zij kosten gemaakt en ik ben persoonlijk van mening dat betaling daarvan terecht heeft plaatsgevonden."

Deze opmerking van een half jaar geleden komt overeen met hetgeen Mr. Rijpkema stelt:

"Naar mijn mening kan Nieuw Elan niet aansprakelijk gesteld worden voor de schade die u lijdt als gevolg van het feit dat de cursus beëindigd is."

Hetgeen hij stelt m.b.t. het vinden van oplossingen door de gemeente Groningen kan ik geen oordeel geven. Helaas moet ik t.a.v. de cursusgeldproblematiek het voordeel van de twijfel aan de Nieuw Elan-directie geven en dat doe ik op objectieve gronden vanuit mijn achtjarige ervaring als directeur van een particulier opleidingsinstituut. Ik herhaal naar jou toe dat Nieuw Elan ten tijde van jouw problematiek juridisch gezien deel uitmaakte van de Baak. Ik denk dat Nieuw Elan juridisch nu niet meer aanspreekbaar is omdat de activiteit onder een nieuw stichtingsbestuur plaatsvindt. Ten tijde van jouw problematiek was de heer Lulofs de eindverantwoordelijke persoon van alle Baak-activiteiten. Ik denk dat het voor jou goed is om dit samen met de heer Rijpkema te bespreken, met name gezien het feit dat Tj. Maris - zelfs ná zijn ontslag - nog handelingen t.a.v. jou heeft verricht. Hij was toen waarschijnlijk adviseur van de Baak. En nogmaals: de heer Lulofs is de aanspreekbare persoon.

3. Jouw brief aan de heer Rijpkema d.d. 26 oktober 1993

Dit vind ik een goede brief. Ik constateer echter dat Maris buiten de gehele correspondentie is gehouden en het ging jou toch ook om het beantwoorden van de schuldvraag? Mijn vermoeden is dat persoonlijke belangen van de heer Maris hebben meegewogen in de beslissing om jou de toegang tot de opleiding te ontzeggen. Is Maris hiervoor persoonlijk aansprakelijk te stellen? Zoniet, dan adviseer ik je nogmaals de Baakdirectie in rechte te betrekken bij deze aangelegenheid. Zoek het hogerop!!!!

4. Nog enkele reacties op jouw brief

Ik vind het goed dat je Rijpkema mijn brieven laat lezen. Het aflopen van Maris' arbeidscontract op 1 juni 1990 baseer ik onder meer op de tekst van het artikel uit Baakbabbel "Een nieuwe rol en functie voor Tjeb Maris bij de Baak en Nieuw Elan". De eerste zin hiervan luidt:

"Per 1 juni heeft Tjeb Maris, na negen tropenjaren bij de Baak en Nieuw Elan, de bakens verzet."

Het stuk staat in een Baakbabbel van 1989. Ik zend de kopie weer aan je terug. Je mag hem houden. Het bericht van de opheffing van Nieuw Elan Noord heb ik met groot leedwezen ontvangen. Deze gebeurtenis zal ongetwijfeld van invloed zijn op de continuïteit van Nieuw Elan Noordwijk. Opheffing lijkt mij nabij, tenzij L. een huwelijk wil aangaan met mijn spirituele geesteskind in Utrecht. Ik wacht met spanning af naar nieuwe berichten. L. zal zich niet zo snel laten slachtofferen. Zij zal tot haar laatste ademtocht blijven vechten voor de zaak waarvoor zij de volledige verantwoordelijkheid heeft genomen. Daar ken ik ze goed genoeg voor.

5. Stamboomonderzoek

Ik had abusievelijk in mijn brief van 25 oktober de naam stamboekonderzoek gebruikt. Dat moet natuurlijk zijn "stamboomonderzoek". Helaas een onelegante aanduiding voor een deftige familie als die der Halbertsma's. Vriendelijke groet. Bijlage: Een nieuwe rol en functie voor Tjeb Maris bij de Baak en Nieuw Elan.

30 OKTOBER 1993 ERRATA