PERSOONLIJK De heer G.P. Boogaard BOSCH EN DUIN. Nijmegen, 1 april 1994. Beste Ger, Jouw briefje van 2 maart jl. heeft erg veel bij mij losgemaakt en ik heb besloten jou daarvan deelgenoot te maken. Bij mij is het beeld opgekomen van de laatste minuut van de finalewedstrijd Argentinië-Nederland in 1978 waarin Rob Rensenbrink 10 cm naast de verkeerde kant van de paal schoot. (10 oktober 2008: Hij schoot zelfs tégen de paal) Was de bal 10 cm meer naar rechts geschoten, dan was Nederland wereldkampioen geworden. Het verloop van de geschiedenis wordt vaak door zeer kleine dingen bepaald. Zo is het ook gegaan in 1987. De NIOW-Talen-problematiek heeft zich toen ontwikkeld in een richting die mij niet welgevallig was. Mijn persoonlijke problematiek van toen vertoont zeer sterke parallellen met mijn problematiek van nu. Evenals nu vertoonde ik begin 1987 ook uitputtingsverschijnselen. Het was toen niet alleen mijn maag die opspeelde, maar mijn gehele energiehuishouding was volledig verstoord. Ik had met Peter in de week van kerstmis 1986 nog praktisch dag en nacht gewerkt om de strooifolders te off-setten voor de winterplanning van januari. Kort daarvoor waren wij ook bij Wiep Houtstra in het Slotervaartziekenhuis op bezoek geweest. Wiep was in het terminale stadium. Als ik daar nu nog aan terugdenk voel ik mij opnieuw geparaliseerd. Toen ik in januari daarop te horen kreeg dat er bij mijn zus een tumor ter grootte van een duivenei in het ruggemerg was gevonden was ik helemaal afgebrand. Marian kan daarvan getuigen. Ik ontving het telefonische nieuws toen ik bij Marian op haar kamer stond. Mijn huisarts heeft mij nadien verboden te werken en voor het eerst in mijn leven moest ik mijn lot en mijn belangen in handen van een derde geven. Dat werd mijn buurman Neuman. Van de gesprekken die wij toendertijd hebben gevoerd heb ik verslagen gemaakt. Ik kon mijn genezing bevorderen door voor mijzelf in kaart te brengen wat mijn probleem was en dat begon met de vastlegging van feiten en gebeurtenissen. Zo vond ik onlangs mijn intern opgetekende impressies van de gesprekken die wij hebben gevoerd op dinsdag 17 maart en zaterdag 21 maart 1987 in kasteel 't Kerckebosch te ZEIST. Het laatste gesprek in aanwezigheid van H.J. Neuman. De teksten heb ik toendertijd ogenblikkelijk na de gesprekken in de tekstverwerker opgeslagen. Ik heb ze nadien niet meer bewerkt. Ze zijn dus oorspronkelijk.

VERSLAG VAN DE BESPREKING OP DINSDAG 17 MAART 1987 OM 9.30 UUR IN KASTEEL KERCKEBOSCH TE ZEIST

Aanwezig: G.P. Boogaard, L.A. de Vries en J.L. van der Heijden.

Van der Heijden opent het gesprek met de mededeling dat hij de laatste tijd veel heeft nagedacht over de bestaande situatie. Hij benadrukt daarbij dat hij in voorgaande vergelijkbare situaties voortdurend het belang van het instituut voorop heeft gesteld, maar dat hij zich nu in de eerste plaats heeft bezonnen over zijn eigen situatie: het is duidelijk dat het bij NIOW-Talen om een sterfhuisconstructie gaat. Bezuinigingen kunnen alleen nog maar worden doorgevoerd op het personeel. Alle pogingen, o.a. van de Boogaard & De Vries-activiteit NIOW Advies & Opleiding, ten spijt, is, na alle ontslagen, nu hij aan de beurt. Die consequentie heeft hij nu getrokken. De vraag is alleen nog op welke manier. Uitgaande van de door Dick van Goethem aangegeven keuzemogelijkheden:

1. goed rendabel maken van NIOW-Talen waarbij volledige inzet van Van der Heijden en Ottenhoff wordt vereist;
2. voortzetting met enige verbetering van de kosten/opbrengstverhouding, kostenbesparing door de functie van Van der Heijden en/of Ottenhoff gedeeltelijk part-time te maken en hun de rest te doen besteden aan NIOW-B.M.O.;
3. afbouw, die in verband met de duur van de cursussen geleidelijk dient te geschieden, behoort alleen mogelijkheid 3 nog tot de mogelijkheden.

Daarbij dient te worden overwogen wat de consequenties zijn van een faillissement en geleidelijke afbouw. Een faillissement is nadelig voor alle drie:

1. Van der Heijden moet aandelen volstorten (f. 25.000,-) en kan in zijn toekomstmogelijkheden worden beperkt;
2. Boogaard en De Vries moeten ook aandelen volstorten en zullen zakelijk zeer nadelige gevolgen ondervinden wanneer "het NIOW" failliet is. Relaties zijn immers buitengewoon belangrijk in deze branche en het onderscheid tussen de twee BV's wordt in de regel door het publiek niet gezien.

De Vries voegt hieraan toe dat t.g.v. de nieuwe anti-misbruikwet de bestuurder hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld. Van der Heijden antwoordt hierop dat dat in een juridisch proces moet worden aangetoond en als we eenmaal zover zijn er bij anderen boter op het hoofd gevonden kan worden.

Van der Heijden geeft daarom te kennen dat hij in principe bereid is om op adviesbasis bij te dragen aan een geleidelijke afbouw, maar dat daarbij een inkomstengarantie voorwaarde nummer één is.

Reactie G.P. Boogaard : "Ik constateer dat je het gevoel hebt in een vicieuze cirkel te zitten. Je zit voor de tv naar Peyton Place te kijken en zet hem na afloop op een ander net. Je moet er van uitgaan dat wij niet jouw vijanden zijn, maar er is wel een minimum aan loyaliteit vereist. Je moet in alle gevallen een faillissement vermijden, want 'een andere serie is er op jouw leeftijd niet zo gemakkelijk meer bij'. Op 39-jarige leeftijd lig je zo bij de ambtenaren op de schroothoop. Probeer daarom die zaak overeind te houden en trek je terug achter de stellingen. Je moet de kosten zoveel mogelijk gaan beperken en vanuit je huis gaan opereren. Je moet ophouden met het kijken naar de historie. Je geweeklaag brengt je alleen maar in een psychosomatische toestand. Ga eens praten met reclamebureau Hint. Piet Kort is waarschijnlijk best wel bereid om je tegemoet te komen."

Hierbij stelt Van der Heijden zich de vraag: Wat komt er dan na de zondvloed? Het verhaal biedt nog steeds geen oplossing op de lange termijn. Van der Heijden heeft in twee situaties recht op een NWW-uitkering van 70% van het laatst genoten bruto-salaris gedurende 2 1/2 jaar: bij een faillissement en wanneer hij wordt ontslagen. In principe is hij in het laatste geval op basis van een onkostenvergoeding bereid assistentie te verlenen als extern consultant. Hij wil het zelf helemaal over een andere boeg gooien en verwacht dat hij daar in 2 1/2 jaar wel gelegenheid voor heeft, maar moet daarbij niet gestoord worden door allerlei pietluttige beslommeringen die ten nadele werken van de nodige creativiteit, die t.g.v. de huidige werkzaamheden behoorlijk is afgeremd. "We moeten niet om de keiharde realiteit van de sterfhuisconstructie heen. Het wormvormig aanhangsel kan langzaam wegrotten, maar ik heb geen zin om mee te rotten."

Boogaard en De Vries laten weten dat zij momenteel in een onmogelijke situatie verkeren. Bij het zoeken naar een oplossing is naar hun mening een uniforme strategie nodig die erop gericht is elkaar niet in de wielen te rijden. De Vries: "Daarbij is Van der Heijden de enige die daarbij een rol kan spelen vanwege de know how."

Van der Heijden merkt tussendoor nog op dat de laatste zin uit zijn betoog n.a.v. de gebeurtenisen rond 24 februari onjuist is. De ziekte van Van der Heijden was geen voorgebakken zaak. Toevalligerwijze constateerde de arts daags tevoren een maagaandoening bij Van der Heijden.

De Vries laat hierop echter weten dat hij in het genoemde gesprek zich bereid heeft getoond om taken over te nemen. "Ten gevolge van de sfeer heb ik echter gezegd 'ik pas'. Jij denkt dat we je vijanden zijn. Wij krijgen op ons bord geschoven dat het niet goed gaat. Dat heeft niets met samenwerking te maken."

Van der Heijden is het met deze opvatting niet eens en komt ook niet met verwijten: "Wie zonder zonden is werpe de eerste steen". Voorop staat dat we komen tot een voor alle partijen bevredigende oplossing van de problematiek, waarbij als uitgangspunt dient dat Van der Heijden er uit stapt.

De Vries: "Daarbij moeten we een aantal praktische zaken niet uit het oog verliezen: We krijgen in Den Haag o.a. dagelijks aanvragen voor de Tolk-Vertalersopleiding. Daarbij moeten we de volgende mogelijkheden aftasten:

1. we voeren het uit;
2. we voeren het niet uit;
3. we voeren het gestript uit."

Van der Heijden geeft in dit verband aan dat daarbij de rol van Ottenhoff onontbeerlijk is.

Boogaard: "Deze dient echter op bedrijfseconomische gronden direct na herstelmelding te worden ontslagen."

Van der Heijden: "Dit geldt ook voor mij."

Boogaard: "Je moet echter zakelijke en persoonlijke gevoelens met elkaar in overeenstemming brengen. Daarbij moet je er rekening mee houden dat ik niet in jouw spoor treed als directeur van NIOW-Talen. Het is nu niet verantwoord om personeel te handhaven. Daarbij moet je er rekening mee blijven houden dat jouw situatie als directeur verschillend is."

De Vries: Er is vandaag nog actie nodig om de praktische problematiek op te lossen.

Van der Heijden: "De enige oplossing op korte termijn is een antwoordapparaat op de telefoon met het verhaal dat NIOW-Talen kantoor houdt op dinsdag- en donderdagochtend van 9.00 tot 12.00 uur en dat ze hun naam, adres en woonplaats kunnen inspreken wanneer ze informatie over bepaalde cursussen wensen te ontvangen. Vooralsnog dient eerst de lange termijn-problematiek op korte termijn definitief te worden geregeld."

Hiertoe wordt een afspraak gemaakt voor een vervolggesprek op zaterdag 21 maart om 16.00 uur in hetzelfde kasteel Kerckebosch, waarbij dan tevens de heer H.J. Neuman als persoonlijk adviseur van Van der Heijden aanwezig zal zijn.

ZATERDAG 21 MAART 1987 KASTEEL KERCKEBOSCH 16.00 UUR

Aanwezig: G.P. Boogaard, L.A. de Vries, J.L. van der Heijden en H.J. Neuman.

H. Neuman stelt zich voor als woordvoerder van Van der Heijden optredende als bemiddelaar vanuit de UNIE BLHP: "Ik hoef niet uit te leggen om welk probleem het gaat. De eerste gespreksronde heeft als eerste doelstelling de problematiek in den minne te regelen. U begrijpt natuurlijk dat wij daar alle vier het hardst mee gebaat zijn. We moeten daarom trachten zo snel mogelijk gezamenlijk een oplossing voor het probleem te vinden en voorkomen dat we straks als twee partijen tegenover elkaar staan. Graag hoor ik van u hoe u zich voorstelt een zo goed mogelijke oplossing aan te dragen."

Boogaard: "Samenvattend kan ik ervan zeggen dat wanneer zaken goed gaan je de zaken laat lopen zoals ze lopen. Wanneer de zaken niet goed gaan, moeten er maatregelen genomen worden. Zo hebben wij er voor deze problematiek een organisatie-adviseur bij betrokken die zich ten doel heeft gesteld de draadjes uit de kluwen te trekken. Op grond van zijn advies hebben wij dinsdag het volgende voorgesteld: Haal de krenten eruit. Concentreer je daarop. Trek je terug achter de stellingen en probeer de kosten nog meer te reduceren. Hier zijn mensen mee gemoeid, daarom moeten de salarissen bekeken worden. Opereer vanuit je huis in Maarn en bereken een deel huur. Probeer tot een minnelijke schikking te komen met de grootste crediteur. Wij proberen in die tussentijd andere activiteiten te ontplooien waarbij Van der Heijden kan worden ingezet. Een voorbeeld is het bemiddelingsproject voor scholen in het buitenland. Bezuinigingsronden hebben we al gehad in de vorm van ontslagen."

H. Neuman: "Daar ben ik van op de hoogte. Ik ben daar al bij betrokken geweest. Waar het echter nu om gaat is dat de heer Van der Heijden zich in een moeilijke positie bevindt. Hij moet zichzelf eruit vechten. Het is belangrijk om de geschiedenis achterwege te laten. Voor John van der Heijden en zijn gezin is het door u geformuleerde voorstel niet haalbaar. Het leven begint niet bij 40, maar eindigt bij 40. Van der Heijden zegt dat hij deze situatie niet langer wil. Het is nodig dat u zegt dat hij ontslagen wordt. Daarbij treedt als complicatie op: de aandelenverhouding. Ik doe u het volgende voorstel: Van der Heijden draagt de aandelen over tegen nominale waarde. Op basis van de NWW heeft hij recht op 70% van het laatst genoten salaris, gedurende 2 1/2 jaar. Hij wil een heel andere koers inslaan. Daarvoor wil hij zich laten testen. Om het bestaande inkomen te handhaven is een aanvulling nodig op de NWW-uitkering. De technische afwikkeling dienen we dan nog vast te stellen. De werkdrift van Van der Heijden is bekend. Hij heeft voor NIOW-Talen meer uren gedraaid dan normaal gangbaar is. Het is dus vanzelfsprekend dat daar een passende vergoeding tegenover staat. Van der Heijden heeft zich bereid verklaard achter de schermen mee te werken aan geleidelijke liquidatie van dat deel dat geen deel van de krentepap uitmaakt. Hij wil uit dit vak. Daarvoor heeft hij tijd nodig."

G.P. Boogaard: "Het is onze primaire doelstelling uit de precaire situatie te komen. We zijn NIOW-Talen met veel enthousiasme begonnen. John van der Heijden heeft zich altijd buitengewoon ingezet. De down hill-ontwikkelingen zijn niet te voorzien geweest. We hebben drie jaar activiteiten zonder vooruitgang achter de rug." Boogaard vervolgt met het verhaal van het IBO: het accountantsadvies om te liquideren. "We hebben het echter nog 1 jaar geprobeerd. Toen kwam de kentering. Het is nu een bloeiend instituut.... Hoe lossen we het huidige probleem op? We moeten eerst een 0-stand creëren."

H. Neuman: "Ik wil doorgaan op wat u nu suggereert."

Boogaard: "Van der Heijden komt nu tot het inzicht dat er geen brood meer in zit."

H. Neuman: "Ik ontken dit. NIOW-Talen heeft vanaf het begin een liquiditeitsprobleem. Ik ben goed van de materie op de hoogte en weet dat dit probleem al jaren bestaat. Wat ik nu wil weten is: "Wat bent u bereid aan de oplossing van de problematiek bij te dragen?"

G.P. Boogaard: "U hebt de suggestie gegeven dat het een 'gammele zaak' zou zijn. U moet zich ook realiseren dat Van der Heijden ook kostbare activiteiten heeft ontplooid: een computer aangeschaft en ontwikkelingen opgezet. Ik heb het idee dat Van der Heijden alles in het negatieve trekt. Niets is meer fnuikend dan nergens meer een lichtpuntje zien. Hij heeft ook een dure reclamecampagne opgezet."

H. Neuman: "Daar wil ik nu niet op ingaan. Ik herhaal mijn voorstel: (etc)

De Vries: "Toch wil ik nog iets zeggen. Er zijn binnen NIOW-Talen allerlei acties opgezet, zoals bijvoorbeeld de reclamecampagne. Daar ben ik helemaal niet in gekend. Ik ben alleen verantwoordelijk voor het aandeel in de zaak. John van der Heijden is voor de zaak verantwoordelijk. Hij heeft adviezen van Van Goethem in de wind geslagen. Ottenhoff en Van der Heijden laten de zaak zakken. Dit is weglopen van zijn verantwoordelijkheden. We hebben te maken met de korte en de lange termijn. Er wordt nu geen vinger uitgestoken. Ik heb me bereid verklaard om de directie over te nemen, maar dat kan ik ook alleen maar als er een goede overdracht plaatsvindt. Wat zou er gebeurd zijn als ik de directie had overgenomen?"

Neuman: "Meneer De Vries, we zitten hier om een oplossing te zoeken voor de gerezen problematiek. De verleiding is groot om de oorzaken op een rijtje te gaan zetten waardoor we hier op deze kamer terecht zijn gekomen. En u moet niet vergeten: John van der Heijden is ziek. Ik ben zelf lid van een aantal commissies van verschillende bedrijfsverenigingen en ik weet heel goed hoe bedrijfsverenigingen reageren als je werkt als je ziek bent. Bij het voorstel dat ik doe hebt u alle drie baat bij. Ik herhaal het voorstel: ontslag, inkomensgarantie, aandelen en draaiboek. Dit voorstel heeft ook een positieve keerzijde: John van der Heijden heeft zich nl. bereid verklaard hieraan zijn medewerking te verlenen."

G.P. Boogaard: "U gaat uit van een verkeerde premisse. Onder leiding van de heer Van der Heijden hebben we grote uitbarstingen van enthousiasme gehad. Wij hebben ook enorme problemen gehad, bijvoorbeeld de rechtenopleiding."

H. Neuman: "U legt mij woorden in de mond die ik niet gezegd heb. Ik voel er niet zoveel voor het hele verhaal op een rij te zetten."

G.P. Boogaard: "U verwacht van ons toch niet dat wij nu al besluiten nemen?"

H. Neuman: "Ik heb er begrip voor dat u nu geen antwoord kunt geven."

L.A. de Vries: "Ik moet ijzersterke garanties hebben dat die zaak goed begeleid wordt."

Neuman: "Vast staat dat als we tot overeenstemming komen de afspraken waterdicht zullen zijn. Ik wil het voorstel ook nog eerst door de juriste van onze bond laten nalopen, zodat u niet bang hoeft te zijn dat er achteraf nog nadelige consequenties uit voortkomen."

De Vries: "Gehakketak kunnen we nu niet hebben. We moeten beginnen vanaf punt nu. Daar hebben we een concreet voorstel voor nodig."

Neuman: "We dragen in de loop van de week het eisenpakket aan u over. U begrijpt dat ik van de heer Van der Heijden het mandaat heb gekregen als zijn woordvoerder op te treden. Ik ben wel geen belanghebbende, maar vanaf nu ben ik wel partij. Ik neem aan dat u daar beiden mee accoord gaan."

Boogaard en De Vries: "Ja."

Neuman: "Heren, ik heb hier niets meer aan toe te voegen. Tot binnenkort!".

EVALUATIE
In die tijd werd er door vele partijen op mij ingepraat: Van Goethem, jij, Leo, Peter, Neuman junior en Neuman senior, de buurvrouw, Elly. Ik werd er stapelgek van. Ik doorzag in die tijd ook de situatie niet waarin ik verkeerde: In NIOW-verband werd ik op grond van jullie 2/3-aandelenverhouding door jou en Leo overruled, in SBO-bestuursverband was dat in feite evenzo: Toby Neuman en Peter Ottenhoff vormden met zijn tweeën ook de meerderheid van het bestuur en konden ook samen beslissingen nemen die mij niet welgevallig waren. Neumans mededeling dat hij geen belanghebbende was is mij achteraf ook onjuist gebleken: zijn zoon zat in het SBO-bestuur. Na Peters ontslag per 1 mei ben ik mij dat langzaam gaan realiseren. Je moet niet vergeten dat mijn energiehuishouding volkomen verstoord was en ik mijn tijd grotendeels doorbracht met rusten, fietsen en trimmen door het Maarnse bos om daarbij ook te zoeken naar een oplossingsmogelijkheid voor het hierboven beschreven gigantische probleem waarin ieder zijn eigen belangen had, terwijl er ook nog stevige operationele problemen lagen. In die tijd heeft Henk Neuman t.b.v. mijn problematiek UNIE BLHP-advocaat Berculo ingeschakeld die mij adviseerde uit het SBO-bestuur te treden. Dat heb ik toen in de SBO-bestuursvergadering van 14 mei voorgesteld. De reactie van Peter was: "Je bent ziek. Dat ben je voor NIOW en dat ben je ook voor SBO". Neuman jr. was het daarmee eens. Ik hield mij vanaf dat moment dan ook niet meer verantwoordelijk voor de handelingen van de SBO-bestuurders. Met deze afspraak kon ik echter formeel wel lid blijven van het VBMO-bestuur. Daar was het mij primair om te doen. Ikzelf had niet de illusie dat de SBO mij een boterham kon opleveren. Het gebeurde heeft uiteindelijk geleid tot het gigantische misverstand. Achteraf heb ik me gerealiseerd hoe belangrijk een goede communicatie is. Ik denk dat ik begrijp welke associaties bij jullie zijn ontstaan toen je mij bij de Kamer van Koophandel als voorzitter van die stichting ingeschreven zag staan. Ik had met Peter contact gehouden. We hadden samen wat leuke ideeën ontwikkeld in contacten met arbeidsbureaus en bedrijven die met Spanje zaken doen. Ik zou het in de toekomst immers van mijn Spaans moeten hebben, zo dacht ik toen en ik zag ook weer uit naar een nieuw toekomstperspectief, want een dreigende werkeloosheid was een deel van mijn probleem. Ik was ook van mening dat Peter grote verdiensten voor NIOW-Talen had gehad en zag geen aanleiding mijn persoonlijke contact met hem te verbreken. Voor wat hij verder thuis deed heb ik mij niet open gesteld en dat is achteraf bezien wellicht niet goed geweest, misschien een soort struisvogelpolitiek, zo in de geest van "als ik het niet zie ben ik er ook niet verantwoordelijk voor". Ik vraag mij overigens nog steeds af of hij op enigerlei wijze onrechtmatig zou hebben gehandeld. Ikzelf heb daaromtrent nog geen directe aanwijzing. Maar ik ben ook geen jurist. Bij de Baak heb ik overigens nadien geleerd hoe ik in dit soort situaties geen fouten kan maken. In het licht van wat er later in de procedure aan de orde is gekomen, dat een van de stagiaires had verklaard dat zij terecht kon bij een "filiaal van het NIOW in Nieuwegein" verklaar ik je bij deze dat ik dat heb gezegd en dat dat in mijn optiek inderdaad ook zo was. Ik heb niet meer verteld dan ik toen wist. Toen Peter ontslagen was heb ik mondeling met hem afgesproken dat hij zich op free lance-basis verantwoordelijk zou houden als NIOW-districtleider van de provincie Utrecht en als coördinator van de Tolk-Vertalersopleiding. In mijn overspannen toestand thuis kon ik geen drie stagiaires begeleiden en Peters voorstel om een van de drie stagiaires te begeleiden, zodat Elly zich dan met de andere twee kon bezighouden heb ik toen in dank aanvaard. Nu ik geen binding meer heb met Elly en Henk Neuman is mij de situatie een stuk duidelijker geworden. Na mijn ontslag bij de Baak in 1991 heb ik hier verder over nagedacht. In feite was ik in het ontstane conflict de enige die zonder eigen advocaat werkte. Van Goethem behartigde jullie belangen. Peter had Mr. Eldermans en mijn belangen werden behartigd door Mr. Berculo. Achteraf is mij echter komen vast te staan dat Mr. Berculo niet alleen mijn belangen diende, maar indirect tevens de belangen van Neuman junior en senior. Hij had immers de hele SBO-problematiek naar het einde van de procedure geschoven en ik heb aan het schikkingsvoorstel mijn medewerking verleend om van de zaak af te zijn. Ik heb hierdoor de belangen van mijn gezin ondergeschikt gemaakt aan de belangen van Henk Neuman en zijn zoon. In december 1992 heb ik nog een juridisch advies à fl. 1000,- ingewonnen teneinde te bezien of er nog juridische stappen tegen de UNIE BLHP konden worden genomen. De zaak is echter per 1-1-93 verjaard. Ik ben van mening dat Henk Neuman in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 7 juli 1987 in Utrecht jullie beslissing om mij "met onmiddellijke ingang" te ontslaan en mij geen décharge te verlenen onmiddellijk ter plekke had moeten aanvechten. Ik heb Neuman laten weten dat ik dit een blunder van de eerste orde vind die een vakbondsbestuurder niet mag maken. Uiteindelijk heeft deze persoonlijke mededeling van mij aan mijn buurman ook geleid tot de spanningen tussen Elly en mij die tot onze echtscheiding hebben geleid. Ik heb die situatie nadien niet meer op de spits gedreven omdat mijn kinderen gek zijn op onze voormalige buren. Wat mij op 7 juli 1987 het meest gechoqueerd heeft was de mededeling dat jij en Leo het vertrouwen in mij volledig waren kwijtgeraakt. In de moeilijke situatie waarin ik mij bevond was ik immers zeer omzichtig met vertrouwelijke informatie omgegaan; ik heb jullie geen informatie verstrekt m.b.t. de SBO en Peter kreeg van mij niet te horen welke afspraken er t.b.v. mij werden gemaakt tussen jullie en Henk Neuman. Dat was m.i. bedrijfsgeheim. Wel heb ik Peter op Ramons verjaardag, waarop hij rond 25 mei te gast was, na het nuttigen van enkele glazen alcoholische drank, op zijn verzoek, de door hem in zijn eigen vrije tijd geproduceerde lesschema's van de tolk-vertalersopleiding teruggegeven. Het materiaal stond toen bij ons in de garage nadat ik met Leo had afgesproken dit aan hem over te dragen. Ik zag hierin geen misdrijf. Peter had het materiaal immers thuis in zijn eigen vrije tijd samengesteld. Zo deed hij wel meer in zijn eigen uren. Denk bijvoorbeeld maar eens aan de besprekingen met de tolkvertalers-docenten, die hij regelmatig op zijn vrije zaterdag voerde. Ik was ook gechoqueerd toen ik in juni had geconstateerd dat de tolk-vertalersbrochure van NIOW-Talen werd verstuurd met het rekeningnummer van NIOW-B.M.O., terwijl de liquiditeitsproblematiek van NIOW-Talen nog niet was opgelost.

In die tijd werd ik door Piet Kort gebeld met de mededeling dat jij hem had verteld dat Peter de tolk-vertalersopleiding naar de SBO overhevelde, terwijl ik via de stagiaires had gehoord dat BMO-medewerkers alle adresgegevens van geïnteresseerden uit mijn lade's hadden gehaald. Ik had daartoe geen toestemming verleend. Er was immers nog geen overeenkomst. Wie moest ik geloven? Met jullie beslissing van 7 juli heb ik het verschrikkelijk moeilijk gehad. Zeker toen ik hoorde dat er tijdens de SNO-examens brochures van de tolk-vertalersopleiding van de SBO waren uitgedeeld. Ik ben hierdoor overrompeld en wist niet hoe ik hierop moest reageren. Op zich kon ik er niets op tegen hebben dat Peter zijn persoonlijke know how in die stichting inbracht, maar Marianne Dagevos heeft mijn vertrouwen zeer beschaamd nadat zij (en jij) de verantwoordelijkheid van de SNO-examens toebedeeld had gekregen. Opmerkelijk is in dit verband dat Marianne Dagevos in 1991 door het SBO-bestuur is ontslagen in de tijd dat ik met jullie weer contact heb opgenomen.

Eerherstel
Voornaamste inzet van de onderhandelingen tussen Neuman en jullie was eervol ontslag. Neuman heeft echter genoegen genomen met "ontslag met onmiddellijke ingang" en "geen décharge". Op grond hiervan hebben jullie in januari 1988 de procedure tegen mij kunnen opstarten. Henk Neuman is hierdoor op mijn voorzittersstoel van het SBO-bestuur kunnen gaan zitten en bepaalt nu, samen met zijn zoon, voor 50% het beleid van de SBO. Ik ben door Neuman als trekpaard gebruikt om voor hem en zijn zoon een nieuwe opleidingsactiviteit van de grond te tillen. Van zijn advocaat heb ik moeten verklaren dat ik nauwelijks tijd in die stichting had gestoken, maar dat was absoluut niet het geval. Vele zondagen heb ik zitten werken om de statuten van die stichting rond te krijgen en ideeën uit te werken om een opleiding tot handelsvertegenwoordiger door zijn zoon vanuit diens SBO-kantoor in Hoorn te laten uitvoeren. Ik heb mij echter nooit in NIOW-tijd met SBO-activiteiten beziggehouden anders dan een gesprek tussen de middag met twee heren van het Amsterdamse arbeidsbureau omtrent een scholingsproject tot Internationaal Stafmedewerker, een idee dat Peter en ik in onze vrije tijd hadden ontwikkeld. Het is nimmer mijn bedoeling geweest om ook maar enige activiteit van het NIOW naar de SBO over te hevelen. T.a.v. het beëindigen van de handelsvertegenwoordigerscursus heb ik met jou overleg gevoerd en daar heb je toen je goedkeuring aan gegeven. Dit heb je ook ten overstaan van de rechter bevestigd. Met het resultaat van het gesprek van 7 juli was ik absoluut niet tevreden, noch voor mijzelf, noch voor jullie. Ik realiseerde mij dat je met de vordering van reclamebureau Hint bleef zitten en dat Piet Kort uiteindelijk wel eens aan het kortste eind zou kunnen trekken. Ik heb die man nadien ook niet meer onder ogen durven te komen. Is er nog een regeling met hem getroffen? Nogmaals: deze oplossing was niet mijn oplossing en ik heb daar nadien zwaar onder geleden en mij, wellicht onterecht, schuldig gevoeld en dat doe ik nog als ik eraan terugdenk. Het frustreert mij nog dat ik de oplossing voor mijn probleem uit handen heb moeten geven en er nadien door verschillende partijen in mijn optiek misbruik van de situatie is gemaakt. Mijn benoeming tot office-manager bij De Baak/Nieuw Elan in oktober 1989 was voor mij een geschenk uit de hemel. Nieuw Elan bevond zich in een soortgelijke problematiek als NIOW-Talen in 1986. Na zes maanden werd ik tot stafmedewerker benoemd en nadat mijn accu weer was opgeladen kon ik binnen Nieuw Elan meewerken aan de oplossing van deze problematiek. Je begrijpt dat ik hiertoe extra was gemotiveerd omdat ik er bij NIOW-Talen niet in geslaagd was geweest het probleem op een voor ieder bevredigende wijze op te lossen. In 1991 hield mijn werk bij De Baak helaas op. Het instituut had het zwaar te verduren gehad van de concurrentie van o.a. SBO. In de markt ben ik dus door Peter verslagen. Onder mijn dak waren ook de concurrentiespanningen tussen SBO en Nieuw Elan ernstige vormen aan gaan nemen. Elly heeft in dat spanningsveld uiteindelijk voor het contact met de buren gekozen boven het voortzetten van onze relatie. Het getuigschrift dat ik bij mijn afscheid van Nieuw Elan van de Baak-directie heb ontvangen vermeldt onder meer: "De heer Van der Heijden heeft zich steeds laten zien als een personeelslid met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, een grote betrokkenheid voor het geheel, een klantgericht optreden naar buiten en met gevoel voor kwaliteit en zorgvuldigheid in de door hem vervulde werkzaamheden."

Hoe is het mogelijk dat verschillende personen één en dezelfde persoon zo verschillend kunnen beoordelen? (1). Ik heb bij de Baak niet anders gehandeld dan bij het NIOW. Het beeld dat jouw advocaat Van Goethem van mij heeft geschilderd staat hiermee in schril contrast. Van Goethem heeft niet het beeld geschilderd van een verantwoordelijke directeur die tot bijna zijn laatste ademtocht zijn vrouw tijdens zijn ziekte heeft begeleid om zijn instituut varende te houden en ervoor heeft zorggedragen dat de naam van het NIOW door zijn ziekte en de bedrijfseconomische problemen niet zou worden geschaad. Het beeld dat Van Goethem van mij heeft neergezet is het beeld van een crimineel. Hoe is het mogelijk dat dat zo sterk verschilt met het door de Baak-directie geschetste beeld, een beeld dat is ontstaan na een langdurig en intensief assessment en professionele beoordeling van mijn werkzaamheden? (2) Weet je de deskundigheid van de Baakdirectie op zijn waarde te schatten? (3) Ik heb de beschuldigingen van Van Goethem maar ver weggestopt, want ik wil daar niet graag aan herinnerd worden. Maar er zijn nog wel enkele passages die mij zijn bijgebleven. Opvallend daarbij is dat Van Goethem regelmatig heeft geschreven over "Ottenhoff en Van der Heijden". Hij heeft ons steeds in één adem genoemd. Zo zouden volgens Van Goethem "Ottenhoff en Van der Heijden hebben rondverteld dat het NIOW een roerloos schip zou zijn zonder kapitein en met grote gaten in de scheepsromp en dat het NIOW ermee zou ophouden". Hebben Ottenhoff en Van der Heijden dat beiden verklaard? (4.) Hoe kan dat? (5.) Aan wie hebben Ottenhoff of Van der Heijden dat verklaard? (6). Een uitspraak kan toch alleen maar door één persoon tegelijk worden gedaan? Of ík moet dat gezegd hebben, of Peter, maar niet alletwee. Dat kan gewoonweg niet. Ik vind het een blaam voor onze rechtspraak dat dit soort klungelige, amateuristische uitspraken door de rechterlijke macht wordt getolereerd en dat een gezin op grond van onjuiste veronderstellingen gedurende bijna twee jaar in zijn eigen huis kan worden gegijzeld en onder grote psychische druk gezet. In alle gevallen waar Van Goethem heeft gesproken over "Ottenhoff en Van der Heijden" heeft hij geen onderscheid tussen deze twee mensen gemaakt. Dit op zich maakt hem al ongeloofwaardig. Ik vind het een schandaal dat dit soort advocaten in het kader van de rechtspraak en het recht zijn boterham verdient. Geloof jij nu zelf dat ik tot een dergelijke uitspraak in staat zou zijn geweest? (7) Jij weet dondersgoed dat ik mijzelf en mijn gezin voor NIOW-Talen heb opgeofferd. Heb jij je door Van Goethem laten inpakken? (8) Toen ik bij Nieuw Elan in NOORDWIJK werkte had ik besloten een punt achter de problematiek te zetten. Jullie aangeboden diner in Noordwijkerhout vormde daartoe een waardige afsluiting. Maar het is mij opgevallen dat jij en Leo hevig schrokken toen ik jullie vertelde dat ik per 15 juli zou worden ontslagen. Waar kwam die schrikreactie vandaan? (9) Vorig jaar heb ik met zo'n 15-tal directies van particuliere opleidingsinstituten, vooral VBMO-leden, gesprekken gevoerd. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat over mij bij hen hetzelfde negatieve beeld leefde als Ph. van Goethem van mij heeft geschetst. Ik ben daar gruwelijk kwaad over geworden. Daar staat tegenover dat ik voor velen, misschien wel duizenden mensen, nog steeds wordt gezien als "de directeur van het NIOW" en dat is een realiteit die je niet moet onderschatten. De historische realiteit kun je nooit verdoezelen. Voor de goede orde wil ik nu ook reageren op een aantal zaken die in de gesprekken in kasteel Kerckebosch zijn gevoerd.

1. De Vries voegt hieraan toe dat t.g.v. de nieuwe anti-misbruikwet de bestuurder hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld. Leo had mij dat al in 1985 verteld. Nadien zijn de problemen ontstaan. Ik heb de indruk dat het een voorgebakken zaak van jullie kant is geweest waarbij Van Goethem gebruik heeft gemaakt van voorkennis van de Nederlandse wetgeving. Is dat juist? (10)

2. G.P. Boogaard : "Je moet er van uitgaan dat wij niet jouw vijanden zijn." Ik heb mij afgevraagd waar deze opmerking vandaan kwam. Ik heb nooit de suggestie gewekt of het idee gehad dat jullie mijn vijanden zouden zijn.

3. Boogaard en De Vries laten weten dat zij momenteel in een onmogelijke situatie verkeren. Bij het zoeken naar een oplossing is naar hun mening een uniforme strategie nodig die erop gericht is elkaar niet in de wielen te rijden. Na mijn managementopleiding bij de Baak begrijp ik nu wat je daarmee hebt bedoeld. Ik begrijp jullie toenmalige situatie. Toendertijd was ik echter door mijn eigen probleemsituatie verlamd.

4. De ziekte van Van der Heijden was geen voorgebakken zaak. Ik heb mij afgevraagd waar de opmerking van Leo dat mijn ziekte een voorgebakken zaak zou zijn vandaan kon komen. Ikzelf heb dit soort gedachten nooit gehad. Hebben jullie met Van Goethem de zaak in 1985 misschien al voorgebakken? (11) Dat Leo's veronderstelling onjuist is wordt mij nu - helaas - vanuit psychiatrische kringen bevestigd. Ik heb me gewoon kapot gewerkt.

5. De Vries: "Jij denkt dat wij je vijanden zijn". Hoe kon Leo weten wat ik zou denken? (12) De eerste die weet wat ik denk moet ik nog tegenkomen.

6. Boogaard: "Je moet echter zakelijke en persoonlijke gevoelens met elkaar in overeenstemming brengen." Hier ben ik het nu mee eens. Gebleken is dat het in overeenstemming brengen van persoonlijke en zakelijke gevoelens voor mij een proces van enkele jaren heeft vereist.

7. G.P. Boogaard: " Het is onze primaire doelstelling uit de precaire situatie te komen. We zijn NIOW-Talen met veel enthousiasme begonnen. John van der Heijden heeft zich altijd buitengewoon ingezet. De down hill-ontwikkelingen zijn niet te voorzien geweest. Vind je dat nog steeds? (13) En ben je bereid dat ook aan anderen te verklaren? (14)

8. De werkdrift van Van der Heijden is bekend. Hij heeft voor NIOW-Talen meer uren gedraaid dan normaal gangbaar is. Dit is een uitspraak van Neuman. Ben je het daarmee eens? (15) Denk eens aan de zaterdagen en zondagen in de wervingsperiode, mijn bezoeken aan cursussen in de avonduren, het bijwerken van de administraties tot in het diepst van de nacht en het thuis permanent telefonisch beschikbaar blijven voor districtleiders.

9. De Vries: "John van der Heijden is voor de zaak verantwoordelijk. Hij heeft adviezen van Van Goethem in de wind geslagen. Ottenhoff en Van der Heijden laten de zaak zakken. Dit is weglopen van zijn verantwoordelijkheden." Ik ben nooit van mijn verantwoordelijkheden weggelopen. Ik ben ziek geworden en Van Goethem is aan dat reële feit voorbij gegaan. Hij stelde eisen aan mij die op dat moment niet te verwezenlijken waren.

10. G.P. Boogaard: "U gaat uit van een verkeerde premisse. Onder leiding van de heer Van der Heijden hebben we grote uitbarstingen van enthousiasme gehad. " Vind je dat nog steeds? (16) En ben je bereid dat ook aan anderen te verklaren? (17). Dan zij we samen weer een stap verder. Ik ben benieuwd naar je reacties. Hartelijke groet. P.S. In het bovenstaande stuk komt een aantal vragen voor. Ik stel het op prijs van jou antwoord op deze vragen te krijgen, zodat we een goed gesprek kunnen hebben als de onduidelijkheid over voor mij relevante zaken is weggenomen. Voor het gemak heb ik de vragen genummerd van 1 tot en met 17.

PRETTIG WEEKEND

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN